Helaas worden we af en toe opgeschrikt door een fatale hartaanval onder triatleten. Meestal gaat het mis tijdens het zwemmen en in het ergste geval overlijdt een atleet. Gelukkig zijn deze gevallen zeldzaam, maar als je naar alle sporten kijkt, overlijden er in Nederland jaarlijks zo’n 150 tot 200 mensen tijdens of kort na het sporten. Dat zijn zo’n drie tot vier sporters per week. Hoe verlaag je de risico’s?

In vrijwel alle gevallen zou het gaan om sporters die een onderliggende hartziekte hebben, waar zij niets vanaf weten. Mannen blijken een groter risico te lopen dan vrouwen. Toch blijken externe factoren vaak de grootste problemen te veroorzaken, zo verklaart sportarts Aernout Snoek tegenover RTL Nieuws. “Dan gaat het vaak om roken, weinig bewegen, een hoge bloeddruk of suikerziekte.” Dit soort problematiek maakt het voor het hart lastiger om hard te pompen en dus kan sporten in die gevallen tot ernstige of zelfs dodelijke schade lijden.

Het is sportcardioloog Nicole Panhuyze-Goedkoop, die is verbonden aan Amsterdam UMC en Sport Medisch Centrum Papendal, die tegenover RTL Nieuws pleit voor betere screening. “Uit een groot Italiaans onderzoek bleek dat het aantal plotse hartdoden onder jonge sporters tot 36 jaar daalde met 89 procent, door sporters systematisch te keuren.”

Onder die screening zouden dan een vragenlijst, lichamelijk onderzoek en hartfilmpje moeten vallen. Ook benadrukt Panhuyze-Goedkoop dat je als sporter zelf kunt nagaan of je in een risicogroep zit door online-vragenlijsten in te vullen of naar een sportarts te gaan. “Natuurlijk blijf je altijd zelf verantwoordelijk.”

Je leest het volledige artikel van RTL Nieuws hier.

Een ‘vragenlijst om je risico op plotselinge hartdood’ te bepalen vind je hier.