Afgelopen maand heb ik jullie in een aantal blogs (een, twee, drie, vier, vijf en zes) meegenomen tijdens mijn fietstocht dwars door de Verenigde Staten, waarbij ik iedere dag gemiddeld 200 kilometer fietste. Ruim een week later ziet mijn sportieve leven er honderd procent anders uit: ik kan en mag de komende maand niet sporten. Hoewel ik ondertussen wel weer kan lopen, is het niet minder ernstig dan de titel suggereert: ik ben geopereerd om mijn ‘Iliac Arterial Flow Limitation’ te behandelen. In deze blog leg ik uit wat dat is en hoe ik dat ervaren heb. Even wat minder humor en wat meer serieus dus. Ondanks dat de operatie er al een tijd aan zat te komen, is één ding zeker: in één dag van ‘hero naar zero’ valt niet mee.
(tekst gaat verder onder de foto)
Er zijn veel verschillende termen die gebruikt worden om de aandoening te beschrijven, zoals
een vernauwde en/of knikkende bekken- of liesslagader, of de meer beschrijvende term: Iliac Arterial Flow Limitation. Het is een vaatprobleem dat zich bij voornamelijk wielrenners, maar ook schaatsers en triatleten voordoet. Laurens ten Dam, Theo Bos, Steven Kruijswijk, Annemiek van Vleuten, Sven Kramer en recent ook Sam Oomen werden er allen aan geopereerd. Door een gebogen heuphoek en de vele omwentelingen bij het fietsen kan de bekkenslagader een knik maken. Vergelijk het met een tuinslang die je steeds op hetzelfde punt buigt: eenmaal geknakt zal de slagader bij iedere zware inspanning op hetzelfde punt afknikken. De bekkenslagader zorgt voor de toevoer van bloed naar de benen. Het steeds afknikken van de slagader kan leiden tot problemen in de bloedtoevoer. Een slechte doorstroming van het bloed in de slagader leidt tot een zuurstoftekort in de beenspieren en daarmee tot snellere verzuring. In onderstaande video demonstreert sportarts Edwin Achterberg het probleem.
(tekst gaat verder onder de video)
Sporters met bloedvatproblemen ervaren de volgende klachten: een gevoel van verzuring, verkramping en/of pijn in (één van) de benen bij zware inspanning of in diepe zit. Kenmerkend is dat het ene been sneller verzuurt dan het andere. De klachten verdwijnen bijna altijd na een paar minuten rust en kunnen bij hard fietsen vaak in een paar minuten worden opgewekt. Daarnaast treedt er kracht- en controleverlies in één of beide benen op. Soms zijn er ook rugklachten. Ruim twintig procent van de beroepswielrenners krijgt tijdens zijn/haar carrière beenklachten wegens een vaataandoening aan de bekkenslagader. Naast die beroepssporters heeft naar schatting ook bijna 5% van de recreatieve wielersporters kans op het ontwikkelen van een vaatprobleem. Hier horen ook triatleten bij. Veel triatleten hebben een dergelijk probleem, maar ze weten het zelf niet. Als de oorzaak niet gevonden wordt, denken ze dat ze het talent en de conditie niet hebben en overwegen ze te stoppen.
(tekst gaat verder onder de afbeelding)
Voor mij was de weg naar de diagnose helaas niet zo snel als die voor profwielrenners die onder controle van een team-arts staan. Ik fiets nu iets meer dan drie jaar en maak daarbij zo’n 15-18 duizend kilometers per jaar. Eigenlijk vanaf het tweede jaar fietsen begon ik bij tijdritten en tijdens het fietsen bij een triathlon al pijn in mijn linkerbeen te krijgen. Ik heb er in eerste instantie niet veel achter gezocht, het is tenslotte normaal dat je een beetje pijn voelt als je maximaal fietst. Ik kreeg echter steeds sneller en meer last van mijn linkerbeen, niet alleen meer rond mijn omslagpunt, maar ook daaronder. Soms was de pijn of de teleurstelling in prestatie zo groot dat ik wedstrijden halverwege afbrak om er vanaf te zijn.
Nadat ik een powermeter op mijn fiets kreeg die aan twee kanten meet, viel het op dat bij inspanningen rond mijn omslagpunt de balans tussen links en rechts van 50/50 naar 40/60 verschoof, en soms zelfs 35/65. Ik kon dit niet zo goed verklaren en liet een bike-fit doen. Na veel maatregelen kon ik wel meer watts trappen, maar de klachten kwamen steeds terug. Omdat ik -en de mensen om mij heen- eigenlijk niks kon vinden, ging ik denken dat ik me aanstelde, gewoon niet zo moest zeuren en beter m’n best moest doen. Uiteindelijk begon ik ook klachten te krijgen bij het hardlopen en kwam ik via een omweg bij sportarts Goof Schep terecht, die zich gespecialiseerd heeft in vaatproblemen bij duursporters.
(tekst gaat verder onder de foto)
Wanneer er langer doorgesport wordt met een bekkenslagader die afknikt, kan er verlittekening/vernauwing van de vaatwand ontstaan. Deze zal naarmate er langer doorgesport wordt, ook toenemen. Wanneer een dergelijke afwijking in een beginstadium wordt gediagnostiseerd, is ook de behandeling beperkter. Uit onderzoek bleek dat veertig procent van de onderzochte patiënten bij de diagnosestelling al dermate veel afwijkingen in het bloedvat had, waardoor een minder ingrijpende operatie voor hen niet meer mogelijk zou zijn. Dan was er vaatreconstructie nodig. Dan wordt niet alleen de bekkenslagader losgemaakt, maar ook gerepareerd. Deze ingreep is zeer uitgebreid en brengt risico’s met zich mee. Het vermijden van deze behandeling wordt daarom altijd voorop gesteld.
(tekst gaat verder onder de foto)
Helaas viel ik in die laatste categorie. Aan de ene kant was voor mij de keuze voor de operatie snel gemaakt, maar aan de andere kant stap je met chirurgisch ingrijpen op een trein die niet meer kan stoppen. Ik moet nog wel 60 jaar met dat been en dus dat gereconstrueerde vat doen, iets om serieus te overwegen. De operatie heeft bij mij zo’n vier uur geduurd, met name omdat de vernauwing ernstiger bleek dan vooraf gedacht. Gelukkig is alles goed gelukt en ben ik ondertussen dus weer op de been. Ik hoef dus niet bij Jetze Plat in de leer, althans, niet voor het handbiken (hoe doe je die wheelies in een rolstoel?). Hoewel het herstel snel gaat valt het me erg zwaar om in één klap van ‘fitste man ter wereld’, naar ‘couch patatoe’ te transformeren.
(tekst gaat verder onder de foto)
Om te beginnen het ziekenhuisverblijf: ik ben ontzettend dankbaar dat ik geholpen ben en dat het goed gaat, maar sporters zijn op een verpleegafdeling toch een vreemde verschijning tussen de tachtigers. Af en toe voelde ik me – ondanks de beste bedoelingen van dokters en verpleging – toch best wel verloren in mijn bed. Niet dat ik pijn had, maar niks meer kunnen en afhankelijk zijn is geen feestje. De gedachte dat ik hiervoor gekozen had maakte het wel enigszins makkelijker te verteren. Na vier overnachtingen was ik voldoende hersteld om naar huis te kunnen. Maar ook thuis valt het niet mee: ik ben al uitgeput na de boodschappen gedaan te hebben. Dat is 200 meter lopen in plaats van 200 kilometer fietsen. Ondertussen zie ik iedereen op Instagram en Strava allemaal mooie dingen doen. Een bittere pil, maar wel eentje die me motiveert terug te komen met minder pijn, meer plezier en als het even meezit nog een bak sterker ook!
(tekst gaat verder onder de foto)
De medische informatie in dit blog is afgeleid van de informatie op de website van het Maxima Medisch Centrum. Ervaar je zelf soortgelijke klachten, dan kun je de selfcheck doen die dokter Schep heeft ontwikkeld in samenwerking met onder andere de Nederlandse Triathlon Bond. We willen benadrukken dat dit artikel in geen enkel opzicht medisch advies geeft of vervanging is van een medisch consult. Bij gelijksoortige klachten kun je de selfcheck doen en contact opnemen met de afdeling sportgeneeskunde van het Maxima Medisch Centrum. Zoek ook bij andere (aanhoudende) klachten contact met een (sport)arts.