Rachel Klamer heeft zichzelf meer dan verbaasd met haar prachtige vierde plaats die ze afgelopen nacht behaalde tijdens de Olympische Spelen in Tokyo. Die geweldige prestatie kwam haar geheel terecht op veel lof te staan en die lof had ze – getuige de interviews die ze na afloop aan landelijke media gaf – niet verwacht. “Ik presteerde de afgelopen anderhalf jaar zo slecht, dat ik wel twijfels had”, sprak ze bijvoorbeeld tegenover het AD. “Hoe mooi ik de sport ook vind, ik doe niet graag mee in het achterveld en wil meedoen voor de medailles.”
Tegenover het NRC erkent Klamer dat de afgelopen periode met ups en downs kwam en dat er weken waren waarbij ze twijfelde of ze überhaupt nog door moest gaan met de sport. “Want er zijn belangrijkere dingen in het leven.” Ze geeft ook daar toe dat ze de afgelopen maanden – in aanloop naar de Spelen – ondermaats presteerde. “Omdat je niet vrij bent in je doen en denken”, zegt ze daarover.
Eén ding is zeker: afgelopen nacht voelde Klamer zich – die vlak voor de start ook nog ziek werd en last had van buikpijn – zich frank en vrij. Ze zwom meteen sterk voor haar doen en miste op een haar de kopgroep op de fiets. Vanaf dat moment leek ze even in een geslagen positie te zitten – samen met Maya Kingma overigens – maar tijdens de run leek alle last van haar af te vallen. Als een sneltrein denderde ze over het parcours en raapte ze de ene na de andere tegenstandster op. Uiteindelijk werd ze dus vierde, de allerbeste Nederlandse triathlonprestatie ooit op de Olympische Spelen. Een prachtig voorbeeld van ‘pieken op het juiste moment’.