Steven Pauwels liep afgelopen weekend naar een 29ste plek in de Transvulcania Ultramarathon, één van de zwaarste Europese loopwedstrijden. Ondanks een gebrekkige voorbereiding kwam hij met overschot over de streep. Pauwels hervond er na een moeilijke periode het loopplezier.
De Transvulcania Ultramarathon staat nog maar sinds 2009 op de internationale kalender, maar is na zes edities al tot één van de sterkst bezette trailruns in Europa uitgegroeid. De 73 kilometer lange tocht met bijna negenduizend hoogtemeters is spek naar de bek van berggeiten. Op de erelijst prijken dan ook levende trailrunlegendes zoals de Spanjaard Kílian Jornet en de Zweedse Emelie Forsberg. Zij mocht dit jaar voor de tweede keer op het hoogste schavotje plaatsnemen, terwijl Luis Alberto Hernando bij de mannen oppermachtig naar de zege stormde. In één ruk verbeterde hij het parcoursrecord van Jornet. Met een tijd van 6:52:39 liet de Spanjaard de verzamelde concurrentie kansloos achter zich.
Bij die tegenstanders op het Canarische eiland La Palma was ook Steven Pauwels. De Belgian Trailking debuteerde twee jaar geleden als nobele onbekende in de ultramarathon en finishte meteen als 23ste. Sindsdien behoort hij tot het beperkte kransje toppers uit de Benelux. Door blessureleed vielen zijn grote internationale doelen vorig seizoen wat in het water. Deze winter bleef hij van kwaaltjes gespaard, maar werd zijn leven voor een stuk overhoop gegooid. Hij verhuisde, begon te werken en schreef ondertussen nog aan zijn thesis. Mentale vermoeidheid stak de kop op en frustraties stapelden zich op.
Inhaalrace
Nadat hij in de Belgische trailrun La Bouillonnante gedesillusioneerd uit de wedstrijd stapte, was het tijd om te herbronnen. Hij besloot toch naar La Palma af te zakken om de Transvulcania te lopen, maar stond met beperkte ambities aan de start. “De aanloop naar de ultramarathon was hectisch en ik was blij dat ik België even achter mij kon laten om in Spanje met mijn familie onder de zon de rust te hervinden. Waarschijnlijk door de decompressie had ik de eerste dagen last van hoofdpijn. Daarnaast heb ik me zover mogelijk van al het wedstrijdgewoel gehouden. Ik verbleef niet in het wedstrijdmiddelpunt Los Llanos en sprak dus ook niet andere atleten. Ik hield me liever wat afzijdig”, aldus de Wezemalenaar.
Pauwels begon behoedzaam aan de Transvulcania, maar schoof stelselmatig op. “Ik startte op de eerste rij, omdat de ultramarathon al na enkele meters over een singletrail gaat. Ik wilde vooral de lopers met hun stokken vermijden, want anders was ik waarschijnlijk na zes kilometer mijn twee ogen en minstens een schoen kwijt. Tegen die tijd zat ik rond de honderdvijftigste positie, kreeg ik het gevoel dat ik alles onder controle had en dat ik beter klom dan tijdens mijn eerste deelname. Op het mulle zand en de ijle lucht na was alles best vergelijkbaar met de loopband op mijn zolder. Het was heerlijk om bergbewoners voorbij te snellen. Normaal gezien haal ik mijn voordeel uit technische afdalingen, maar nu viel dat met een licht verroken kruisband behoorlijk tegen. Ik ben zelden zo gelukkig geweest dat de laatste vijf kilometer terug bergop liepen. Na een kleine negen uur kwam ik eigenlijk nog behoorlijk fris over de streep.”
Status van heilige
De Belgische kampioen trailrunning genoot van de ervaring. “Er is geen plaats ter wereld waar een evenement van deze soort zoveel volk op de been krijgt. Het aantal toeschouwers is vergelijkbaar met dat van een Memorial Van Damme. Met dat verschil dat mensen zich hier over 73 kilometer verspreiden en soms uren stappen om vervolgens de hele dag in de blakende zon op een bergkam te staan. Een atleet heeft hier de status van een heilige.”
“Ik zou zeggen dat ik in stijl de meubelen gered heb”, aldus Pauwels. “Als ik de hele context in acht neem, dan moet ik met mijn plaats in de top 30 tevreden zijn. Toch is dat lastig als je het gevoel hebt dat er meer in zat. Ik ben namelijk nog erg ver van mijn plafond verwijderd. Nooit heb ik echt de limieten opgezocht en al zeker niet toen mijn knie het liet afweten. Ik had vijfentwintig minuten sneller kunnen dalen. Het meest positieve is dat ik zelfs met een gebrekkige voorbereiding nog ver kan komen.”
Deze week zit Pauwels met zijn omkadering samen om te bekijken hoe hij de rest van het seizoen aanpakt. “Het zal je misschien verbazen, maar wat ik doe, is teamsport. De romantische loneliness of a long distance runner is niet meer van deze tijd. Er zijn drie mensen die zich met mijn trainingsschema’s bezighouden. Ik kan terugvallen op een kinesist, voedingsadviseur, sportpsycholoog en natuurlijk mijn ouders die voor de bevoorradingen zorgen en de logistiek regelen. Los daarvan zijn er nog de firma’s die mij ondersteunen.”
Het WK trailrunning zag hij door een niet-selectie alvast door zijn neus geboord. “Op zich is dat geen grote ontgoocheling, aangezien ik liever niet deelneem als ik weet dat een top 10-plaats onhaalbaar is. Zo’n WK-uitstap kost geld aan de gemeenschap, dus als toerist blijf je beter thuis. Nochtans is het parcours in Annecy op mijn lijf geschreven. Ik zou eind augustus in elk geval graag aan de Ultra-Trail du Mont-Blanc in Chamonix deelnemen, maar hoe mijn schema er concreet zal uitzien, hangt niet alleen van mij af. De kans is klein dat ik zal starten als ik niet weer volledig de oude ben”, besluit Pauwels.