7:49:32 uur. Dat was de finishtijd die Evert Scheltinga vorig jaar tijdens Challenge Almere-Amsterdam noteerde en daarmee racete hij het 22 jaar oude Nederlands record van Jan van der Marel uit de boeken. “Dat is echt een dag die ik nooit meer zal vergeten.” Dit jaar steekt Scheltinga heel anders in de wedstrijd. “Dat record stond al zo lang en ik had altijd als doel dat ooit te willen verbreken; dat heb ik ook niet onder stoelen of banken gestoken. Dat het uiteindelijk in Almere – voor thuispubliek – gelukt is, maakt het extra bijzonder. En het feit dat ik dit af kan vinken, geeft veel rust. Ik hou me met een finishtijd nu niet meer bezig en kijk ernaar uit om puur te kunnen racen om posities.” Nog iets meer dan een week en dan mag Scheltinga opnieuw in actie komen tijdens Challenge Almere-Amsterdam. We blikken met hem vooruit.

“Ik begon dit jaar in principe goed. Na een winter hard trainen in Zuid-Afrika keek ik ernaar uit om het seizoen te beginnen, maar na een val met de fiets kreeg ik even wat tegenslag te verwerken. Door een gekneusde rib heb ik een tijd weinig kunnen trainen en moest ik midden in het seizoen eigenlijk weer opnieuw aan de basis werken. Het zorgde ervoor dat de verdieping in de training pas laat kwam dit jaar, maar na mijn deelname aan Ironman Vitoria Gasteiz (10 juli, Scheltinga werd vijfde, red.) merkte ik dat het weer de goede kant op ging met de vorm.”

Met nog anderhalve week te gaan tot de wedstrijd, staan er nog twee belangrijke trainingen op het programma, vertelt Scheltinga: “Ik wil nog een semi-lange koppeltraining doen van zo’n drie uur fietsen en 45 minuten lopen en een looptraining van 24 kilometer. Verder heb ik natuurlijk afgelopen weekend als deel van de voorbereiding nog een halve gedaan (Ironman 70.3 Zell am See, waar Scheltinga 21e werd, red.), dus ik moet daar ook nog een beetje van herstellen. Verder zullen het vooral rustige trainingen zijn met af en toe een prikkel.”

Nadat Scheltinga vorig jaar het Nederlands record pakte, viel er een soort ‘last’ van zijn schouders, legt hij uit. “Ik heb altijd geroepen dat ik dat ooit wilde doen, dus ergens ga je dan af en toe wel denken ‘wat als het uiteindelijk nooit lukt?’. Je bent ook afhankelijk van de omstandigheden en zoveel hele triathlons doe je niet in je topjaren. Het moet op zo’n dag wel allemaal samen komen. Doordat die dag er uiteindelijk is gekomen, en beter dan ik ooit had durven dromen, voelt het alsof ik nu wat meer met een onbevangen gevoel race.”

Overigens steekt hij er niet altijd zo relaxt in. “Ik heb dit jaar ook wel wat twijfels gehad. Vooral omdat ik merk dat mijn lichaam wat minder flexibel lijkt te worden in training. Ik herstel wat minder snel van sessies en heb meer last van kleine kwaaltjes. Ik word in oktober 35 en dat betekent niet dat ik afgeschreven ben – althans, hoop ik” – lacht Scheltinga., “maar ik moet er wel rekening mee houden dat het niet hetzelfde is als ‘vroeger’. Dat je die flexibiliteit niet hebt, is soms wel frustrerend.”

Scheltinga ziet zijn leeftijd echter ook als kans. “Daarentegen merkte ik in Spanje (tijdens Ironman Vitoria Gasteiz, red.) ook dat ik de afgelopen jaren juist een basis heb ontwikkeld, waarop je kunt vertrouwen. Zo viel het me alles mee dat ik na een periode weinig trainen toch nog redelijk goed een hele kon racen. En nu voor Almere heb ik als het goed is weer een extra stap kunnen zetten. Ik hoop dat dat er op 10 september ook uit komt.”