Hannes Cool (29) begint zondag zijn wedstrijdseizoen in de Ironman 70.3 Zuid-Afrika. Met gemengde gevoelens blikt hij op zijn eerste jaar als PRO-atleet terug. “Het is niet gemakkelijk om werk en sport te combineren. Toch hoop ik me dit jaar voor Hawaï te kwalificeren.”
Eind 2013 besloot Hannes Cool zijn triatloncarrière een nieuwe wending te geven. Hij tekende niet alleen een contract bij Club Shifting Gears, maar vroeg ook een proflicentie in het Ironmancircuit aan. Zijn eerste seizoen als PRO-atleet bestempelt de West-Vlaming als een overgangsjaar. “Een tegenvaller was het zeker niet, hoewel ik duidelijk ondervonden heb dat je in het Ironmancircuit moet groeien. Tijdens mijn vuurdoop in Texas miste ik vooral ervaring en had ik nog niet de punch in de benen om met de besten te concurreren.”
De Ironman 70.3 van Aix-en-Provence was dan weer een schot in de roos voor Cool, die net na ploegmaat Kenneth Vandendriessche als zevende over de meet kwam. “Daar had ik echt een heel goede dag. Enkele weken later liep ik in Pescara evenwel weer achter de feiten aan. Na een inhaalrace sleepte ik daar uiteindelijk een elfde plaats uit de brand. Meteen daarna trok ik voor het eerst twee weken op hoogtestage om me op het Europees kampioenschap in Frankfurt voor te bereiden.”
Wat op een onschuldige trainingsvalpartij leek, bleek in Frankfurt verstrekkende gevolgen te hebben. “Tijdens de afsluitende marathon kreeg ik plots met krampen aan mijn hamstrings af te rekenen. Met iets meer dan tien kilometer voor de boeg liep ik in achtste positie. Jammer genoeg moest ik toen regelmatig op wandelen overschakelen en eindigde als 15de. Ik hield daarom een dubbel gevoel aan het EK over. Enerzijds had ik mijn eindtijd met een kwartier verbeterd, anderzijds knaagde het binnenin dat ik niet het maximum eruit gehaald had.”
Na de Ironman van Frankfurt begon Cool met een blessure aan zijn linkerheup te sukkelen. “Toch wilde ik onder het motto ‘je weet maar nooit’ per se aan het Belgisch kampioenschap deelnemen. Tevergeefs. Mentaal was ik niet klaar en zowel tijdens het fietsen als lopen staken de krampen weer de kop op. Na het BK in Eupen heb ik een tijdje moeten revalideren, waardoor ik noodgedwongen een aantal mooie Belgische wedstrijden van mijn planning moest schrappen.”
Op die manier viel de rest van 2014 in het water. “Eenmaal de blessure genezen was, kon ik midden september terug opbouwen met als doel in het najaar nog één wedstrijd te betwisten. De halve triatlon van Bahrein bleek het hoogst haalbare en ik zette daar een knappe prestatie neer, hoewel ik liever in de top 10 geëindigd was. Nu ja, 17de in zo’n sterk bezette wedstrijd is geen schande. Ik wist in elk geval dat ik terug op het goede spoor zat en die lijn moest doortrekken. Daarom heb ik samen met mijn entourage beslist om met het oog op Hawaï vroeg in 2015 punten te verzamelen.
Zondag staat Cool met vier andere Belgen, waaronder Bart Aernouts, aan de start van de Ironman 70.3 in Zuid-Afrika. De aanloop naar de wedstrijd is er wel één met hindernissen. De West-Vlaming wachtte gisteren namelijk nog altijd op zijn fietskoffer. Niettemin verwacht hij veel van zijn seizoensbegin. “Na Bahrein ben ik in het Belgische winterweer blijven doortrainen. Jammer genoeg kon ik door werkverplichtingen niet op stage vertrekken. Ik hoop op een top 10-plaats en – mocht alles meezitten – zelfs bij de snelste vijf te eindigen.”
Sinds vorig jaar werkt Cool met een diëtist samen. “Bahrein was de start van de samenwerking en sindsdien ben ik op de goede weg. In de toekomst moeten mijn darmproblemen volledig van de baan zijn.” Zuid-Afrika wordt sowieso een ontdekkingstocht voor de leraar lichamelijke opvoeding. “Ik ben er nog nooit geweest, dus ik ben wel wat nerveus. De omloop is behoorlijk lastig. Normaal gezien ligt het klimwerk me wel.”
Cool blijft van een leven als professioneel triatleet dromen. “Ik zou mij graag volledig op mijn sport willen toespitsen, maar dat is momenteel niet haalbaar. Mijn financiële status blijft het belangrijkste. Daarom combineer ik triatlon met mijn werk als leraar. Soms is het lastig beide activiteiten op elkaar af te stemmen, maar ik zeg altijd: ‘de volhouder wint’.”
Bij Club Shifting Gears snuffelt hij alvast voorzichtig aan het profbestaan. “Sedert mijn overstap naar het team heb ik enorm veel bijgeleerd. Ik kon van stages, testen en buitenlandse wedstrijden meegenieten. De ploeg heeft ambitieuze toekomstplannen, ook al zijn er nog een aantal werkpunten. Het is niet simpel zomaar een semiprofessioneel team uit de grond te stampen.” Bovendien werkte Cool even met Luc Van Lierde samen. “Dat was een enorme boost voor mij. Ik voelde me stelselmatig sterker worden, maar spijtig genoeg werd de samenwerking vroegtijdig stopgezet. Dat was slikken. In juni had ik echter opnieuw een trainer. Op dat moment lanceerde Bart Becquart het project Pulso: het was zowel voor de club als voor mij persoonlijk een nieuw begin. We hebben elkaar gevonden en ik merk dat ik vooruitgang boek.”
“Ik heb in de winter voornamelijk op het zwemonderdeel getraind. Daardoor moet mijn achterstand op de topzwemmers stelselmatig verkleinen”, vertelt Cool. “Ook in de twee andere disciplines is er nog progressiemarge. Het fietsen is normaal gezien mijn sterkste onderdeel, maar ik voelde vorig jaar dat ik tegenover de toppers een tikkeltje tekort kwam.“ Dat trainingslabeur staat in dienst van één groot doel: de Ironman van Hawaï. “Ik hoop me in 2015 al te kwalificeren.”