Over circa zes weken vindt het WK Ironman Nice plaats – voor vrouwen dan, want mannen die meedoen aan het WK Ironman reizen af naar Kona – en dus gaan we nu wat dieper in op het toch wel loodzware parcours van de iconische wedstrijd.
Met vier Nederlandse (elite)vrouwen op de startlijst, mag sowieso worden gesproken van een haast ongekende weelde, al lijkt het erop dat Marlene de Boer de wedstrijd aan zich voorbij laat gaan omdat ze zich focust op Challenge Almere-Amsterdam. Els Visser, Lotte Wilms en Diede Diederiks zijn er sowieso wel bij, evenals natuurlijk tientallen gekwalificeerde Nederlandse Age Groupers.
Swim – redelijk rechttoe, rechtaan
Het zwemparcours – 3.8 kilometer in de Middellandse Zee – is ondanks een paar keerpunten redelijk rechttoe, rechtaan. Deelneemsters zwemmen 875 meter in een rechte lijn weg van de kust, om vervolgens 150 meter parallel aan de kust te zwemmen alvorens in een lijn van 875 meter terug naar het strand te zwemmen. Net voor de strandopgang volgt dan weer een keerpunt van zo’n 25 meter parallel aan de kust, voordat er weer 875 meter richting open water wordt gezwommen. Ook daarna volgt een stuk van 150 meter parallel aan de kustlijn, om daarna in een rechte lijn van 900 meter terug te zwemmen richting de swim exit.
Tekst gaat verder onder afbeelding
Bike – hoogtemeters en nergens in je ritme
Het fietsparcours – één ronde van 180 kilometer – is beroemd en berucht: eigenlijk is er geen meter vlak en vooral vanaf kilometer 40 tot ongeveer kilometer 55 wordt er serieus geklommen. Na zo’n 120 kilometer ga je die hoogtemeters natuurlijk ook weer naar beneden – nog even afgewisseld met opnieuw een pittige klim – maar daarover zijn alle deelnemers van voorgaande jaren het eens: je komt nergens écht lekker in je ritme op dit parcours. Na 180 kilometer keren atleten terug in T2, maar begint de vermoeidheid ongetwijfeld al toe te slaan. In totaal worden er bijna 2500 hoogtemeters overwonnen.
Tekst gaat verder onder afbeelding
Run – mentaal spelletje
Het loopparcours is vooral mentaal zwaar: er worden vier rondes van ongeveer 5.5 kilometer heen en weer 5.5 kilometer terug afgelegd. Op twee keerpunten van 180 graden na zit er dus geen enkele bocht in het loopparcours en lopen atletes vrijwel constant langs de kustlijn. Vooral de warmte kan hier een beslissende rol gaan spelen, omdat er weinig plaats is om in de schaduw te lopen. Het loopparcours is eigenlijk volledig vlak.