Nederlanders die een parcoursrecord neerzetten van 28u44 op een triatlon… ze zijn volgens ons op één hand te tellen. Tot dit jaar Onno De Boer besloot om naar Wales te trekken en er deel te nemen aan de Double Brutal, een extreme triatlon op en rond Snowdon, in de prachtige streek van Snowdonia in Wales. Speciaal voor ons pende hij een uitgebreid wedstrijdverslag neer over zijn ervaringen in deze bijzonder zware wedstrijd. Geniet mee:
“Zaterdag 19 september was het dan eindelijk zover. In het begin van het jaar had ik mezelf voorgenomen om mij niet neer te leggen bij de uitloting van Norseman, Celtman èn Swissman. Ik had een nieuwe uitdaging gekozen en die heette Double Brutal. Georganiseerd door Brutal Events in Llanberis, Wales wordt al een aantal jaar rondom en over de flanken van Snowdon een triathlonwedstrijd gehouden. Het zwemmen is in het frisse maar heldere Lake Padarn, het fietsen rond de berg met elke ronde naast veel andere hoogtemeters de Penn-y-pass en het lopen gaat over een technisch looprondje om het meer en een beklimming van de Snowdon zelf. De Snowdon is met 1085 meter de hoogste berg van Wales. De double was enkel de aanvulling dat de wedstrijdafstand gelijk was aan de afstand van 2 hele triathlons.
Na het volbrengen van de Vasaloppet (90 km klassiek langlaufen) in maart, de 15e plek in de 60 km skyrunning wedstrijd in Italië in mei en de 2e plek in de Forrestman (Ironman distance race) in juni zat het met de mentale voorbereiding wel goed. Vanaf begin augustus was er daarom een enorme focus geweest op de specifieke fysieke voorbereiding. In trainingsweken waarin maximaal 24 uur training werd gecombineerd met 40 uur werken, werd hard gewerkt aan de lange inspanningen verwerken. Na trainingen van 1,5 uur continue open water zwemmen werd uren gefietst. Na 7 uur fietsen op zowel vlak als heuvelachtig terrein werd nog 2 tot 3 uur lopen vastgeplakt. En fietstrainingen boven de 200 km werden afgewerkt met als doel om het voedingsplan te optimaliseren.
In de week vooraf hadden Karin en ik alle stukken van het parcours verkend. Door het hoge rondjes aantal kon dit ook allemaal op gelijke wijze als tijdens de wedstrijd. Vooral de trip naar de top van Snowdon was onvoorstelbaar mooi, zeker met in het achterhoofd dat de volgende keer in het holst van de nacht zou zijn. Maar ook de uitzichten rond de Penn-y-pass waren fenomenaal. Alleen zwemmen in het meer had ik vervangen voor zwemmen in de rivier bij de camping. Maar toen Karin op vrijdagmiddag voor de wedstrijd nog even het rondje ging verkennen, kwam ze terug met het goede bericht dat het water hier warmer aanvoelde door het gebrek aan stroming. Alles wees er dus op dat de voorbereiding compleet was gelukt.
We sliepen in de nachten voor en na de wedstrijd op het finishterrein in onze grote tent langs het uitgaande loopparcours. Dit zorgde ervoor dat ik niet heel vroeg hoefde op te staan en dus pas om half 6, 1,5 uur voor de wedstrijd, mijn wekker had gezet. De weersvoorspelling waren net als de gehele week al fantastisch en de nacht en ochtend waren kraakhelder met als gevolg een dichte laag mist over het ‘warme’ meer. De buitentemperatuur was ruim onder de 10 graden gezakt. Gezien de watertemperatuur van rond de 13 graden had ik besloten geen extra maatregelen te nemen dan een wetsuit en neopreen cap. Voeten en handen bleven dus bloot, wel wat vaseline erop, en onder mijn wetsuit en trisuit had ik een extra thermoshirt zonder mouwen aan. Deze was voornamelijk bedoelt om te voorkomen dat ik te veel opgewarmd water uit mijn pak zou verliezen bij de 3 landgangen die ik moest maken. Bij het instappen van het water bleek mijn keuze prima. Het koude gras waar ik vanaf stapte had mijn voeten en enkels zo koud gemaakt, dat het water warm leek. Toen ik dit hardop uitsprak tegen een deelnemer naast mij, keek hij me raar aan. Of was het gewoon omdat ik een rode badmuts droeg, het teken dat ik de dubbel deed.
Alle deelnemers aan alle afstanden starten tegelijk om 7 uur ’s ochtends bij het eerste licht. Door de bergen is de zon er dan nog niet, maar deze zou snel komen gezien de blauwe lucht. Zonder de directe zonnewarmte bleef de mist hangen en de eerste 3 ronden van 0,95 km zwemmen was het dan ook onmogelijk de volgende boei te zien. Door het ruime startveld samen met de kano’s op kop konden ik rustig het gespetter voor mij volgen. Het ontspannen tempo dat ik uitgebreid had geoefend bleek ruim voldoende te zijn om tussen de deelnemers op de kortere afstand te blijven. Hierdoor kon ik dus in de eerste 4 km nog lekker slipstreamen. Bij elke landgang een gel met wat water en weer terug erin. Ondanks het shirt was het toch nog een nare bedoeling om weer ‘nieuw’ koud water in je pak te krijgen, al was dat gevoel na 300 meter ook weer weg. In de vierde ronde kwam de zon erbij. De mist klaarde spontaan op, maar direct kwam daar het volgende probleem. Op de terugweg naar de laatste boei zwom je recht tegen de zon in. Eigenlijk kan ik zeggen dat ik die boei de gehele wedstrijd alleen maar van heel dichtbij heb gezien. Zonder grote problemen weet ik het zwemonderdeel te finishen en de uitslagen bevestigen het gevoel van het beperkte verval. De ruime 2 uur en 3 kwartier die ik in het water ben geweest had voornamelijk zijn weerslag gehad op mijn nekspieren. Daarnaast heb ik geen zin om te rennen naar de wisseltent. Daarom wandel ik rustig met Karin en mijn ouders en begin ik rustig met me te ontdoen van mijn wetsuit.
In de warme tent gaat mijn fietskleding aan. In tegenstelling tot een kortere triathlon is het allerbelangrijkste om comfortabel op de fiets te zitten. Dus alles uit en een goede fietsbroek, 2 shirts en armstukken aan. Wie had dat gedacht om in september in Wales, je zomeroutfit te kunnen gebruiken. De wissel kost me uiteindelijk 11 minuten vanaf het verlaten van het water.
Het fietsparcours voert je langs het meer naar het einde van het dal en meer. Daar draai je linksaf en klim je via een relatief stijl klim, stukken van >10%, over de voet van het Snowdon gebergte naar het dal aan de andere kant. Daar fiets je terug langs de berg over een gloeiende weg met grote stukken slecht asfalt. Aan het einde daal je nog verder af naar het laagste punt van de route in Beddgelert. Langs de rivier op de terrasjes is het de hele dag druk en zitten mensen tot laat in de middag in de zon. Vanaf dit punt draait de route naar het noorden een dal in wat eindigt aan de voet van de Penn-y-pass. De klim is 6,5 km lang en brengt je van 60 naar 360 meter hoog. In de hele ronde maar zeker op de klim haal ik al aardig wat mensen in wat mij vertrouwen geeft dat ik een goede snelheid heb ondanks het ontspannen tempo. Vanaf de jeugdherberg op de pass is er een zeer snelle afdaling naar het stuwmeer net boven Llanberis en met nog een klein stukje fietsen kom je terug in het dorp. Elke ronde moet bij de wisselzone het rondje over het busstation gemaakt worden om daar de mat te passeren die je rondes telt en direct ook je persoonlijke verzorging te kunnen ontvangen.
Iedere ronde van ongeveer 1 uur en 50 minuten eet ik 1 reepje tegen het honger gevoel en 2 gels om de intensievere inspanning van de klimmen te verwerken. Daarbij drink ik dus de nodige water en door de warmte van de zon zweet ik ook aardig, dus elke 2 ronde gaat ook een 750 ml sportdrank op. Dit werkt zoals geoefend ondanks dat ik me heb voorgenomen geen lunchpauze, zoals in de trainingen, maar alleen een avondetenpauze te houden. Alleen in de 4e van de 5 ronde voor deze avondetenstop voel ik me minder goed en krijg ik mijn eerste dipmoment. Het is mentaal heel zwaar om de bijna 2 uur durende rondjes te gebruiken om het gevoel te hebben dat je voortgang boekt. In de 4e ronde wijzig ik de plek waarop ik mijn 2e gel eet en dit heeft direct effect op mijn stemming. En met de wetenschap dat ik na ronde 5 ff mag zitten en boterhammen mag eten helpt me door deze ronde.
Even voor 7 uur ’s avonds, bijna 12 uur na de start, stap ik van de fiets voor mijn pauze. Ik neem plaats op 1 van onze standenstoelen, maar niet voordat ik het kussen eraf heb gehaald. In zo’n wedstrijd is er geen tijd om te stoppen om te plassen dus mijn zeem is doorweekt en ik wil dit niet op het kussen hebben. Mijn moeder verzorgt de catering, 4 bruine boterhammen met cocosbrood of chocopasta, heerlijk wat een traktatie. Karin ontfermt zich ondertussen over mijn fiets die wordt uitgerust met nieuw eten en drinken, maar veel belangrijker een accu voor de voorlamp en beide lampen worden ook ontstoken. Het wordt avond en dat betekent ook snel koud. In alle 5 de rondes heb ik mijn armstukken moeten afstropen op de lange klim om niet te hard te zweten, maar nu moet ik me echt gaan verkleden. Bij de laatste passage van het stuwmeer heb ik gevoelt hoe koud de lucht is zonder de zon. In de afdaling had ik gelukkig al mijn handschoenen aangedaan en tijdens de pauze komen daar beenstukken en een winterjas bij. De armstukken gaan wel uit, want anders wordt het geheel te dik en mijn vizier gaat van de helm. Binnen de voorgenomen 15 minuten stap ik weer op.
Direct na de pauze fiets ik samen met iemand op die mij aanspreekt in zijn onduidelijke Engels, hetgeen ik nooit aan zal wennen hier in Wales. Het blijkt de huidige parcourrecordhouder (29 uur 15 min) en winnaar van de afgelopen 2 edities van de Double Brutal te zijn. Hij heeft zich naar eigenzeggen mede door gebrek aan concurrentie op de eenmalige uitdaging van de Triple gestort. Hij merkt op dat ik hard fiets en al snel zijn we op het onderwerp dat ik van plan ben zijn record aan te vallen. Het enige wat hij vraagt is, “kun je rennen?”. Later snapte ik hier meer van dan op dat moment, maar ook heb ik gezien dat deze man niet kan zwemmen, maar zeker kan lopen. Het parcours was ondertussen een stuk leger, deelnemers van de halve en ook de hele waren klaar met fietsen. Het werd nu meer een eenzaam gevecht. Ook was de enige drankpost op het parcours gesloten, wij werden blijkbaar geacht voor onszelf te zorgen.
De avondsessie deelde ik op in 2 en 1 ronde. De 6e ronde was nog grotendeels licht en was dus goed te overzien, na de 7e ronde nog snel een korte pauze en 2 boterhammen om nog beter tegen het lege-maag-gevoel bestand te blijven. En ronde 8 was naar huis een zeer goed gevoel dat het me ging lukken om in 15 uur de gehele 370 km af te leggen. Vooraf had ik me over 2 zaken zorgen gemaakt, lang zwemmen in koud water en afdalen in het donker op de fiets. Het kostte me uiteindelijk maar 6 à 7 minuten per ronde, maar dat kwam vooral doordat in beide rondes mijn lamp een keer uitviel in de afdaling. Met snelheden boven de 70 km/h door een put, POEF, lamp uit. Pikkedonker voor je snuffert en overal muurtjes langs de weg. Snel onder je stuur grijpen naar het knopje en AAN. Ondertussen toch voor de zekerheid maar een beetje bijremmen, alles om een mogelijke klap te verlichten. Ook de pijn in mijn nek werd gedurende de dag elke ronde erger en mijn rug kwam daarbij. Ik had gekozen voor mijn TT-fiets wat veel tijdwinst heeft opgeleverd, maar dan moet je dus na meer dan 300 km wel af en toe ff je nek en rug stretchen.
Rond 1 uur ’s nachts kom ik aan in de wisselzone. Het is een vrij eenzame aankomst, alleen Karin staat op de stoep me op te wachten. Voor de laatste keer over de mat en van die verschrikkelijke fiets af. Op dat moment en voor de rest van het weekend had ik een hekel aan mijn fiets, ik wilde niets meer van hem weten. Karin pakt hem van mij aan en ik duik snel de warme wisseltent in. Daar liggen al mijn spullen op mij te wachten. Laagje voor laagje pel ik al mijn kleren van mij af en trek vervolgens weer een flinke stapel kleren aan. We gaan lopen en wel naar de top van Snowdon. Uit ervaring weet ik dat mijn benen wel wat kou kunnen hebben dus ¾ broek is voldoende. Daaronder mijn trailschoenen, want grip gaat belangrijk zijn, inclusief trailsokken met losse tenen, tegen stenen in je schoenen en blaren op je tenen. Bovenlichaam 2 laagjes mouwloos, nu voor warmte en straks voor de ochtend als ideaal hardloopkleding, daarover een longsleeve met daaronder nog armstukken en schone handschoenen. Petje en hoofdlamp op de kop en rugzak op de rug, knallen maar. Op de weg naar buiten begin ik direct aan de verse pannenkoeken die Karin met veel moeite (lang verhaal) heeft gemaakt. Bij de medische check is er duidelijk verwarring. De man vraagt naar mijn laatste loopronde. Met een kleine verklaring begrijpt hij dat er ondertussen weer een nieuwe afstand staat te beginnen aan de tocht naar de Snowdon en dat hij vanaf nu moet vragen naar de laatste fietsronde. Na dat we de lightsticks aan onze rugzak hebben bevestigt is alles goed en beginnen we na een wissel van 25 minuten aan de tocht naar boven.
Wandelen naar boven gaat goed, maar rennen heb ik nog geen zin in. Gewoon na genieten van het fietsen en zorgen dat ik wat eten wegkrijg zonder al te misselijk te worden. Veel stukken van de klim zijn ook bijzonder steil en voel je je dus ook niet bezwaard, maar op het vlakkere middenstuk zou ik met rennen wel harder vooruit komen. Zonder veel vertraging komen we goed boven en bij de laatste medic checkpoint geef ik mijn startnummer door en ook hier ontstaat de verwarring welke afstand ik nu voor onderweg ben. Op de weg naar boven zijn we dan ook een aantal deelnemers van de hele tegengekomen en we hebben er zelfs 1 ingehaald. We klimmen nog de laatste 10 meter door om op de echte top van Snowdon een selfie te maken. Het laatste stuk over de graad heb ik een extra jasje moeten aantrekken tegen de wind. De wolk die met een razende snelheid over waait zorgt voor een ijzige kou. Niets kan de stemming echter drukken. In mijn hoofd wil ik gewoon zo snel mogelijk weer naar beneden. Snel na de foto lopen we weer naar beneden in de hoop zo lang mogelijk geen tegenstanders tegen te komen. Over de graad begin ik eindelijk wat te rennen en het voelt eigenlijk best goed. Het steile stuk van de graad af is weer wandelen en rechts in het dal zie ik nog een fietser bezig met zijn afdaling van de Penn-y-pass. Na het steile stuk ga ik steeds meer stukken rennen. Onderweg verteld Karin wat ze allemaal heeft meegemaakt, wie er allemaal heeft meegeleefd via social-media en op het terrein en dat er een benefietwandeling is over de Snowdon deze nacht. In het laatste stuk komen we deze dan ook tegen. Ergens tussen de enorme groep mensen kom ik ook mijn eerste tegenstander tegen. Een 21-jarige jongen, James, die tot ronde 6 van het fietsen voor mij had gezeten. Ondertussen had hij 45 minuten achterstand en moest hij nog naar de top. Ik had een ruime voorsprong.
Ook het vlakkere middenstuk en het laatste stuk naar de wisselzone kon ik weer goed tempo maken door te rennen. Een extra motivatie was dat ik daar mijn rugzak mocht afdoen, mijn rug brandde ondertussen van de pijn. Rugzak weg, voeding en een klein flesje drinken in mijn zakjes en bovenste laag kleding uit, klaar voor de laatste 66 km lopen. Karin ging naar bed zodat ze fit was voor de begeleiding op de laatste kilometers en de verzorging werd overgenomen door mijn ouders. De 1e ronde was nog solo. In verwachting dat ik water bij de drankpost kon krijgen maakte ik direct een verdeling van mijn voeding in de ronde. Bij de drankpost bleek deze niet bemand en alles was weggeborgen in een busje. Na de finish bleek dit het gevolg te zijn van mijn snelheid. De organisatie had bij het maken van het roadbook niet bedacht dat iemand al zo vroeg aan de rondjes zou toekomen. Roeien met de riemen die je hebt maakte dat ik wel iets te weinig energie binnen kreeg in de gedeelte van de race. Na de lange tocht op Snowdon die ik ook gedeeltelijk vanuit mijn reserves had gedaan, was dit niet handig en de gevolgen waren dan ook merkbaar. Mijn ouders stonden aan het einde van het meer. Vanaf de wisselzone was het hierheen een voornamelijk vlakke route van 3 kilometer door een park, over de stoep en een bos langs de rand van het meer. Mijn ouders waren zeer opgewekt ondanks de korte nacht die ze hadden gemaakt. Mijn moeder rende me tegemoet om de hekjes open te doen en bij mijn vader ververste ik mijn voedsel voorraad. Vooraf had ik me voorgenomen om nog vast te eten tijdens het lopen, maar het onbeduidende gevoel in mijn buik voorkwam dat. Uiteindelijk werd het 1,5 gel en een energy block per ronde en voldoende water.
Vanaf mijn ouders ging de ronde verder door het oversteken van de brug en via de andere kant van het meer terug te lopen. Aan die zijde van het meer was er stuk meer reliëf. Vrij snel na de brug ging de weg stijl omhoog naar een groepje huizen. De klim was 1,5 kilometer en maar een paar stukjes waren vlak genoeg om te rennen en kostte dus veel tijd. Bovenaan draaide je rechts af en ging een pad net zo hard weer omlaag richting het bos, vrij snel werd het pad onverhard en uiteindelijk stak je een riviertje over. Door een klap hekje kwam je op de single track en daar moest weer geklommen worden met bovenaan een trap als bonus. Vanaf daar was het weer voornamelijk afdalen en de hoe lichter het werd hoe beter ik daar kon afdalen.
3 ronden liep ik in het donker en elke beklimming werd het lastig om mijn ogen open te houden. Er kwam zelfs een moment dat ik, heel even maar, mijn ogen moest bedekken met mijn arm en op het muurtje langs de weg leunde. Elke keer nam ik een klein slokje Guarana om me weer terug op de wereld te brengen maar ik merkte dat ik verre van wakker was. De hele nacht in het licht van een lampje turen en die verdomde schaduw aan de onderkant waardoor het net leek als of mijn ogen zich vernauwde viel me zwaar. Gelukkig was het na 3 uur lopen weer licht en ook omdat er langzaam weer leven in het supportkamp kwam bij de finish, werd ik steeds opgewekter. Elke ronde kon ik meer dan 8 km aftikken van de nog af te leggen afstand. In mijn vierde ronde wist ik ook mijn naaste belager op een ronde te zetten en gaven mijn ouders het stokje weer over aan Karin en goede vriend Mike. De rest was een formaliteit, maar niet zonder gevolgen. De enorme aandacht die mijn prestatie had getrokken begon nog verder op te leven toen duidelijk werd dat ik elke ronde kon versnellen. Zeker met Karin aan mijn zijde over de laatste 3 ronde was alles helder. Ik ging winnen en als ik niet zou vallen ook nog het parcourrecord pakken. De drankpost was ondertussen ook weer open en onder ook hun aanmoediging verslond ik de kilometers. Ronde 7 nogmaals James ingehaald, de arme jongen zat helemaal stuk. Ik bleef doorgaan, tot het einde. Met een laatste alles verwoestende afdaling (voeten, enkel en knieën hadden hun beste tijd gehad) en een stevige looppas over het schapenpad draaide ik op de finish af. Het was gelukt. Na mijn bijna 100% prestatie in IM Florida in 2013 had ik nu een echte prijs te pakken. Belangrijker nog mij gehouden aan ons belangrijkste motto: “Plan the race, race the plan”. Uit het boekje. Na de finish kreeg ik een mooi stuk Welsch slate met de tekst ‘Double Brutal First Male’, wie wil dat nou niet. De organisatie vertelde mij hoe zij mij op de voet hadden gevolgd en met alle andere mensen versteld waren van de prestatie die ik had neergezet. Normaal zou ik niet snel met mensen eens zijn, maar deze keer….
Winnaar en nieuw parcoursrecord op de Double Brutal 2015 (7,6 km zwemmen; 370 km fietsen; 83 km lopen) in 28 uur 44 minuten en 56 seconden. Dit neemt nooit iemand mij meer af.
Met dank aan:
Karin Sloove (vriendin)
Klaas en Marleen de Boer (ouders)
Mike Tate (vriend) en al zijn vrienden van CelticTri
Frank Heldoorn (trainer/coach)
Ronald de Graaf (kleding en voeding)
En natuurlijk alle mensen die mij via alle wegen hebben aangemoedigd en gemotiveerd!”