,,Ik keek er echt zó erg naar uit om te kunnen racen tijdens Challenge Almere. Toen het een paar maanden geleden allemaal mis ging met het coronavirus, had ik een tijdje veel moeite met het vinden van motivatie. Ik werkte de trainingen wel gewoon af natuurlijk, maar het kostte veel moeite. Halverwege mei begon ik er weer goed in te komen en durfde ik stiekem toch wel te hopen op een hele triathlon in september.” De hoop op een Long Distance in Nederland – al zou het geen WK zijn – zorgde ervoor dat Evert Scheltinga een paar goede trainingsweken kon draaien. Nu de hoop is gevaren, is het even schakelen. Na drie zware weken hoorde Scheltinga midden in zijn rustweek dat de stip aan de horizon was verdwenen en dus moet hij nieuwe plannen maken. Vanaf vandaag begint hij weer aan een grote week, maar hoe motiveer je jezelf om iedere dag uren te trainen als de wedstrijdkalender grotendeels leeg blijft?
,,Op het moment heb ik mijn pijlen gericht op Challenge Davos (Zwitserland, red.) eind augustus. Ik gok dat die wedstrijd zwaarder bezet gaat zijn dan een gemiddeld WK”, lacht Scheltinga. Het lijkt één van de weinige races te zijn die voorlopig echt kans maakt om plaats te vinden en dat betekent dat veel prof atleten naar Zwitserland af zullen reizen. ,,Dat is eigenlijk ook wel heel mooi. Om na zo’n rare tijd met veel atleten samen aan de start te staan in Davos.”
Verder durft Scheltinga nog geen plannen te maken. ,,Ik wil voorlopig niks boeken. De kans is volgens mij nog best groot dat het ergens weer misgaat, dus ik ga pas last minute plannen maken. Challenge Davos is de enige race die ik op het moment concreet voor ogen heb.” Maar zijn schema gooit hij er niet voor om. ,,Ik wil, zodra de kans daar is, een goede hele doen. Dáár blijf ik mij in trainingen dus ook op richten.”
Een Long Distance triathlon, geen duathlon
Zoals gezegd hoopt Scheltinga dus vooral een Long Distance te kunnen starten dit jaar. ,,Dat is wel echt waarvoor ik getraind heb. Afgelopen winter natuurlijk al, maar ook een groot deel van deze zomer nog. Op het moment ben ik al blij als ik überhaupt weer kan racen, dus als Challenge Davos (Middle Distance, red.) doorgaat, ben ik heel blij. Maar ik duim vooral nog voor een Long Distance ergens dit jaar. En dan gewoon een triathlon, geen duathlon.” Want dat wordt nog wel een dingetje, gelooft Scheltinga. ,, Ik hoor nu over wedstrijden in oktober – in Nederland en Duitsland – maar ik kan mij niet voorstellen dat dit triathlons zullen zijn. In die periode is het water al behoorlijk afgekoeld.”
‘Het leek even alsof niks ooit weer normaal zou worden’
In april kwam Scheltinga, te midden van het corona dieptepunt, vanuit Zuid-Afrika – waar hij de winters doorbrengt – terug in Nederland. Eigenlijk zou de atleet zijn eerste Long Distance met Ironman Port Elizabeth al achter de rug moeten hebben, maar ook in het Afrikaanse land sloeg corona toe. ,,Toen dat niet door bleek te gaan, werd mij wel duidelijk dat dit een heel saai seizoen ging worden. Ik weet nog dat ik een looptraining deed die voor geen meter ging, omdat ik mezelf helemaal verloor in het malen over hoe groot de gevolgen van dit virus zouden kunnen zijn. Ik kwam ergens uit bij ‘nooit meer triathlons of evenementen’. Op dat moment leek het even alsof niks ooit weer normaal zou worden.” Dat was in april. Ondertussen ziet Scheltinga het weer iets rooskleuriger: ,,Alles komt langzaamaan weer een beetje op gang en dat is super fijn.”
Laat naar bed, ongezond eten en vrije tijd
Scheltinga kan ergens ook wel genieten van de vrijheid die met deze situatie gepaard gaat. ,,Ik ga laat naar bed zonder dat ik me druk maak over mijn herstel, ik eet soms ongezond zonder last te hebben van een schuldgevoel en ik heb veel meer tijd om andere leuke dingen te doen.” Maar uiteindelijk weegt het niet op tegen de nadelen van dit rare seizoen. ,,Het liefst doe ik nou eenmaal wedstrijden. Ik mis het heel erg om in die molen te zitten en steeds weer uit te kijken naar een volgend evenement. Zelfs de spanning en ellende voor de start mis ik.”