De discussie over dopinggebruik binnen de triathlonwereld lijkt de laatste tijd steeds vaker, maar zeker ook feller gevoerd te worden. Soms tot ongenoegen van de pro’s, die zich daarmee logischerwijs en terecht wel eens voelen aangevallen. Niet als het aan Jan Frodeno, Lionel Sanders en Sebastian Kienle ligt, want zij hebben onlangs het schema en daarmee ook de uitslagen van hun dopingtests openbaar gemaakt.

Het balletje begon te rollen toen de Duitse Uli Fluhme, iemand die zich al jaren inzet voor een brandschone sportwereld, op Twitter opperde dat Jan Frodeno er alles aan moest doen om preventief aan te tonen dat hij geen doping gebruikt. Dit zou nodig zijn omdat Frodeno vanzelfsprekend ‘verdacht’ is: niet omdat hij de indruk wekt doping te gebruiken, maar wel omdat zijn resultaten zó bijzonder goed zijn, dat de verdenking automatisch zou kunnen ontstaan bij mensen. Volgens Fluhme moet Frodeno dat koste wat kost voorkomen.

Vanzelfsprekend schoot dit bij Frodeno in het verkeerde keelgat, die vervolgens direct zijn dopingtests openbaar maakte via social media. Sebastian Kienle volgde direct. Daaruit bleek dat Kienle in 2019 maar liefst zestien keer is getest op het gebruik van verboden middelen en Frodeno dertien keer. Sanders werd in 2019 vijf keer gecontroleerd. Hieronder de testen van deze drie atleten.

Dopingtests Frodeno.
Dopingtests Kienle.
Dopingtests Sanders.