Op voorhand gaf Rachel Klamer al aan niet klaar te zijn voor de WTCS Abu Dhabi – een scheur in haar hamstring maakt lopen op topniveau lastig – en dat bleek uiteindelijk ook: ze streed voor wat ze waard was, kwam nog goed mee tijdens het zwemmen en fietsen, maar met het lopen zakte ze inderdaad weg om uiteindelijk als 39e te finishen. Vooraan was een prachtige strijd te aanschouwen; die werd uiteindelijk gewonnen door de Britse Beth Potter.
Het was vanaf de start meteen duidelijk dat de vrouwen gretig waren om het seizoen succesvol af te trappen en het tempo lag direct hoog. Het zwemonderdeel werd gedicteerd door Sophie Coldwell, die na 9:27 minuut als eerste uit het water kwam. Ze werd op twee seconden gevolgd door de Braziliaanse Vittoria Lopes en op vier seconden door de Amerikaanse Summer Rappaport. Toch kreeg Coldwell meteen een tegenslag te verwerken: in T1 hoorde ze dat ze te vroeg het water was ingedoken en dus een tijdstraf van tien seconden moest uitzitten. Toen ze dat naast haar fietst deed, zag ze haar concurrenten weer passeren, maar echt veel nadeel had ze er niet van. Ondertussen kwam Klamer als 25e uit het water, 34 seconden achter Coldwell. De Nederlandse topatlete zat daarmee mooi in het middenveld.
Op de fiets ontstond meteen een kopgroep van zes, met Coldwell als één van de leidsters. Ze reed samen met de Duitse Lena Meissner, haar landgenote Beth Potter, Rappaport en de eveneens Amerikaanse Taylor Spivey en ook Lopes was erin geslaagd onderdeel uit te maken van de kopgroep. Daarachter vormden alle overige dames, ruim vijftig, een enorm peloton dat op jacht ging om de zes koploopster in te halen. Na één van vijf fietsrondes lag het peloton 25 seconden achter de kopgroep. Het leidende zestal werkte echter zo goed samen dat ze er in slaagden hun voorsprong alleen maar uit te breiden. Halverwege was hun voorsprong al opgelopen tot 35 seconden en ook in de laatste tien kilometer op de fiets bleef de voorsprong groeien. Eenmaal terug in T2 – en dus met nog maar vijf kilometer hardlopen te gaan – bedroeg de voorsprong van de zes leidsters 44 seconden en daarmee leek het al duidelijk dat deze zes vrouwen om de podiumplaatsen zouden strijden. Klamer handhaafde tijdens het fietsen prima in het peloton. Het werkte daarentegen niet in haar voordeel dat ze T2 behoorlijk achteraan de groep verliet.
Tekst gaat verder onder afbeelding
Terwijl Lopes de kopgroep al meteen moest laten gaan, bleven de overige vijf vrouwen de eerste kilometer dicht bij elkaar lopen. Toen begon Potter, op papier de sterkste loper van de vijf, het tempo genadeloos te verhogen en dat scheurde de kopgroep dan ook uit elkaar. Potter deed dat slim overigens, want precies op het punt waar een drankpost in een buitenbocht lag gesitueerd, sloeg zij de drankpost over en versnelde ze in de binnenbocht. Daarmee pakte ze een kleine voorsprong, die vanaf dat moment groter en groter werd. Toch kwam Coldwell een paar honderd meter later terug en zo begonnen de twee Britse dames tegelijkertijd aan de laatste 2.5 kilometer.
Wat volgde was een prachtige tweestrijd tussen Potter en Coldwell, waarbij laatstgenoemde constant in koppositie liep. De twee Britse atletes streden voor iedere meter en trakteerden de toeschouwers op een spannende ontknoping. Op het zwaarste gedeelte van het parcours, waar een stukje omhoog werd gelopen, bleek Potter dan toch de sterkste: hier versnelde ze opnieuw en liep ze weg bij Coldwell.
Uiteindelijk won Potter de wedstrijd dan ook in 57:57. Op 18 seconden kwam Coldwell als tweede over de finish en Spivey finishte als derde op 31 seconden. Klamer werd 39e op 2:43 minuut.