“Ik vind best dat het Nederlands record er aan mag.” Menno Koolhaas zegt het rustig, zonder enige vorm van arrogantie of zelfbravoure. Hij zegt het vooral als liefhebber van de sport en in de wetenschap dat hij volgende week, op 9 september, misschien wel de grootste favoriet is voor de eindzege bij Challenge Almere-Amsterdam. “Ik wil bij de wereldtop horen en daar horen tijden van 7:45 gewoon bij. Als je dat soort tijden niet haalt, weet je snel waar je staat.”
Met een tijd van 7:45 zou Koolhaas het Nederlands record in ieder geval verpulveren: in 2021 scherpte Evert Scheltinga die tijd in Almere al aan tot een fantastische 7:49:33 en dus hoopt Koolhaas daar behoorlijk wat af te halen. “Ik heb die ambitie, maar in Almere is het altijd de vraag hoe de weersomstandigheden zijn. Op een gunstige dag, met snelle fietstijden, dan hoop ik na ongeveer vijf uur van de fiets te stappen. Ik heb twee keer een Long Distance gedaan en heb twee keer hard gelopen. Ik durf te zeggen dat ik dit jaar misschien nog wat harder loop, dus een finishtijd van 7:45 uur zit er in. Maar goed, ik kan het nu mooi zeggen; het moet er natuurlijk wel uitkomen.”
‘Ik voel alleen de druk die ik mezelf opleg’
Het is nogal wat; Koolhaas racet dus zijn derde Long Distance en voor de eerste keer in Nederland. Meteen wordt hij gezien als favoriet voor de race. “Maar ik voel geen druk. De enige druk die ik voel, is de druk die ik mezelf opleg. De druk van het voor de winst willen gaan. Tegelijkertijd besef ik ook dat ik nog maar moet zien hoe de combinatie van het focussen op Middle Distance én Long Distance gaat zijn”, kijkt hij terug op een jaar waarin hij inderdaad uitkomt op zowel de lange als de middellange afstand. Afgelopen weekend racete hij nog in Lahti, waar hij ondanks een tegenvallend fietsonderdeel een imponerende tiende plaats behaalde. “Maar het is nu wel de vraag hoe die combinatie gaat vallen.”
Genieten in Almere gaat Koolhaas sowieso. “Als je in Nederland racet, zie je veel meer bekenden langs het parcours. Meer vrienden en familie die komen kijken: natuurlijk geeft dat een boost. Ik kijk er heel erg naar uit om hier te racen en we gaan er een geweldig feest van maken. Ik heb mijn focus sowieso wat meer op Challenge wedstrijden gelegd en Almere mag dan niet ontbreken.”
Tekst gaat verder onder afbeelding
‘Het gaat óf fantastisch, of grandioos mis’
Koolhaas zal vol voor de winst gaan, maar houdt uiteraard rekening met de concurrentie. Hij verwacht veel van voormalig Challenge Almere-Amsterdam winnaar Matt Trautman en ook van titelverdediger Kieran Lindars, maar eigenlijk nog meer van debutant Tom Bishop. De Brit staat aan de vooravond van zijn eerste Long Distance. “Hij is écht heel goed, maar het kan natuurlijk twee kanten op gaan. Of het gaat fantastisch en alles lukt, vanuit een bepaalde onbevangenheid van een eerste race, of het gaat grandioos mis omdat hij nog belangrijke dingen moet leren. Ik verwacht dat hij in ieder geval lang van voren meedoet.”
Koolhaas zal naar verwachting als eerste of tweede atleet uit het water komen, samen met de altijd sterk zwemmende Lukas Wojt. Dan begint voor de Nederlander het lastige onderdeel. “Op de fiets moet ik mezelf niet over de kop rijden en hopen dat ik niet teveel tijd verlies. Ik heb twee ijzersterke onderdelen – het zwemmen en het lopen – en als ik ook het fietsen weet te verbeteren, zodat ik er op beslissende momenten bij kan blijven, dan zou ik echt een complete atleet zijn.”
‘Weet niet of ze in de buurt komen’
Qua Nederlandse concurrentie kijkt Koolhaas natuurlijk naar Scheltinga, die ook dit jaar weer aan de start staat. “Die kun je nooit onderschatten en de tijd die hij twee jaar geleden heeft neergezet, is echt heel sterk. Van Milan Brons hoop ik dat hij nog wat fitter wordt – want na zijn race in Menen is hij ziek geworden – en ik verwacht eigenlijk ook veel van Pim van Diemen. Zwemmend is hij misschien nog niet zo goed, maar hij fietst knetterhard en heeft er ook goede loopbenen onder zitten. Maar, als ik naar mijn eigen doelen en tijden kijk, weet ik niet of zij er bij in de buurt komen.”