De vierde plaats die Els Visser zojuist pakte bij Challenge Walchsee is een hele mooie, maar tegelijkertijd zal de Nederlandse topatlete ongetwijfeld gemengde gevoelens aan de wedstrijd overhouden; ze kwam op behoorlijke achterstand van de snelste vrouwen over de finish en dat zal Visser waarschijnlijk niet prettig vinden. De wedstrijd werd gewonnen door Imogen Simmonds, terwijl Visser eigenlijk de hele dag op behoorlijke achterstand racete.
Dat begon al tijdens het zwemmen, want Visser kwam met minuten achterstand uit het water. De wedstrijd werd op dat moment aangevoerd door de Britse Lucy Buckingham, die ook op de fiets haar koppositie niet uit handen zou geven. Ondanks de regen, de zware beklimmingen en de technische afdalingen, hield ze haar hoofd koel en wist Buckingham een mooie voorsprong te behouden. Die voorsprong werd echter wel wat kleiner in de slotfase, want toen kreeg Imogen Simmonds ineens de smaak te pakken, waarbij ze niet alleen posities won, maar ook tijd. De Zwitserse keerde uiteindelijk als tweede terug in T2 en had toen minder dan een minuut achterstand op Buckingham.
Terwijl die twee vrouwen de strijd al met elkaar aangingen op het loopparcours, zag Visser haar achterstand juist groeien en groeien. Na het fietsen was het gat naar de koploopsters al ongeveer tien minuten en daarmee leek een plaats op het podium niet meer haalbaar. Tegelijkertijd lag Visser op dat moment wel zesde en daarmee lag ze nog steeds goed in de wedstrijd.
Simmonds nam al voor de helft van de run de leiding in de wedstrijd over en gaf haar koppositie ook niet meer uit handen. Na een indrukwekkende run, claimde ze de overwinning in een tijd van 4:13:42. Buckingham werd tweede in 4:15:04 en Lucy Byram werd derde in 4:18:52.
Visser liep uiteindelijk een goede halve marathon en haalde twee vrouwen in. Door in de slotfase nog voorbij te gaan aan Jenny Jendryschik, finishte de Nederlandse uiteindelijk als vierde in 4:23:12. Dat had ze onder andere te danken aan de tweede looptijd van de dag.