Zondag 3 september was er de Powerman in het Oostenrijkse Weyer. Dit was de tiende keer dat deze wedstrijd is georganiseerd, en de organisatoren hadden er dan ook een echt feest van gemaakt. Omdat ik dit jaar al twee keer tweede was in een Powerman, hoopte ik om er deze keer één te kunnen winnen. De afstanden waren 14 km lopen, 76 km fietsen en 7 km lopen. Het lopen was niet al te lastig met een drietal kilometer op gras. Het fietsen was daarentegen was wel vrij lastig want per ronde van 38 km fietsen zat er een helling in van 5 km met een aantal heel steile stukken en nog een tweede klim van ongeveer anderhalve kilometer. De rest van het parcours was lichtgolvend met een aantal langere stukken vals plat. De weersomstandigheden waren heel goed met circa 24 graden en vrij weinig wind. Ik verwachtte vooral een sterke concurrentie van de Deen Aksel Nielsen, die in de Powerman Geel nog derde was.
In het lopen waren er twee rondes van 7 km en ik had me voorgenomen om de eerste ronde gewoon te volgen. De Oostenrijker Karl Prungraber nam direct de leiding en liep de eerste kilometer zelfs wat weg. Ik liet gewoon begaan en na twee kilometer haalde ik hem terug bij samen met Aksel Nielsen. Karl Prungraber nam verder de leiding tot goed halfweg de eerste ronde. Op een langer stuk lichtjes bergaf nam ik de leiding en Aksel Nielsen kon niet meer volgen. Ik liep gewoon verder op mijn eigen tempo, zonder te forceren, en na een zestal kilometer moest ook Prungraber lossen, die ongetwijfeld veel te snel gestart was. Na 14 km lopen kwam ik de wisselzone binnen in 48’57” met een voorsprong van 35” op Prungraber.
Eenmaal op de fiets had ik bijna direct een heel goed gevoel. Het fietsen begon met een vijftal kilometer vals plat en daarna een helling met een antal steile stroken waar ik met een verzet van 39-23 toch maar net genoeg had. Eenmaal boven,door de vele toeschouwers aangemoedigd, was er een lange afdaling, zonder bochten, waar je toch gemakkelijk een snelheid van eind de 80 km/h kon behalen. Daarna moesten we een lang stuk lang een rivier die overwegend vlak, of zelfs lichtjes bergaf ging. De hele tijd kon ik heel vlot doortrappen en had ik een goed gevoel in de benen. Na een 25-tal kilometer was er dan een tweede korte helling, maar heel steil. Na een lang stuk op het vlakke in tijdritpositie doet dat toch wel heel veel pijn in de benen. Boven op de helling kwamen we door een dorpje (Grossraming) waar er terug heel veel “ambiance” was. Uiteindelijk behaalde ik een eindtijd op de fiets van 1h53’18”.
Na een tiental kilometer fietsen was een scheidrechter mij komen zeggen dat ik twee minuten voorsprong had. Maar daarna had ik niets meer vernomen en ik had er dus geen enkel idee van hoeveel voorsprong ik had opgebouwd na het fietsen. Mijn pa liet mij weten dat ik ongeveer een zestal minuten voorsprong moest hebben, wat er in werkelijkheid toch al een goeie 11 minuten waren. Ik ben dan ook niet al te snel gestart aan het laatste looponderdeel en de eerste anderhalve kilometer had ik ook niet zo’n vlot gevoel. Maar daarna ging het steeds beter en beter en ik heb gowoon op gevoel doorgelopen. Dit was de eerste keer dat ik in een lange afstand kon genieten van het laatste lopen. Op een 800 tal meter voor de aankomst hoorde ik mijn pa roepen dat ik het parcoursrecord zou verbreken. Uiteindelijk verbrak ik het record, die op naam van Huub Maas stond, met 4’14”. Ik maakte het verschil vooral in het fietsen, waar de snelste fietstijd ooit gereden was door Torbjorn Sindeballe (DEN) in 1h56’19”. Ik was wel heel verrast met dit record en moet dus een superdag gehad hebben. Aan deze wedstrijd hebben toch al heel wat toppers meegedaan in het verleden met o.a. Olivier Bernhard en ook Benny.
Ik heb trouwens nog nooit een duathlon meegedaan die zo goed georganiseerd was en waar zoveel sfeer en toeschouwer waren. Voor mij een echt aangename en unieke ervaring.
Mijn volgende wedstrijd is het BK korte afstand op 17 september te Ronse.