Het had zomaar een geweldige dag kunnen worden voor Els Visser, maar de Nederlandse topatlete had het afgelopen zondag niet tijdens het WK Ironman in Nice. Uiteindelijk stapte ze al voor de helft van het looponderdeel uit en daar is ze kapot van. “Mijn eerste DNF op een Long Distance en dat doet pijn, vooral omdat het tijdens het WK gebeurt.”

Visser keek na het zwemonderdeel al tegen een haast onoverbrugbare achterstand van tien minuten aan, zag haar achterstand op de fiets oplopen tot een klein half uur en ook tijdens de eerste loopkilometers werd het gat naar voren snel groter. Ze blijkt – zo vertelt ze nu – ook geen ideale aanloop naar de race te hebben gehad. “Ik heb de afgelopen weken een aantal uitdagingen gehad, mentaal was ik niet helemaal in balans en ik ontwikkelde wat pijn in mijn rechteronderbeen. Een scan toonde een botblessure. We hebben een tijdje niet meer gelopen in de hoop dat ik de wedstrijd door zou kunnen komen, maar dat lukte helaas niet. Na anderhalve loopronde (circa 15 kilometer, red.) werd de pijn te intens, waardoor ik niet meer kon rennen of zelfs wandelen. Uitstappen was de enige juiste beslissing.”

Hoe zuur ook, opvallend is de verklaring van Visser ook enigszins. In aanloop naar de wedstrijd liet ze tegenover 3athlon.nl tenslotte weten klaar te zijn voor de wedstrijd en sprak ze zelfs van ‘misschien wel de beste vorm die ik ooit heb gehad‘.

Toch gaat nu de knop weer om. “Ik ben er kapot van en heel verdrietig, maar ik weet dat er ergere dingen in het leven zijn en ik tot nu toe een geweldig seizoen had. We gaan gewoon door.”