Triathlon en duathlon zijn 2 sporten die serieus in de lift zitten. Helaas wordt er nog steeds heel weinig media aandacht aan de sporten geschonken.
Chris Tetaert is journalist voor De Krant van West-Vlaanderen. Hij schrijft regelmatig een stuk over de West-Vlaamse tri- en duatleten. In dit artikel brengt hij de West-Vlaamse clubs in kaart en komt daarbij tot de conclusie dat er in 2007 maar liefst 664 gelicentieerde West-Vlaamse atleten waren. Op een totaal van 2323 is dat bijna 29%.
Chris sprak ook met Stefaan De Paepe, secretaris-generaal van de BTF, directeur van de VTDL en een van de bezielers van het No-Limit-Team
Triatlon is aan het boomen, zegt Stefaan Depaepe, secretaris-generaal van de Belgische Triatlon Federatie en directeur van de Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga. „En in dat succesverhaal speelt West-Vlaanderen een prominente rol”, aldus de Avelgemnaar, een van de bezielers van het No Limit Team.
Van de 56 triatlon- en duatlonclubs die aangesloten zijn bij de Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga is meer dan de helft gevestigd in West-Vlaanderen (13) en Antwerpen (16). „Dat zie je ook in het áántal triatleten”, weet Stefaan Depaepe. Van de 2.323 leden zijn er 796 aangesloten bij een club uit Antwerpen, 664 zijn lid van een West-Vlaamse club. „Een verklaring heb ik niet”, zegt Depaepe. „West-Vlaanderen heeft een aantal toppers, ja, maar ik betwijfel of dat dé reden is.”
Exacte cijfers over het aantal triatleten en duatleten zijn er niet, maar de Avelgemnaar weet met grote zekerheid dat de triatleten de grootste groep vormen. „We zien dat aan de snelheid waarmee de triatlons zijn volgeboekt. Het is een grotere uitdaging om ingeschreven te geraken dan te finishen. Duatlon kende een voorlopig hoogtepunt in 2004, toen we het WK in Geel organiseerden. Sindsdien is de belangstelling wat afgenomen.”
„Het klinkt ook beter om te zeggen dat je aan een triatlon deelneemt”, weet Depaepe. „In duatlon ligt het niveau zeer hoog en komen recreanten ver achter de toppers. Voor triatleten is die tijd minder belangrijk, finishen is al een overwinning op zich. Op dat finishen werd in 2005 via het project Just 4 Fun sterk de nadruk gelegd, waardoor de triatlonsport nóg populairder werd.”
Volgens Depaepe heeft triatlon, en de Ironman in het bijzonder, een mythische aantrekkingskracht. „Dat had je een paar jaar geleden ook met de marathon. Een langeafstandsloper moest absoluut ooit eens een marathon lopen. Samen met een beklimming van de Mont Ventoux of l’Alpe d’Huez staat ook een triatlon hoog op het wensenlijstje van sportievelingen.”
Ook opvallend is dat de leeftijdscategorie 26-45 jaar met 1.362 atleten de grootse groep is. „Triatleten beginnen op jongere leeftijd, maar we worden geconfronteerd met een serieuze drop-out. En na het ‘trouwen’ en ‘bouwen’ nemen die mensen de draad opnieuw op.” Ook dat weerspiegelt zich in de cijfers : 335 van de 2.323 aangesloten leden zijn ouder dan 45 jaar. Onze piramide is omgekeerd : er zijn meer oudere dan jongere leden.”
„De jeugdwerking staat op een laag pitje”, zegt Depaepe. „Dat heeft vooral te maken met een tekort aan water. De vrije uren in de zwembaden worden bijna volledig ingenomen door zwemclubs. We zien wel dat jongeren zich aansluiten bij een zwemclub, een atletiekclub én een wielerclub, maar dat werkt niet. De trainingen worden in die gevallen onvoldoende gecoördineerd, waardoor die gastjes overtraind geraken.”
Bron : Chris Tetaert – Krant van West-Vlaanderen