Dat ze talent voor sport heeft, behoeft geen uitleg: de 27-jarige Suzanne Brummel begon op zesjarige leeftijd al met zwemmen, werd in het seizoen 2014/2015 Nederlands Kampioen in het open water en stond bij de Nationale Kampioenschappen in het zwembad ook meerdere malen op het podium. Nu bereidt ze zich – onder andere ondersteund door Canyon – voor op een nieuwe stap in haar sportleven: triathlon. “De uitdaging – zowel fysiek als mentaal – spreekt mij misschien nog wel het meeste aan. Triathlon is meer dan zwemmen, fietsen en lopen. Het is écht een mentaal spelletje.”
Dat Brummel zo vroeg al in aanraking kwam met sport, had overigens een medische reden. “Toen ik zes was, begon ik op doktersadvies te zwemmen. Ik ben geboren met longproblemen en was een ‘piepende’ baby en peuter. Ook toen ik wat ouder werd, had ik veel ademhalingsproblematiek en longklachten: vandaar dat mijn longen getraind moesten worden. Mijn ouders kregen het advies om mij, zodra ik oud genoeg zou zijn, zoveel mogelijk te laten zwemmen. Dat is de reden geweest waarom ik al op zeer jonge leeftijd mijn zwemdiploma’s behaalde en op de zwemclub ging.”
‘Beter worden en willen winnen’
Wat begon met af en toe een uurtje trainen, veranderde voor Brummel naar eigen zeggen al snel in een obsessie om beter te worden en te willen winnen. Nationale titels had ze logischerwijs nog niet voor ogen, maar ze besefte al snel dat ze naar een andere zwemclub wilde om meer te trainen en uit te komen in een hogere competitie. “Dat heeft me heel wat overtuigingspogingen gekost: het was duurder en verder weg van ons huis, dus meer moeite voor mijn ouders. Maar, het lukte: vanaf de brugklas ging ik zes keer per week trainen.”
Tekst gaat verder onder afbeelding
‘Kan me die dagen tot in detail herinneren’
Als Brummel terugkijkt op die periode, ziet ze zichzelf niet als talent. Toch begon ze volledig voor het zwemmen te leven, meer en meer te trainen en zich te richten op eerst regionale titels, later het kwalificeren voor het NK en daarna het behalen van een podium op diezelfde NK’s. “Als ik terugdenk aan de mooiste sportmomenten uit mijn zwemverleden, dan denk ik niet eens per se aan mijn Nederlandse titel in het open water. Meer denk ik aan de keer dat ik voor de eerste keer een limiet zwom voor de Nederlandse Jeugd Kampioenschappen: dat wilde ik al zolang zó graag. Of de eerste keer dat ik – in 2010 – op het podium stond tijdens het NK”, blikt ze terug op haar bronzen medaille die ze op zestienjarige leeftijd behaalde. “Een dag later behaalde ik op de dubbele afstand het zilver en kon mijn weekend echt niet meer stuk. Het is inmiddels elf jaar geleden, maar ik kan me die dagen nog tot in detail herinneren.”
‘Nog een onderdeel erbij voelde als drie stappen te ver’
De jaren verstreken, de zwemsport – in ieder geval op topniveau – raakte ondertussen iets meer op de achtergrond en tegelijkertijd voelde de overstap naar de triathlonsport bijna als een soort vanzelfsprekendheid. “Ik wist altijd al wel dat ik dat eens zou gaan doen, zonder daar een datum aan te hangen overigens. Toen ik in 2019 begon met hardlopen, lag mijn focus daar volledig op. Maar, omdat ik steeds vaker en meer begon te lopen, ben ik ook het zwemmen langzaam weer gaan oppakken, voornamelijk als herstel en blessurepreventie. Al snel kwamen de eerste vragen over of ik dan ook zou gaan fietsen. Dat wilde ik beslist nog niet: ik liep pas net en had het gevoel dat ik daarin nog zoveel kon leren. En moest leren. Nog een nieuw onderdeel erbij voelde echt als drie stappen te ver. Maar, na een 2020 zonder wedstrijden en zonder echte uitdaging, begon het toch wel te kriebelen.”
Samenwerking Canyon: ‘Deze Aeroad rijdt fan-tas-tisch’
Die ambitie leverde Brummel uiteindelijk een samenwerking met Canyon op. Ondanks dat ze nog weinig ervaring heeft op de fiets, wordt ze onder andere ondersteund met een Canyon Aeroad. “Heel eerlijk, ik had best veel moeite om te starten met fietsen. Mijn Canyon rijdt echt ‘fan-tas-tisch’ en ik voel me zelfs een beetje schuldig dat ik er nog niet eens echt goed op kan fietsen.”
Brummel legt uit dat ze vroeger eigenlijk nooit hoefde te fietsen – school en studie lagen op loopafstand en het zwembad was juist zo ver dat er altijd een auto of bus aan te pas kwam – en dus ook niet zoveel met fietsen had. “Laat staan op een racefiets. Ik heb me enorm vergist in alles dat daar nog bij komt kijken. Het hielp natuurlijk ook niet mee dat ik wilde beginnen in december: het was koud, regende veel, waaide vaak hard en dus durfde ik niet vaak naar buiten om te oefenen. En als ik dat wel deed, was ik na een half uur weer binnen, omdat ik het zo koud had. In december en januari heb ik bij elkaar nog geen tweehonderd kilometer gefietst. Daar baal ik ontzettend van, maar het is ook onderdeel van het proces.”
Tekst gaat verder onder afbeelding
‘Fiets newbie’
Dat Brummel naar eigen zeggen een ‘fiets newbie’ is, blijkt wel uit de dingen waar ze tegenaan loopt. Net als alle andere fietsers die voor het eerst een rit maken, had ze bijvoorbeeld moeite met het in- en uitklikken van haar schoenen. Juist daarom is haar dank richting Canyon extra groot. “Het feit dat ze in mij geloven en ondanks mijn nul fietskilometers en nul ervaring toch vertrouwen geven dat ik het waard ben op hun nieuwste Aeroad te mogen fietsen, maakt Canyon een onwijs waardevolle partner. Ze hebben er alles aan gedaan om mij te kunnen laten starten op een fiets die echt bij mij past. Ik ben erg klein – 1.58 meter met in verhouding korte benen – waardoor het met de maat bijvoorbeeld even puzzelen was. Uiteindelijk is er een 3XS Canyon Aeroad geregeld, waar ik ze nog elke dag enorm dankbaar voor ben.”
‘Zonder mijn zwembasis had ik dit nooit gekund’
Of Brummel inmiddels al een Canyon Speedmax overweegt? “Die fiets is natuurlijk perfect voor triatleten en voor de toekomst is dat zeker een droom, maar nu zou ik het nog niet aandurven.” Eén voordeel heeft Brummel in ieder geval wel en dat is dat ze haar zwemconditie meeneemt op de fiets. “Mijn conditie is sowieso goed en daarnaast trainde ik als zwemster ook mijn core goed: iets dat tijdens het lopen en fietsen goed van pas komt. Mijn lichaam is al best wat gewend qua inspanning, dus wat dat betreft hoef ik gelukkig niet op nul te beginnen.” Het blijkt wel uit haar eerste loopje in 2019. “Mijn eerste vijf kilometer kan ik me niet herinneren: ik begon meteen met acht kilometer.” Onlangs volbracht Brummel ook al een mooie trainingsdag met drie onderdelen: 5 kilometer zwemmen, 60 kilometer op de Tacx en 16 kilometer hardlopen. “Zonder de basis die ik van het zwemmen heb, had ik dat nooit gekund.”
‘Triathlonsport is erg arbeidsintensief’
Voor nu geniet Brummel vooral van alles wat er op haar pad komt. Wedstrijden heeft ze nog niet gepland – mede ook vanwege het feit dat dat iets lastiger is geworden sinds we te maken hebben met corona-maatregelen – en al te ver vooruit kijken doet ze niet. “Maar, er moeten veel uren gemaakt worden om beter te worden. De triathlonsport is erg arbeidsintensief en het draait om veel details. Daarnaast voelt de triathlonwereld vooral als een grote familie waarin iedereen elkaar alles gunt. Ik heb het idee dat triatleten elkaar heel erg helpen en ondersteunen als dat nodig is.”
Tekst gaat verder onder afbeelding
‘Als kind had ik een spelletjesverbod, nu ga ik beter met ‘verlies’ om’
Mogen we Brummel meteen voorin verwachten tijdens haar eerste wedstrijden, die ongetwijfeld gaan komen? Van die druk blijft ze zelf in ieder geval graag weg, ook omdat ze beseft dat het niet realistisch is om te hoge doelen te stellen. Iets dat nog best lastig kan zijn, met haar winnaarsmentaliteit. “Om je een idee te geven: als kleuter had ik al een spelletjesverbod omdat ik alles van tafel veegde wanneer ik niet won. Dan ging ik stampvoetend de trap op en mocht ik pas weer beneden komen als ik ‘normaal’ kon doen. Ook was ik regelmatig huilend in de zwemkleedkamer te vinden als ik vond dat ik mijn records niet goed genoeg had verbeterd. Natuurlijk ben ik nu ouder en kan ik beter met ‘verlies’ omgaan, maar ik vind dat nog steeds erg lastig. Ik moet mezelf voorlopig niet willen vergelijken met triatleten die al jaren lopen en fietsen: dat vind ik soms lastig, maar moet ik wel accepteren. Anders kom ik nooit op dat niveau.”