In de trainingsopbouw voor een marathon zijn we eraan gewend het aantal kilometers dat we per week afleggen geleidelijk aan steeds verder uit te breiden. Maar zorgt deze grotere omvang ook dat we beter herstellen van een race en dat de kans op blessures verkleint? En vanaf hoeveel kilometers bereid je je lichaam dan precies goed voor? Een studie, die gedeeld werd in de International Journal of Physical Therapy, laat zien dat een bepaalde basisomvang zeker belangrijk is en deelt daarbij ook concrete cijfers.
662 marathon finishers werden na de race door middel van een online enquête gevraagd naar eventuele blessures. 68 lopers gaven aan dat zij een dusdanige blessure hadden opgelopen dat hun trainingsomvang of intensiteit er onder kwam te lijden voor een periode van tenminste veertien dagen. Behalve hun blessureleed, moesten de lopers ook doorgeven of zij in aanloop naar de marathon maximaal 30 kilometer aflegden, tussen de 30 en 60 of meer dan 60 kilometer.
Uit deze gegevens kwam naar voren dat de groep lopers die minder dan 30 kilometer per week volbracht in training, een grotere kans had op blessures. Er bleek nagenoeg geen verschil in blessuregevoeligheid tussen de groep 30-60 en >60.