Maar liefst 19 kilometer gezwommen, 900 kilometer gefietst en 211 kilometer gelopen: de afgelopen vijf dagen volbracht Maarten van der Weijden, in voorbereiding op zijn Elfstedentriathlon (2023, red.), iedere dag een Long Distance. Zwaarste moment: het einde van dag twee. “Ik weet inmiddels dat ik soms moeite heb met het donker. En de wetenschap dat je vermoeidheid voelt, maar tegelijkertijd weet dat je nog niet halverwege bent.”
We spreken Maarten van der Weijden op ‘de zesde dag’ en daarmee dus de eerste dag dat hij rust heeft en even niet hoeft. “Het gaat prima met me. Eigenlijk viel het me mee. Als je vijf keer een Long Distance volbrengt, is het de truc dat je niet al na één keer helemaal gesloopt bent. Dat je in een ritme komt, dat je langer kunt volhouden. Dat is goed gelukt. Het voordeel dat ik heb, is dat ik de ultrasport redelijk ken. Ik heb veel lange tochten gewandeld, ik heb veel lange afstanden gefietst en met het zwemmen heb ik ook al de nodige extreme uitdagingen volbracht.”
‘Je verzint verhalen om te stoppen’
Toch weet Van der Weijden dat er, juist tijdens extreme uitdagingen, ook voor hem momenten zijn dat er een stemmetje in zijn hoofd begint te spreken. “Je hoofd en lichaam verzinnen dan steeds verhalen waarom het beter zou zijn om te stoppen. Na een tijdje ga je die verhalen geloven. Na twee dagen was ik er helemaal over uit dat ik het prima bij twee triathlons kon houden; voor mijn trainingsopbouw en periodisering zou het veel beter zijn om te stoppen.”
‘Ze zeiden dat het flauwekul was en ik prima door kon’
Toch ging Van der Weijden dus door, nog drie dagen om precies te zijn, en dat heeft hij onder andere te danken aan de mensen om hem heen. “Eerst probeer ik het zelf in mijn hoofd te regelen, maar op bepaalde punten lukt dat niet meer. Dan is het heel fijn dat ik mensen om me heen heb, die als ‘psychologische sparringpartners’ kunnen dienen. Dat zijn hele eerlijke mensen, die me vertellen als het inderdaad beter is om te stoppen”, doelt hij bijvoorbeeld op de poging die hij in juli deed om in een week minimaal 3502 kilometer te fietsen, maar toen hij op de tweede dag stopte. “Maar nu zeiden ze juist dat het flauwekul was en dat ik prima door kon gaan.”
‘Dat gevoel moet je leren herkennen’
Dat bleek dan ook, want uiteindelijk finishte Van der Weijden zijn trainingstocht dus en een dag later heeft hij vrijwel geen spierpijn. “Tijdens ultrasport, leer je ontzettend veel over jezelf. Je leert welke gedachtes er ontstaan en wáárom die ontstaan. Toen ik tijdens mijn eerste poging om de Elfstedentocht te zwemmen – in 2018 – na 24 uur merkte dat het niet meer lukte, kwam dat niet voort uit het feit dat ik echt niet meer kon, maar meer uit de wetenschap dat ik nog niet op de helft was. Als je dat gevoel gaat herkennen en leert dat je dan best door kunt gaan, heb je daar enorm veel aan. Deze trainingstocht van vijf Long Distances was daar een mooie oefening voor.”
‘Daar zie ik meeste tegenop: die oncomfortabele vermoeidheid’
Toch zal de Elfstedentriathlon een meer dan zware uitdaging voor Van der Weijden gaan worden, vooral ook omdat hij daar ‘álles’ wil geven. “Alleen dan rechtvaardigt dat mijn hulpvraag, waarbij ik mensen vraag om geld in te zamelen voor onderzoek naar kanker. Mijn poging moet echt ‘alles, alles, alles’ zijn, want als dat het niet is; waarom zouden mensen dan geld doneren? Dat betekent dat ik tijdens de Elfstedentriathlon een balans moet gaan zoeken waarbij ik enerzijds álles geef, maar waarbij ik anderzijds wel in staat ben om de finish te halen. In de ultrasport betekent dat vaak dat je gaat inleveren op het aantal uren slaap dat je hebt. Daar zie ik ook het meeste tegenop: die oncomfortabele vermoeidheid.’
‘Zwem, fiets en wandel met me mee’
Tijdens zijn succesvolle poging de Elfstedentocht te zwemmen, haalde Van der Weijden ruim dertien miljoen euro op voor onderzoek naar kanker: een duizelingwekkend bedrag. Toen werd er niet ‘alleen’ gedoneerd, maar stond ook ‘heel Friesland’ langs het parcours en zwommen er veel mensen gedeeltes mee. “Het mooie aan de Elfstedentriathlon die ik nu ga doen, is dat er nog veel meer mensen mee kunnen doen. Er zijn tenslotte veel meer fietsers en lopers, dan zwemmers. Via mijn website – klik hier – kun je niet alleen doneren, maar je ook aanmelden om mee te zwemmen, fietsen of lopen. Uiteindelijk heb ik één doel met de Elfstedentriathlon en dat is zoveel mogelijk geld inzamelen. Daarom ga ik de 200 kilometer wandelen en niet hardlopen. Zo kunnen er veel meer mensen – stukken – meelopen.” Voor de mogelijkheden om mee te doen, zie deze screen:
Tekst gaat verder onder afbeelding
‘Kritische reacties zijn gebaseerd op veelal onjuiste aannames’
De afgelopen vijf dagen waren voor Van der Weijden dus een succes en een fijne opsteker richting die Elfstedentriathlon, die van 18 tot en met 24 juni 2023 wordt gehouden. Toch waren er op socials verschillende negatieve reacties van – voornamelijk – triatleten die vinden dat Van der Weijden een slecht voorbeeld is om dit soort extreme uitdagingen aan te gaan en daarnaast vinden ze het onverantwoord dat hij marathons met een ‘blessure’ wandelt en dus niet hardloopt. Hoe kijkt Van der Weijden naar dit soort kritiek? “Ik heb de gezonde eigenschap om me niet zoveel aan te trekken van wat mensen vinden en zeggen. Ik kijk mezelf recht in de spiegel aan en doe wat ik leuk vind. Daarnaast zijn de kritische reacties gebaseerd op heel veel aannames die onjuist zijn.”
‘Soms zit de kracht in dingen doen die mensen onlogisch vinden’
Als voorbeeld geeft Van der Weijden opnieuw zijn Elfstedenzwemtocht. “Je wil niet weten hoeveel mensen toen zeiden dat ik dat niet moest doen, dat het ongezond en onverstandig was. Uiteindelijk heb ik het doorgezet en is er iets massaals ontstaan, waarbij dus heel veel geld is ingezameld. Soms zit de kracht hem juist in dingen doen, waarvan mensen in eerste instantie denken dat het niet logisch is.”
Van der Weijden benadrukt daarnaast dat hij een zeer goed begeleidingsteam om zich heen heeft. “De controle is daardoor extreem goed. Het is ook bijna een standaard aanname van mensen om te denken dat ‘heel lang’ sporten niet gezond is. Maar als ik nu zie dat ik geen spierpijn heb na vijf hele triathlons, zegt dat wel wat. Namelijk dat de intensiteit – zoals altijd bij ultrasport – laag is en dat ik dat best kan hebben.”