,,Binnen de triathlonsport gaat bijna iedereen voor zichzelf. Ook het beleid van de NTB is daarop gericht: individueel succes. Ik geloof daar niet in. Volgens mij heb je een goed team nodig – en daarmee teamprestaties – om uiteindelijk individuele sporters maximaal te laten presteren. Daarom ben ik ooit Team4Talent gestart.” André Kwakernaat las onlangs op onze website het interview met voormalig bondscoach John Hellemans en wilde daar graag op reageren.
Een kleine tien jaar geleden, precies met de lancering van de Eredivisie, startte Kwakernaat ‘zijn’ Team4Talent. De ploeg bestaat nog steeds, herbergt topatleten als onder andere Evert Scheltinga, Pleuni Hooijman en Sonia Bracegirdle, en blijft inzetten op kernwaarden als ‘vertrouwen’ en ‘teamprestaties’. Toen Kwakernaat het artikel over Hellemans las, waarbij de voormalig bondscoach kritiek uitte op de atleten van Team4Talent, zakte zijn spreekwoordelijke broek in ieder geval af. ,,Het verhaal zit namelijk heel anders.”
‘Gezeik van hier tot Tokyo’
Hellemans liet optekenen dat een heleboel triatleten van Team4Talent in die beginjaren, we praten over de periode 2010-2012, niet goed genoeg waren voor de internationale top en daarnaast het Olympische traject niet in wilden gaan. ,,Maar het is precies andersom. De bond, eerst onder leiding van bondscoach Eric van der Linden en later John Hellemans, gooide onze jongens er gewoon uit. We wonnen alle wedstrijden waar we aan de start stonden, stroomden met gasten als Bas Diederen, Evert Scheltinga, Edo van der Meer en Jorik van Egdom over van talent en potentie, maar werden toch nooit door de bond geselecteerd. We werden als ‘niet goed genoeg’ afgedaan. En als onze jongens dan eindelijk wel een kans kregen, moesten ze naar Sittard verhuizen, mee in het regime van de bond, mee op buitenlandse trainingskampen die ze dan zelf moesten betalen: echt, gezeik van hier tot Tokyo.”
Kwakernaat vervolgt. ,,Ieder mens is anders en dus ook iedere atleet. En dus werkt ook niet dezelfde aanpak voor iedere atleet. Als je iedereen naar Sittard laat verhuizen en op een kamertje zet, is dat niet de beste aanpak. Kijk maar eens hoeveel atleten met potentie daar zijn afgeknapt.”
‘Ze komen er niet aan te pas’
Vanzelfsprekend begrijpt Kwakernaat dat er beleid nodig is om atleten op de Olympische Spelen af te leveren. Dat daarvoor keuzes gemaakt moeten worden. ,,Maar er werd gekozen voor jongens als Marco Akershoek en Marco van der Stel, die toen al ver achter onze atleten eindigen. En als je reëel bent: zij mogen tegenwoordig al blij zijn als ze top dertig draaien. In een goed bezet, internationaal veld, komen ze er niet aan te pas.”
Juist in de beginjaren van Team4Talent ging Kwakernaat eens met de bond om tafel. ,,Nadat we een jaar bestonden, wist iedereen wie we waren. We wonnen tenslotte alles. Toen heb ik met Rembert Groenman en John Hellemans gesproken en heb ik gezegd dat het beter is om in te zetten op een team, in plaats van op individuele atleten. Dat je door als team samen te werken binnen een wedstrijd, de best mogelijke prestaties naar boven kunt halen. Ook individueel. Maar goed, dat idee werd direct van tafel geveegd. Het was onbespreekbaar.”
Eigen weg
Het was het moment dat Kwakernaat zich minder begon aan te trekken van de bond, nog meer zijn eigen weg koos en besloot zich met zijn atleten meer te gaan richten op de midden en volledige afstand. ,,Ik wil doen waar ik plezier uithaal. Mijn dromen zijn waargemaakt en nu wil ik die van anderen ook waarmaken. Arrogante atleten? Daar heb ik geen trek in. Ik wil een ploeg die beter wordt, die ontwikkelt, die leert. En wat gebeurt er bij de bond? Daar reizen ze de hele wereld over, gaat iedereen naar het buitenland: wat denk je dat dat kost? Steek dat geld liever in de atleten.”