,,Als ik deze wedstrijd als piekmoment had gebruikt, had er veel meer in gezeten. Qua parcours ligt het me, dus dan had ik vooral harder kunnen lopen.” Evert Scheltinga is een dag na Ironman Barcelona (we spraken hem gisteren, red.) niet helemaal tevreden met zijn zevende plaats (8:19:58). Hij draaide lang goed van voren mee in de race, maar beleefde vooral een zware marathon.
,,Het gaat goed nu, de spierpijn valt mee. Maar misschien komt dat morgen nog”, vertelt Scheltinga lachend. ,,De hele wedstrijd ging lekker, maar na 14 kilometer lopen kreeg ik een klap met de hamer. Toen werd het zwaar en beleefde ik een aantal ups, maar ook downs.”
Voor Scheltinga begon de race voortvarend. Ondanks de flinke golfslag kon Scheltinga lekker meekomen in de voorste grote groep. ,,Ik had weinig zicht op of we goed gingen, maar ik vertrouwde op mijn voorganger en dat was eigenlijk heel relaxed.” Minder relaxed werd het toen Scheltinga nog zo’n 800 meter had te gaan. ,,Ik verloor mijn badmuts. Normaal zwem ik er met twee, maar eentje had ik er voor de start gescheurd waardoor ik er nu ook maar één op had. Met lang haar is het niet fijn als je die dan tijdens het zwemmen verliest. Door mijn haren had ik nog minder zicht en kreeg ik tijdens het ademen veel water en zout binnen. Ik ben toen een beetje naar achteren in de groep gezakt, maar kon er gelukkig nog wel gelijktijdig uitkomen. Die 800 meter voelden in ieder geval aan als ontzettend lang. Ik was het overzicht kwijt, maar de gevolgen waren gelukkig niet desastreus.”
(tekst gaat onder foto verder)
Op de fiets sloot Scheltinga in dezelfde grote groep aan, bestaande uit zo’n tien atleten. Alleen de uiteindelijke winnaar Jesper Svensson was er toen al vandoor en had een gat van een paar minuten. ,,De eerste 130 kilometer heb ik voornamelijk achterin de groep gehangen. Dat ging me makkelijk af en ik voelde me sterk. Toen dacht ik dat ik wel wat meer gas kon gaan geven en heb ik een aantal keer voorop gereden. Er waren eigenlijk maar twee, misschien drie jongens die het werk deden. Maar, als ik op kop reed, ging ik niet volle bak en deed ik dat heel behouden.”
Doel van Scheltinga om op kop te gaan rijden was in ieder geval om ‘de mindere fietsers die het op dit punt toch al moeilijk krijgen’ te lossen. Dat lukte, want uiteindelijk ontstond er een groepje van vier achtervolgers – Svensson reed nog steeds solo op kop – met daarbij Scheltinga. Dit viertal, drie Duitsers en dus de Nederlander, begon gelijktijdig aan de afsluitende marathon.
(tekst gaat onder foto verder)
De eerste drie kilometer gingen niet lekker voor Scheltinga, daarna kwam hij beter in zijn ritme. Maar niet voor lang, want na 14 kilometer kreeg hij het echt zwaar. ,,Het stokte ineens. Na 22 kilometer heb ik nog wat sportdrank gepakt en gelletjes met cafeïne genomen, maar toen merkte ik al wel dat het nog een lange dag zou gaan worden. Ik moest zelfs 20 meter wandelen. In het slotstuk heb ik me nog kunnen herpakken en het tempo enigszins kunnen vasthouden, maar echt lekker zat ik er niet meer in. Het waren ups en downs. Soms ging het prima, soms voor geen meter.” Tijdens de marathon verloor hij in de slotfase dus nog een aantal plekken.
(tekst gaat onder foto verder)
De teleurstelling voor Scheltinga is tweeledig. ,,Als ik in topvorm was geweest, had ik voorin veel meer meegedaan. Dit loopparcours zou mij echt uitstekend liggen. En ik ben nu zevende, dus dat betekent dat ik net geen prijzengeld win. Dat is voor het eerst in twee jaar dat ik een wedstrijd doe waar ik uiteindelijk geen prijzengeld win.”
Voor nu zit het seizoen er in ieder geval even op voor Scheltinga. Een lang en ook mooi seizoen vol met prima prestaties. Hij vertrekt nu naar de Himalaya – hij gaat daar samen met zijn vriendin hiken – en daarna India voor vakantie. In november reizen ze door naar het Zuid-Afrikaanse Stellenbosch waar hij bijna een half jaar zal trainen. ,,Daar kijk ik nu al naar uit. Ik ben dit seizoen veel wijzer geworden, heb heel veel om mee te nemen naar volgend jaar. Ik weet nu waar ik nog veel kan winnen.”