Je hebt net het zwemonderdeel afgerond, loopt richting T1, en plots begint de grond te bewegen. Voor sommige triatleten is duizeligheid na het zwemmen slechts een korte irritatie, voor anderen kan het de hele race verpesten. Hoewel het vaak onschuldig is, kan die duizeligheid verrassend veel verschillende oorzaken hebben.

Duizeligheid na het zwemmen treft wellicht meer atleten dan je misschien denkt. Of je nu af en toe licht in het hoofd bent zodra je het water uitkomt, of regelmatig last hebt van hardnekkige duizelingen: begrijpen waarom dit gebeurt is de eerste stap richting voorkomen.

Het ligt niet alleen aan het zwemmen – maar aan hoe je lichaam reageert

Zwemmen is nu eenmaal anders dan fietsen of lopen: je ligt horizontaal, vaak in koud water, soms strak ingepakt in een wetsuit, en tussendoor even een bidon pakken is geen optie. Die combinatie van factoren vormt niet alleen een belasting voor je spieren, maar ook voor je evenwichtsorgaan, je bloeddruk en zelfs je zenuwstelsel.

Dit zijn de belangrijkste oorzaken van duizeligheid na het zwemmen:

  • Voeding en hydratatie: Een overgeslagen ontbijt, wedstrijdzenuwen of meer zweten dan je denkt in warm water kunnen leiden tot lage bloedsuiker of uitdroging. Zodra je opstaat, kan dat meteen voor een licht gevoel in het hoofd zorgen.

  • Koud water: Zelfs relatief milde temperaturen kunnen je lichaam in de war brengen. Koud water in de gehoorgang kan verkeerde signalen naar je hersenen sturen, terwijl je bloedvaten steeds vernauwen en weer verwijden. Resultaat: duizeligheid.

  • Te strak wetsuit: Een wetsuit dat té strak zit, beperkt niet alleen je schouderbeweging, maar kan ook druk uitoefenen op bloedvaten en zenuwen in de nek. Gecombineerd met oppervlakkig ademen of paniek kan dat zorgen voor draaierigheid.

  • Stress en paniek: De start van een triathlon is hectisch. Golven, slecht zicht en een stoot adrenaline vormen samen een ideale cocktail voor hyperventilatie en stresshormonen, die je evenwicht aantasten.

  • Snelle positieverandering: Van horizontaal in het water naar verticaal uit het water lopen vraagt veel van je lichaam. Het bloed zakt naar je benen, en als je systeem zich niet snel genoeg aanpast, volgt duizeligheid.

  • Problemen in binnenoor of nek: Minder vaak voorkomend, maar wel belangrijk om uit te sluiten: aandoeningen zoals BPPD (goedaardige positieduizeligheid), een zwakke evenwichtsfunctie, of nekgerelateerde duizeligheid. Ook specifieke rotatiebewegingen van het hoofd – bijvoorbeeld tijdens het ademhalen –  kunnen klachten uitlokken.

Wat kun je eraan doen?

Gelukkig zijn er verschillende manieren om de kans op duizeligheid flink te verkleinen:

  • Zorg voor goede voeding en hydratatie voorafgaand aan training en wedstrijd – ook als je maag gespannen is.

  • Voeg wat extra beenslagen toe aan het einde van je zwemonderdeel, om zo je benen te activeren en de doorbloeding te stimuleren.

  • Gebruik oordopjes als koud water vaak je evenwicht verstoort.

  • Let op de pasvorm van je wetsuit: strak genoeg, maar niet beperkend.

  • Oefen ontspanningstechnieken tegen zenuwen op racedag. Rustig ademhalen, visualisatie of een ‘veiligheidslag’ kunnen paniek verminderen.

En misschien wel het belangrijkste: wacht niet tot de wedstrijddag om dit uit te proberen. Test deze strategieën in je trainingen, zodat je weet wat voor jou werkt.