Terwijl veel van de atleten die Yvonne van Vlerken begeleidt als coach veel successen behalen – Van Vlerken heeft een volwaardige dagtaak aan het coachen sinds ze afscheid nam als profatlete – ging het afgelopen weekend niet zoals gewenst tijdens haar eigen Rotterdam Marathon. Na ongeveer dertig kilometer stapte ze uit en inmiddels heeft ze de balans opgemaakt.
Zo gek is het overigens niet dat Van Vlerken niet helemaal haar dag had, want naast de vele uren die ze in haar coaching steekt, had ze ook persoonlijk een zwaar jaar. “De laatste maanden zijn op verschillende manieren uitdagend geweest en ik was niet in volledige controle over mijn leven, door de dementie van mijn vader en zware depressies van mijn moeder. Beide ziektes zijn horror en als je ze combineert, is dat een ramp. Er voor hen zijn en alle andere dingen waar ik mee bezig ben, bleken te veel te zijn. Nooit te oud om te leren.”
Tijdens de marathon had Van Vlerken als doel sub 2:45 en niemand minder dan haar man Per van Vlerken werd ingezet als haas. “Mijn ogen op zijn kont, dat is wat ik deed tijdens het lopen. Maar toen het echt zwaar werd, kon ik niet meer. Ik was leeg, zowel fysiek als mentaal. Tot 25 kilometer lag ik prima op schema, vanaf kilometer dertig begon ik echt te ‘struggelen’ en toen ik over een man – die ineens voor mij stopte – heen viel, bleek dat te veel.”