Ze zit al bijna twee weken op Kona en heeft dus goed de tijd genomen om te acclimatiseren en te wennen aan het tijdsverschil van twaalf uur: dat moet ook wel, want Diede Diederiks staat morgen aan de start van het WK Ironman en daarmee een loodzware wedstrijd. “Je ziet overal fitte dames voorbij rennen en fietsen, dus de hype is groot en het is een hele ervaring om mee te maken. De echte spanning komt bij mij pas op de wedstrijddag; de afgelopen dagen was ik nog te gefocust op mijn trainingen en dat geeft genoeg afleiding.”
Diederiks heeft de afgelopen dagen dan ook gebruikt om echt nog wel wat serieuze trainingen af te werken. “Ook om te kijken naar de invloed van de warmte op hartslag en tempo. Ik heb wat intervals met zwemmen, fietsen en lopen gedaan. Op die manier konden we goed zien welk wedstrijdtempo haalbaar gaat zijn, en welk tempo niet.”
‘Mijn voorbereiding was anders dan normaal omdat de omstandigheden daar om vragen’
Voor Diederiks is het niet de eerste keer dat ze een WK Ironman als profatlete meemaakt – vorig jaar ging ze van start in Nice, maar haalde ze de finish niet – maar wel de eerste keer op Kona. “En ik moet zeggen dat het erg bijzonder is: het eiland zelf, de tropische hitte, het parcours. Ik kijk mijn ogen uit. Mijn voorbereiding op deze wedstrijd was anders dan normaal. Niet omdat er een magische sfeer om deze wedstrijd heen hangt, wel omdat de omstandigheden van deze wedstrijden daar om vragen.”
Diederiks doelt daarmee uiteraard op de warmte, de hoge luchtvochtigheid en de wind die vaak een grote rol speelt tijdens het WK Ironman op Kona. “Dit soort omstandigheden vraagt om een andere aanpak en daar ben ik op een serieuze manier mee omgegaan. Gelukkig kreeg ik genoeg hulp van ervaringsdeskundigen. Thuis heb ik specifieke hittetraining gedaan en met een core sensor (die de kerntemperatuur van het lichaam meet, red.) getraind. En we hebben ons verdiept in het parcours en de andere omstandigheden.”
‘Dankbaar dat ik hier mag zijn’
Een specifieke doelstelling hangt Diederiks niet aan de wedstrijd, behalve dan dat ze wil finishen op een ‘voor mij zo goed mogelijke manier’. “Ik heb niet in de hand hoe anderen het doen. Het WK in Nice, waar ik vorig jaar niet finishte, heeft mij ‘eager’ gemaakt om een mooie race neer te zetten en deze keer wel over de finishlijn te komen. Daarom heb ik me ook zo goed mogelijk voorbereid en heb ik er extra veel zin in. Ik ben dankbaar dat ik me weer geplaatst heb, dat ik hier mag zijn en een nieuwe kans krijg.”
‘Blij met deze aanpak, werpt vruchten in tweede seizoenshelft af’
Waar Marlene de Boer – één van de andere Nederlandse deelneemsters in Kona – gisteren aangaf dat ze na seizoen 2024 redelijk opgebrand was en maanden nodig had om terug in vorm te komen, geldt dat blijkbaar ook voor Diederiks. “Ik heb er dit jaar voor gekozen om langzamer op te bouwen richting wedstrijdvorm. Ik ben het seizoen in gegroeid, zowel fysiek als mentaal. Dit was echt nodig na vorig jaar, waarin ik mezelf een beetje kwijt geraakt ben. Ik ben blij met deze aanpak, want vooral in de tweede seizoenshelft heeft het z’n vruchten afgeworpen. Ik zit in een goede flow en Kona is een kers op de taart.
‘Pacman-effect’
Als we het dan toch al even over de andere Nederlandse deelneemsters hebben – naast De Boer en Diederiks komt ook Lotte Wilms bij de profatletes in actie – geeft Diederiks aan niet bezig te zijn met een eventuele onderlinge strijd tussen deze vrouwen. “Ik vind het super dat we met meerdere Nederlandse dames zijn. Dat is mooi voor de triathlonsport en ik gun iedereen het beste. Qua wedstrijdtactiek focus ik vooral op mezelf: op die manier kan ik mijn hoofd koel houden. Ik moet altijd van achteruit racen (waarmee Diederiks doelt op een zwemonderdeel waarbij ze eigenlijk altijd flink tijd verliest, red.) en daar stel ik me op in: het pacman-effect. Het lijkt erop dat deze wedstrijd, meer dan bij andere races, de verschillen vooral op de fiets en lopend worden gemaakt. De kunst is om jezelf niet op te blazen in de hitte, dus ik focus me op zelfmanagement.”
Diede Diederiks één dag voor WK Ironman Kona: ‘Wedstrijdspanning komt pas op de dag zelf’