In de nasleep van het tragische overlijden van voetballer Gregory Mertens laait de discussie over zin- en onzin van sportmedische screenings weer op. Ook binnen triatlon en duatlon zijn er de laatste jaren een aantal opmerkelijke gevallen geweest, denken we maar aan Yvon Verkoyen in De Haan vorig jaar of eerder de beloftevolle atleten Jente Samson en Arnout Volckaert die na het vaststellen van een hartconditie de topsport vaarwel moesten zeggen. Of een sportmedische screening in staat is om levens te redden, is nog maar de vraag, maar je gaat er allerminst dood van… Wij namen de proef op de som en trokken naar Peter Janssens van Peaklevel om aan den lijve te ondervinden wat zo’n sportmedische screening precies inhoudt.
Om alvast een eerste tegenargument uit de weg te gaan: het is allesbehalve geldklopperij. Een volledige medische screening bij een sportarts kost je meestal tussen de 50 en 70 euro. Bij het nemen van een triatlonlicentie is een medisch attest verplicht. Als atleet moet je zo’n attest elke vier jaar, na elke Olympiade, kunnen voorleggen. Je kan het attest ook gewoon bij de huisarts bekomen, zoals veel atleten in de praktijk doen. Vaak komt het er dan op neer dat de huisarts een paar vragen stelt en vervolgens het medisch attest van de atleet invult. Einde verhaal.
Wij pleiten, zeker voor beginnende atleten die al dan niet het nemen van een wedstrijdlicentie overwegen, om meteen voor een volledige sportmedische screening te gaan. Om te zien of jij ook in aanmerking komt voor een screening kan je terecht op www.sportkeuring.be van de SKA (vereniging van sport- en keuringsartsen). Op basis van je profiel krijg je te zien of een keuring gewenst is. Vervolgens krijg je een vragenlijst die je invult en die tenslotte verstuurd wordt naar de sportarts van keuze. Aan het einde van het proces kan je namelijk één van de sport- en keuringsartsen kiezen voor je eigen regio of naar andere voorkeur. Die krijgt jouw ingevulde vragenlijst alvast toegestuurd en zal op basis daarvan ook een aantal gerichte vragen stellen bij het begin van de screening.
Bij ons valt op dat we de raad krijgen om elke twee jaar een screening te ondergaan. Nochtans schrijft de federatie dus vier jaar voor. We kaarten het onderwerp met Peter Janssens aan. “Het is inderdaad een heikel discussiepunt. Als lid van de medische commissie van de VTDL bracht ik het onderwerp al aan, maar voorlopig is het nog niet aan de orde omdat we na de volgende Olympiade in Rio in 2016-2017 dus een nieuwe screening vereisen van aangesloten leden. Met een regelmatige screening kan het alsnog gebeuren dat er hartproblemen optreden bij een atleet, maar het stelt ons wel al in staat om sneller vast te kunnen stellen of iemand tot de risico-groep behoort. Als sportarts verwijs je de atleet dan naar een cardioloog voor verder onderzoek.”
Uit de vragenlijst blijkt dat vooral erfelijke factoren én opvallende lichamelijke gedragingen bij training en wedstrijden onderzocht worden. Die bepalen of een atleet binnen de risico-groep voor mogelijke hartafwijkingen behoort. Bij ons is dat gelukkig niet het geval. Tijdens de screening stelt Peter nog een aantal aanvullende vragen, onder andere over hoeveel uur en hoe intensief we sporten. En dan is het tijd voor het onderzoek zelf.
Dat begint met de vaste elementen: lengte, gewicht, vetgehalte en BMI wordt berekend. Wij zijn alvast blij dat met de werkelijk gemeten waardes onze BMI van de vragenlijst verandert van licht obese naar overgewicht. Nog altijd niet helemaal naar voldoening, maar dat staat al een stuk beter. Ook onze bloeddruk wordt gemeten.
Vervolgens haalt Peter zijn scheerapparaatje boven om wat overtollig borsthaar weg te werken om de sensoren voor het EKG aan te kunnen brengen. Het elektrocardiagram vertoont gelukkig geen afwijkingen dus bijkomend cardiovasculair onderzoek is bij ons niet nodig. Daarna is het tijd voor de longen. We hebben twee pogingen nodig om onze longfunctie te laten meten en hoewel we al meer dan tien jaar geleden gestopt zijn met roken, is het nog altijd confronterend hoe Peter op de grafiek precies kan aantonen wat de schade is die jarenlang roken aan onze longen berokkend heeft.
Het is tijd om aan de slag te gaan. We mogen uit de stoel en voor Peter onze lenigheid (of net het gebrek eraan), flexibiliteit en stabiliteit bewijzen. Er is nog wat werk aan de lenigheid in de hamstrings, maar onze core stability is beter dan verwacht. Tijdens de screening hadden we nog last van een zwemmers-schouder, duidelijk uitgelegd en toegelicht door Peter. Onder andere dankzij zijn goede raad (geen peddels meer voorlopig) en de goede zorgen van kinesist Tim van Hemel zijn we voorlopig verlost van de ingeknelde pees. Ook andere mogelijke belastingen van gewrichten en spieren wordt uitvoerig besproken.
We zijn nog geen uur verder en de screening zit er op. We zijn goedgekeurd voor actieve dienst en kaarten nog even na met Peter Janssen. Die geeft nog wat goede raad mee. Vooral de in Vlaanderen nog veel te weinig bekende website www.gezondsporten.be is een eye-opener. Deze website van de Vlaamse overheid bevat een schat aan informatie en zou bij elke atleet in zijn lijstje van favorieten moeten staan.
Het onderzoek kostte uiteindelijk weinig moeite en niet te veel tijd. Wij betaalden met plezier 50 euro voor de geruststelling dat we onze favoriete sport volop (gezond) kunnen beoefenen. Bij deze kunnen we elke atleet aanraden om op zijn minst bij het begin van je sportieve carrière een gelijkaardige screening te ondergaan. In Italië is een sportmedische keuring jaarlijks verplicht waardoor er ondertussen onder sporters veel minder doden vallen door plotseling hartfalen dan vroeger…