Over het verloop van de 70.3 Ironman van Panama en het feit dat Lance Armstrong er tweede werd, moeten we het hier niet al te uitgebreid meer over hebben. Zijn tweede plaats was wereldnieuws en u heeft het vast in de verschillende nationale en internationale media opgepikt. Terzelfdertijd waren er ook een aantal landgenoten aan het werk in Panama. De Uplacers Bert Jammaer, Sofie Goos en Tine Deckers trapten er hun seizoen af. Vooral die laatste deed dat in stijl. Met een vijfde plaats bevestigde ze de progressie die ze op training geboekt heeft:
“Heet dat het was!” Voor Tine Deckers was de overgang van een Belgische -10 naar de ruim 35 graden van Panama City niet vanzelfsprekend: “Vooral in het begin van de halve marathon had ik echt last van die vochtige hitte. Maar uiteindelijk viel het resultaat nog goed mee. Ik ben in het lopen maar één plaatsje verloren. Ook over de rest van de wedstrijd ben ik tevreden. Ik heb echt goed gezwommen. Fijn dat mijn betere trainingsresultaten er ook uit kwamen in de wedstrijd. In het fietsen ben ik goed naar voor gereden. Zeker na mijn mindere fietsprestatie in Zuid-Afrika, voelde ik me sterk op de fiets. Ik heb de indruk dat alles op zijn plaats begint te vallen voor de Ironman van Melbourne in maart.”
Sofie Goos had last van zware benen tijdens het fietsen, probeerde haar rug te sparen en hield uiteindelijk een 13de plaats vast in het lopen. “Ik had dit jaar toch eindelijk eens met een goeie wedstrijd willen beginnen. Het zwemmen voelde nog ok aan, maar op de fiets had ik echt zware benen. Ik voel ook dat ik mijn rug toch een beetje probeer te sparen. In de halve marathon heb ik gelopen om mijn plaats te behouden. Zelfs op een superdag was de rest te ver voor om nog in te kunnen halen. In ieder geval heb ik mijn wedstrijdvorm nog niet te pakken. Ik ga samen met mijn trainer mijn kalender toch eens bekijken om te zien of de Ironman Melbourne niet te vroeg komt.”
Voor Bert Jammaer werd de Ironman 70.3 een typische eerste wedstrijd van het seizoen, met een mooie tiende plaats als resultaat: “Ik ben niet ontevreden, maar er had wel meer in gezeten. Mijn zwemmen was uitstekend. Ik kwam mee vooraan uit het water. Het fietsen ging best goed, tot ik tegen 60 kilometer per uur over een oneffenheid op een brug reed; door de schok sprong mijn drinkbus uit de bidonhouder. Ik denk dat ik door te weinig te drinken – er waren immers heel weinig bevoorradingspunten – een paar minuten verloren heb. Ik voelde naar het einde van het fietsgedeelte het licht uitgaan. Jammer, maar los daarvan merk ik wel dat ik nog niet 100% ben. Daarom heb ik zo’n eerste wedstrijd waarin je goed moet doorwerken wel graag. Nu weet ik waaraan ik de komende weken moet werken.”