Morgen komt ze aan in het Nieuw-Zeelandse Wanaka en dit weekend (vrijdagavond Nederlandse tijd, red.) geldt ze als misschien wel de grootste favoriet bij de gelijknamige wedstrijd binnen de Challenge Family-reeks. Nadat ze vorig jaar onverhoopt verkeerd fietste en daardoor tweede werd, wil Visser nu maar één ding bij Challenge Wanaka: winnen.
Je merkt en voelt aan alles dat dat de ambitie is van Visser, al spreekt ze dat niet eens rechtstreeks uit. “Resultaten heb je niet altijd helemaal in de hand. Het hangt af van het startveld en de omstandigheden. Vorig jaar wist ik dat ik had moeten winnen en dit jaar kan ik niks meer en niks minder dan álles geven. Dat is het mooie: we staan straks allemaal aan de start, zijn gelijk aan elkaar en hebben dezelfde kansen. Uiteindelijk hoop ik vooral vier, vierenhalf uur het beste van mezelf te laten zien. Dan komt het resultaat, dat ik verdien, vanzelf. Ik ga voor het maximale resultaat.”
‘Eén van de vetste races’
Challenge Wanaka is – in ieder geval als we veel atleten mogen geloven – één van de mooiste races ter wereld, al is het alleen al vanwege de haast adembenemende omgeving. Ook Visser beaamt dat. “Het is niet normaal, zo mooi als Wanaka is. Als je ooit de kans krijgt om hier te racen, zou je dat eigenlijk moeten doen. Wat mij betreft is dit echt een bucketlist-race.” Maar alleen genieten is er niet bij, want er zal hard geracet worden en vooral het loopparcours staat bekend als enorm zwaar. “Ik heb nog nooit zoveel spierpijn gehad na een wedstrijd”, blikt Visser terug op vorig jaar. “Challenge Wanaka lijkt wat dat betreft op een Xterra: je loopt eerst vijf kilometer omhoog, daarna vijf kilometer omlaag en dat dan twee keer achter elkaar. En alles op een soort offroad mountainbike pad. Als je je instelt op dat gegeven, dat het lopen dus ook zeker niet het snelste parcours heeft, krijg je daar één van de vetste races voor terug.”
Tekst gaat verder onder afbeelding
Ondertussen is de ster van Visser snel rijzende en is ze de afgelopen jaren uitgegroeid tot een atlete die eigenlijk overal wat ze racet, tot de favorieten wordt gerekend. “Dat vind ik wel iets heel moois hebben. Vooral dat ik van mezelf weet – en ook voel – dat ik één van de favorieten ben. Dat is uiteindelijk waar ik het voor doe. Ik race niet om onderin het veld te strijden: ik doe deze sport om één van de beste atleten te zijn. Ik werk daar superhard voor.”
‘Belangrijkste is om in mezelf te blijven geloven’
Een paar jaar terug kende nog bijna niemand Visser, in ieder geval niet binnen de triathlonwereld, maar sindsdien is er veel gebeurd. Heeft Visser zelf altijd geloofd in de mogelijkheid dat ze in de positie zou komen waarin ze wordt gerekend tot een topatleet van wereldklasse? “Ik denk dat ik iemand ben die altijd realistisch heeft kunnen inschatten waar ik sta. En ja, ik heb altijd geloofd dat ik naar dit niveau zou kunnen toegroeien. Ik weet welke potentie ik heb en wat er mogelijk is. En ik weet ook dat er nog meer in zit dan dat er nu al is uitgekomen. Ik geloof dat ik nog steeds kan groeien op de middellange afstand. Het belangrijkste is dat ik consistent blijf trainen, hard werken en in mezelf blijf geloven.”
Dit jaar kiest Visser dan ook zorgvuldig haar wedstrijden, zoals ze dat eigenlijk altijd doet. Daarbij is de keuze tegenwoordig enorm voor topatleten, met onder andere de PTO T100-Series, de Ironman Pro Series en de Challenge Family World Bonus wedstrijden. Visser zal zich voornamelijk op die laatste richten. “Ik ga niet per se voor een PTO wildcard. Mochten ze me uitnodigen, zal ik dat overwegen, maar ik heb nu nog niet het juiste niveau om daar een topklassering te halen. Als je bij de PTO niet top vijf finisht, verdien je eigenlijk niet eens zoveel prijzengeld, terwijl je wel kosten maakt voor de vluchten en verblijf. Daarnaast zal ik daar weinig exposure krijgen, dus waarom zou ik die PTO-races dan doen?”
Tekst gaat verder onder afbeelding
En ondanks dat Visser dit jaar zeker Ironmans gaat doen – te beginnen begin maart in Nieuw-Zeeland – zal haar focus ook niet op de IM-series liggen. “Ik kijk vooral naar hoe ik mezelf het beste kan verbeteren en wat het beste voor mijn lichaam is. De impact van het reizen is groot en bij veel Ironmans zal de race redelijk oneerlijk zijn. Vaak komt er een grote groep sterke zwemmers tegelijkertijd uit het water en ontstaat er op het fiets een trein waarin gestayerd en samengewerkt wordt. Voor mij, als mindere zwemmer, is het dan eigenlijk niet meer te doen om het gat te dichten. En dus is er weinig kans om daar goed te presteren.”
Eerst Azië, daarna Europa
De eerste helft van het seizoen van Visser krijgt al behoorlijk vorm: dit weekend wordt dus afgetrapt met Challenge Wanaka, daarna volgt Ironman Nieuw-Zeeland en ook de 70.3 op de Filipijnen staat op het programma. Daarna hoopt Visser Challenge Korea nog mee te pakken, alvorens ze na een periode in Azië terugkeert naar Europa om de tweede helft meer op ons eigen continent te racen. Wedstrijden als Nieuwkoop, Challenge Almere-Amsterdam en het WK Ironman in Nice (waar Visser zich nog wel voor moet kwalificeren, red.) worden genoemd. “Maar voor de tweede helft van het seizoen moet ik het definitieve besluit nog nemen.”