De Norseman staat te boek als één van de meest extreme triatlons ter wereld. Zwemmen gebeurt in het ijskoude water van de Hardangerfjord, daarna volgt 180 km fietsen in de bergen, gevolgd door een marathon waarvan de eerste 25 km vlak zijn en de rest via de Gaustatoppen stijgt tot 1880 meter hoogte. Dit jaar trok een aantal Belgen naar de Norseman. En Jan Wambeke bracht volgend verslag mee van een onvergetelijke ervaring.
“De inschrijving van de Norseman was al enkele dagen na mijn deelname in Hawaii 2013. Ik was nog niet bekomen van de wedstrijd, de terugreis en het feestje achteraf, maar ik wou zeker ooit eens deelnemen aan de race in Noorwegen. Ik keek nog eens naar één van de vele filmpjes en besloot om me in te schrijven. Een goeie week later kreeg ik een email dat ik geselecteerd was. 1900 inschrijvingen voor 261 starters dit jaar. De 9 maanden voorbereiding konden beginnen.
Over naar 2 augustus 2014…
Na een korte nacht liep de wekker af om 01u45. De wedstrijd begon om 5u dus moesten er wat koolhydraten opgenomen worden. Na een boterham of 16 konden we naar Eidfjord vertrekken. De fiets moest nog klaargezet worden en de ferry vertrok om 4u. Ik was redelijk rustig voor de wedstrijd. Het was dan ook al mijn 8ste volledige triatlon en was goed voorbereid om een lange dag af te zien. Op de ferry zag ik voor het eerst al de Belgen samen en konden we nog rustig een babbeltje slaan.
Ik besloot om met de eerste atleten van de ferry te springen om zo nog wat te kunnen inzwemmen. De eerste minuten was het wat koud maar met aangepaste badmuts en sokken viel dat goed mee. Zwemmen was hallucinant mooi tussen de bergen. Na 1u01 kwam ik als 20ste uit het het water om dan te beginnen aan het loodzware fietsparcours. De eerste 30 km had ik nog geen superbenen, had dan ook al een goede 20 km geklommen.
Ik had op voorhand enkele bevoorradingsposten aangeduid op de kaart en bij de eerste bevoorrading stond mijn crew er nog niet, geen paniek, ik kon nog wel efkes verder. En plots geen drank meer en geen crew te bespeuren. Mijn crew moest nog 4 kindjes oppikken en enkele valiezen. Had wat file gehad onderweg. Gelukkig zag ik de crew van een andere belg (Jan Van Gorp) soms passeren en na een klein gebaar hadden ze al snel door dat ik zonder drank zat. Ik kreeg van hen dan ook een flesje water waarvoor dank.
Tussen KM 50/60 kwam ik dan mijn eigen crew tegen en kon me zo weer bevoorraden met sportdrank en gels. Het fietsen ging steeds beter. Het parcours was nu golvend en met tegenwind, zoals ik het graag heb. Na Geilo (90km) volgden er nog 4 hellingen, in totaal nog eens 18 km klimmen. De laatste 30 km was in dalende lijn maar daar waren plots de regen en mist, en iedereen werd verplicht zijn geel vestje aan te doen. Dit werd vanuit de organisatie gemeld aan mijn crew. Gelukkig had ik samen met Brecht het parcours eens met de auto verkend. Afdalen in de regen met zijwind en haarspeldbochten was niet zo evident maar probeerde zonder al te veel risico’s een stevig tempo te fietsen. Iets te stevig precies… Ik kwam als 12de binnen met de fiets en mijn crew was ook juist aangekomen.
In de wissel verloor ik een plaatsje en ik begon als 13de te lopen. Hier ging ik iets meer doseren dan in het fietsen. De eerste 20km liep ik tussen de 12 en 13 km/uur en dan zakte het tempo wat, misschien ook omdat het al lichtjes bergop was en de beentjes vermoeid raakten. Na 25 km begonnen we aan Zombie Hill. De persoon voor mij begon bijna onmiddellijk te wandelen en ik besloot hetzelfde te doen. Dit deel van het parcours had ik niet verkend. Het was voor mij moeilijk in te schatten: 10 km met stukken van 10%, moet je dat nu lopen of wandelen? Ik besloot geen risico te nemen en wandelde grote stukken, afgewisseld met een loopje. Die Noren kunnen toch wel rapper wandelen bergop. De laaste 3 km besloot ik toch om te lopen!!!! Na 37km was er een checkpoint om te zien of je nog fit genoeg was om de laatste 5 km af te werken. Daar stond mijn crew klaar met mijn rugzak met warme kleren, drinken, eten, gsm en hoofdlamp.
Verder had ik ook nog een begeleider nodig voor de laatste 5 km en mijn schoonbroer zag dit wel zitten. We besloten goed door te stappen. En na 500 meter begonnen ze achter ons kleine stukjes te lopen. Mijn schoonbroer begon ook wat te versnellen. Ik kon hem bijna niet meer volgen. Maar na 2 km klimmen en klauteren, werd mijn begeleider onwel. Hij had iets te veel kleren aan, was ook al op van 01u45 en was mij al 14 uur aan het bevoorraden en begeleiden in de auto. Na een korte stop konden we toch weer verder. Hij zette door en na een uur klauteren kwam de finish in zicht of toch niet, er hingen namelijk enorm veel mistwolken en het was er maar 5° met veel wind.
Maar ik voelde er niet veel van. Ik was supercontent met het behalen van de top in een tijd van 12u34’22 en dat was goed voor de 22ste plaats. Dit is een wedstrijd om niet snel te vergeten en de dag nadien was ik al zeker dat ik nog zou terugkomen. Maar dit was niet mogelijk geweest zonder mijn support team. Voor hen was het ook wat zoeken, met 4 kindjes de ganse dag in de auto, bevoorradingen, supporteren… Vanessa, Marieke, Luka, Mauro, Maya, Isolde en Brecht: Bedankt voor alles! Mijn support team heeft dat super gedaan.”
Bij de mannen bleef Allan Hovda als enige onder 11 u. Hij zette naar Norseman normen een scherpe eindtijd neer van 10u52’07. Jan Wambeke werd 22ste in 12u34’22 en Jan Van Gorp 29ste in 12u53’09. Line Foss was de enige dame die onder de 13 u bleef. Zij won in 12u56’27.
Op het “witte” parcours, met een alternatieve beklimming in het lopen, pakte Harriet Hestad de winst. De tweede plaats ging naar “Ons Els”. De Kempische Els Loodts had er 15u01’39 voor nodig.