Wat een mooie dag voor Jonathan Wayaffe moest worden – hij kwam als 22e uit het water en was al aan een opmars op de fiets begonnen – eindigde in een zeer vervelende situatie: uitgerekend door een motor van de wedstrijdorganisatie van Challenge Gran Canaria werd hij aangereden tijdens de race, waarbij hij hard ten val kwam en zichzelf lelijk bezeerde. Op het eerste gezicht hield hij geen breuken aan de crash over. “Mijn helm heeft mijn hoofd én mijn leven gered”, vertelt de atleet aangeslagen.
Wayaffe kwam in een afdaling en dus op hoge snelheid (60 kilometer per uur) in botsing met de motard, die ineens voor hem optrok en de rijbaan opstuurde. Wayaffe kwam op het asfalt terecht en schoof nog een heel stuk door. Een diepe wond aan zijn hand moest meteen gehecht worden. “Ik kon de motor onmogelijk ontwijken en ben er vol tegenaan geknald. Ik ben hard gevallen en ben ook hard door geschoven. Als bij wonder heb ik – lijkt het – geen breuken. Misschien zit er in mijn hand wel een breukje, maar dat weet ik momenteel nog niet. Ik weet wel dat ik veel pijn heb en heel wat schaafwonden. Mijn hand moest onmiddellijk gehecht worden. Het was een grote en diepe laceratie tot op de pezen.”