Aan strijd en spanning geen gebrek – zeker bij de mannen – en uiteindelijk zijn het Harry Palmer en Kat Matthews geworden die zojuist Ironman 70.3 Swansea wonnen. Onder mooie omstandigheden besliste Palmer de wedstrijd tijdens de run, terwijl Matthews al eerder onnavolgbaar bleek.
Bij de mannen stond een mooi veld aan de start en al meteen na het zwemmen kwam een behoorlijke groep atleten bij elkaar. Jannik Schaufler – die later zou uitstappen – noteerde met 22:40 minuut de snelste zwemtijd voordat er op de fiets uiteindelijk een kopgroep van zes toppers ontstond: naast Schaufler ook Andrew Horsfall-Turner, Joshua Lewis, Ollie Turner, Samuel Dickinson en Kieran Lindars. Harry Palmer fietste na iets minder dan twintig kilometer als zesde en had een achterstand van driekwart minuut, maar zag zich wel omringd door een aantal atleten van wereldklasse, waaronder Kristian Hogenhaug.
Het duurde niet zo lang voor deze tweede groep aansluiting vond bij de eerste groep en zo een kopgroep met negen mannen ontstond: naast Palmer en Hogenhaug sloot bijvoorbeeld ook de Franse Leon Chevalier aan en daarmee zaten de grote namen allemaal bij elkaar. Op de fiets veranderde er niet zo heel veel meer en daarmee beloofde de halve marathon een spannende ontknoping te worden.
Tijdens de run waren het Dickinson en Palmer die het initiatief namen, al bleef Chevalier op zo’n twintig seconden volgen en liepen ook Lindars, Kurt McDonald en Hogenhaug nog prima in de buurt. Pas halverwege wist Palmer zich te ontdoen van Dickinson en begonnen ook de andere mannen iets meer tijd op hem te verliezen.
Palmer won de race uiteindelijk in 3:51:18. Chevalier rukte op naar de tweede plaats en finishte in 3:52:07. Lindars legde beslag op het brons in 3:52:29.
Bij de vrouwen een heel ander wedstrijdbeeld; daar was het Kat Matthews die na het zwemmen meteen in de achtervolging moest. De Britse Hannah Munday noteerde met 24:43 de snelste zwemtijd en werd direct gevolgd door Daisy Davies, Hanne de Vet, Jasmine Holmes, Molly Savill, Lizzie Rayner en Hannah Knighton, voordat Matthews als zevende op 2:14 minuut achterstand volgde.
Verrassend was het eigenlijk niet dat Matthews op de fiets meteen tijd en posities begon goed te maken en al vrij vlot had ze de aansluiting met de overigens al uit elkaar gevallen kopgroep gevonden. Een paar kilometer later, al voor het 45 kilometer-punt, ging Matthews zelfs solo aan de leiding en vanaf dat moment zou ze ook niemand meer terug zien.
Toch werd het gat voor Matthews nooit echt heel groot; in T2 had ze 2:18 minuut voorsprong op Rebecca Anderbury en 2:38 minuut op Anne Reischmann. Lang bleef dit verschil ook redelijk gelijk, tot de laatste loopkilometers, waar Matthews toch nog wat extra marge wist te pakken.
Matthews won de wedstrijd in 4:20:37. Anderbury werd tweede in 4:23:54 en in de slotfase ging Daniela Kleiser voorbij aan Reischmann, waarmee Kleiser dus derde werd in 4:24:33.