Katrien en Sofie beginnen samen te lopen in de WTS van Londen (foto: ITU)
Na enkele jaren op de kwartafstand werd de elite wedstrijd op de WTS in Londen dit jaar omgevormd tot een sprintversie. Zowat de voltallige wereldtop in de Series stond aan de start van deze wedstrijd. Onder hen 3 Belgen: Katrien Verstuyft, Sofie Hooghe en Simon De Cuyper.
Ondanks het snelle zwemnummer van Richard Varga bij de heren bleven de verschillen na het zwemmen zeer beperkt. Bij de start van de fietsproef konden 14 atleten een kleine kloof slaan van ongeveer 10 seconden op het bijna voltallige peloton. Mede dankzij de inspanningen van Simon op de fiets kon het grote peloton iets voorbij halfweg de aansluiting maken met de kopgroep. In de afsluitende loopproef moest Simon zijn meerderen erkennen in Mola & co en finishte hij als 42ste. Deze razendsnelle wedstrijd werd gewonnen door Mario Mola voor Richard Murray en de verrassende Joao Pereira. De statistieken van de herenwedstrijd liegen er dan ook niet om: overall tijd onder de 50′, een zwemtijd onder de 8 minuten en zowat 20 atleten die de afsluitende 5 kilometer liepen in een tijd onder de 15 minuten.
Simon De Cuyper blikte met gemengde gevoelens terug op zijn wedstrijd. “Mijn zwemmen ging fantastisch in Londen en ook op de fiets voelde ik me goed. Misschien dat ik me daarbij een beetje geforceerd heb, want het lopen liep voor geen meter. Ik voel dat ik toch daarin toch een conditionele achterstand heb opgelopen deze winter. En ja, het ging vooraan supersnel in die sprint van 5 km, maar dat is geen excuus voor mijn mindere prestatie. De komende weken worden voor mij belangrijk. Eerst naar Chicago en dan wil ik pieken naar het EK in Kitzbuhel. Al zal het daar verre van makkelijk worden met een top deelnemersveld met de Brownlees en met Gomez en Moya”, vertelde Simon ons in Leuven waar hij de collega’s kwam aanmoedigen.
Simon De Cuyper blikte met gemengde gevoelens terug op zijn wedstrijd. “Mijn zwemmen ging fantastisch in Londen en ook op de fiets voelde ik me goed. Misschien dat ik me daarbij een beetje geforceerd heb, want het lopen liep voor geen meter. Ik voel dat ik toch daarin toch een conditionele achterstand heb opgelopen deze winter. En ja, het ging vooraan supersnel in die sprint van 5 km, maar dat is geen excuus voor mijn mindere prestatie. De komende weken worden voor mij belangrijk. Eerst naar Chicago en dan wil ik pieken naar het EK in Kitzbuhel. Al zal het daar verre van makkelijk worden met een top deelnemersveld met de Brownlees en met Gomez en Moya”, vertelde Simon ons in Leuven waar hij de collega’s kwam aanmoedigen.
Bij de dames kende de wedstrijd een iets ander verloop. Hier werd de wedstrijd al tijdens het zwemmen in een beslissende plooi gelegd. Na het zwemmen vormden zich 3 groepen met Sofie en Katrien in de 3de groep op ongeveer 1 minuut van de leiders. In de kopgroep werd het tempo voldoende hoog gehouden zodat tijdens het fietsen het verschil met de rest behouden bleeft. Enkel de tweede achtervolgende groep kon het verschil beperken tot 20″ in T2. In de afsluitende loopproef kon Gwen Jorgensen het relatief gemakkelijk afmaken voor Sarah Groff en Emma Jackson. Sofie werd eerste Belgische op een knappe 30ste plaats, Katrien werd even later 33ste. Beide dames hebben met 2 sterke looptijden nog maar eens bewezen dat ze in het lopen alvast niet moeten onderdoen voor de wereldtop.
“Het zwemmen ging goed tot aan de eerste boei”, vertelde Sofie. “Daar was het duwen en trekken en ik verloor flink wat plaatsen. In de wissel merkte ik dat ik niet op mijn waarde gezwommen had en in het fietsen wilde de rest van de groep niet echt meewerken. Bijna miste ik de wissel omdat ik de bel niet gehoord had, maar ik zag de andere meisjes hun schoenen losmaken en ben dan nog naar voor gereden om als tweede in de T2 te komen.
Bij het lopen zag ik straffe namen als Rosindale en Ueda voor me. Ik heb me mentaal vastgebeten om die dames in het zicht te blijven houden en dat leverde me mijn eerste sub-17′ loopproef op. Al was het maar 16’59, het deed toch deugd. Al weet ik ook dat ik nog beter kan dan die 30ste plaats. Nu ga ik me focussen op de EK U23 in Penza met vooral de volgende weken nog veel werk in het zwemmen”, aldus Sofie.
Katrien Verstuyft was best tevreden van het zwemonderdeel. “Maar in de wissel had ik problemen om mijn fietshelm dicht te krijgen en zo verloor ik kostbare tijd. Daarmee miste ik de aansluiting met de kopgroep. In het lopen had ik nog een goed gevoel maar 5 km is te kort voor mij om nog meer op te rukken. Ik begrijp ook niet waarom de WTS en dan net de puntenraces voor de OS in Rio zoveel sprinttriatlons bevatten, terwijl het daar enkel om de kwarttriatlon gaat”, aldus Katrien in Gazet Van Antwerpen.