Het mag dan voor de meesten van ons een hobby zijn, zin om te trainen heb je niet altijd. Zeker niet op deze donkere en koude dagen waarop de bank een grote verleiding is. Als je dan ook nog eens wat vermoeid bent, is de kans groot dat je een looptraining overslaat waar je achteraf spijt van hebt. Maar er is een oplossing! Ga gewoon twaalf minuten.
De twaalf minuten regel van Stans van der Poel beweert dat je pas kunt zeggen dat je te moe bent om hard te lopen nadat je het twaalf minuten hebt gedaan. Vanzelfsprekend kun je dit ook op fietsen of zwemmen betrekken.
Een kleinschalig onderzoek onder studenten in Maastricht heeft dit uitgewezen. Eén groep studenten moest vooraf een inschatting maken van hoe hun looptraining zou gaan; goed of slecht. Of hun inschattingen klopten werd gepeild door te kijken naar het tempo dat ze liepen in een bepaalde hartslagzone. De tweede groep voorspelde pas na twaalf minuten lopen of de training wel of niet goed zou gaan.
Groep één
De voorspellingen van groep één bleken totaal niet te kloppen. Waar studenten die zich vooraf goed voelden een slechte training beleefden, begonnen vermoeide studenten met katers – die weinig goeds van hun training verwachtten – zich na twaalf minuten steeds beter te voelen.
Groep twee
De tweede groep voorspelde hun training veel beter. Na twaalf minuten konden ze goed aangeven of ze de rest van de training goed konden lopen of dat ze echt te vermoeid waren.
Je voelt hem al aankomen…
Twaalf minuten lopen, ookal heb je geen zin of denk je dat je niet fit bent, helpt om een realistische inschatting te maken van je ‘shape’ die dag. Eigenlijk heel logisch. Je weet pas hoe fit je bent zodra je er op uit gaat om het te proberen. Vanaf de bank is het natuurlijk makkelijk om jezelf in te dekken met smoesjes. En als je dan na twaalf minuten nog steeds moe bent, dan is het misschien ook maar beter om de training lekker over te slaan.