Sebastian Kienle is geen groot fan van de term ‘uberbiker’ – hij ziet zichzelf als allround triatleet – maar het is wel zijn naam die je vaak hoort vallen als het over ‘uberbikers’ gaat. Er is echter een nieuwe naam die we in dat rijtje kunnen plaatsen; misschien tegenwoordig zelfs wel bovenaan: Frederic Funk. De Duitse topatleet won afgelopen weekend Ironman 70.3 Zell Am See en domineerde tijdens het fietsonderdeel. Deels op verzoek van Kienle deelt Funk zijn fietsdata met daarbij een ‘powercurve’.
Het waren uitdagende omstandigheden tijdens Ironman 70.3 Zell Am See. Niet alleen door de bergen, die atleten sowieso al voorgeschoteld zouden krijgen, maar des te meer vanwege de koude en regenachtige omstandigheden. Het zorgde ervoor dat atleten voorzichtig door de bochten moesten en wat minder risico konden nemen in de afdaling.
Funk fietste 2:06:48 uur over de 89,5 kilometer, waardoor hij een gemiddelde snelheid van 42,4 kilometer per uur bereikte. Het parcours kent 1084 hoogtemeters en dat komt vooral door één steile beklimming. Funk trapte 317 watt gemiddeld (337 normalized). De Duitse atleet fietst graag met een groot verzet en trapte dan ook gemiddeld slechts 83 omwentelingen per minuut.
Op de befaamde klim bij Filzensattel steeg Funk’s wattage flink, want toen trapte de atleet gedurende een half uur gemiddeld 368 watt. Het was na 63 kilometer – toen de klim al achter de rug was – dat Funk extra hard op het gaspedaal ging staan, want toen viel de atleet aan en reed hij twee minuten lang zo’n 400 watt; waardoor hij zo’n 52 kilometer per uur weg trapte.
Qua voeding nam Funk zo’n 290 gram koolhydraten tot zich tijdens het fietsonderdeel, zo laat hij weten.
Op verzoek van Kienle deelde Funk ook onderstaande powercurve én daaronder de fietsdata van een stuk in het parcours – zo’n vijftien kilometer – waar Funk besloot de andere mannen in de groep te laten werken en dus op gepaste afstand ‘stayervoordeel’ genoot. “We hadden ook constant een motorbestuurder bij ons die net achter de eerste man in de groep reed, waardoor de atleten achterin de groep veel voordeel hadden. Op dat stuk (de laatste vier kilometer) hoefde ik nauwelijks 200 watt te trappen.”
Dat er hard gereden werd door de sterke fietsers voorin het veld kan ook Tim Reed beamen. De Australische atleet won menig Ironman, maar kon niet meekomen met het tempo dat sommige tegenstanders er tijdens het fietsen oplegden. “Ik ben nooit goed opgewassen geweest tegen deze sterke mannen in een heuvelachtig parcours, maar het weerhield me er niet van deze race te starten met ruim 60 mannen pro’s. Voor wat perspectief: ik reed zo’n 5,5 watt per kilogram terwijl ik zag hoe Andreas Dreitz, Sebastian Kienle en andere mannen bij me vandaan reden.”