Maandagochtend 05:00 startte Irene Kinnegim in Wezep, opkijkend tegen een ruim 150 kilometer lange hardlooproute die haar uiteindelijk naar Hilversum zou brengen. Kinnegim had haar zinnen erop gezet het zogenaamde UPNL (Ultra Pad Nederland) in minder dan 19:19 uur te lopen, de tot dan toe recordtijd. Ruimschoots slaagde de atlete daar in. Na 15:46 uur en een paar kilometers teveel – in totaal liep de atlete 161,1 kilometer – kwam Kinnegim aan in Hilversum.

‘Gisteren was ik wel écht moe’

,,Ik voel me wel weer redelijk oké”, vertelt Kinnegim als we haar drie dagen later vragen naar haar status. ,,Ik heb niet veel spierpijn meer en kan de trap weer goed op en af. Gisteren was ik wel écht moe. Ik had een paar nachten slecht geslapen, want de nacht voor en na de wedstrijd slaap ik niet echt fantastisch. Het voelt daardoor eigenlijk een beetje als een jetlag.” Niet gek dat de vermoeidheid toeslaat. Alleen al aangezien de atlete 161,1 kilometer hardlopend aflegde, maar ook omdat Kinnegim de dag daarna nog eens 150 kilometer fietste om haar auto op te halen. ,,Dat had ik van tevoren al bedacht, dus ik had mij er op ingesteld. Na zo’n inspanning is je weerstand laag en als ik dan in de trein ga zitten en iemand tegenkom, vat je sneller wat op. Dan ga ik liever fietsen. Het was gelukkig lekker weer en ik kon rustig aan doen. Maar toen ik dinsdag thuiskwam, was ik er wel echt helemaal klaar mee”, lacht Kinnegim.

‘Uiteindelijk was ik ook nog verkeerd gelopen’

Kinnegim waande zich 3:33 uur sneller dan haar voorganger over de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Daar had ze zich vooraf ook wel op ingesteld. ,,Ik had wel gedacht vijftien à zestien uur te kunnen lopen, afhankelijk van de warmte en hoe het zou gaan. Uiteindelijk was ik ook nog verkeerd gelopen”, vertelt Kinnegim ondanks de frustratie met een lach. ,,Super stom, maar dat kan gebeuren. Ik wilde de route in ieder geval onder de snelste tijd lopen en het liefst de eerste zijn die hem volledig in daglicht loopt, zoals het ooit is bedacht. Toen ik dat hoorde, dacht ik ‘dit wil ik ook een keer’.”

‘De warmte op de dijk tussen Wageningen en Rhenen was wel geestdodend’

Echt een breekpunt maakte Kinnegim gelukkig niet mee: ,,Ik heb geen enorme dip gehad, maar ik heb ook vrij berekenend gelopen. Ook omdat ik een groot deel van het parcours al kende, kon ik het goed in stukjes opdelen. Maar de warmte op de dijk tussen Wageningen en Rhenen was wel geestdodend; asfalt en dan vol in de zon. Dat was toch wel het zwaarste stuk en toen had ik even geen zin meer. Maar als je daar doorheen bent en lekker loopt, kom je er wel.” Op dit moeilijke punt had de atlete nog zo’n 50 kilometer voor de boeg.

Wilde zwijnen: ‘Ik kon moeilijk steeds omlopen’

Haar grootste obstakels die dag vormden de hitte én dieren. ,,De hoeveelheid wilde zwijnen”, reageert Kinnegim als wij haar vragen naar wat haar het meeste tegenviel. ,,Ik heb ze wel eens eerder gezien, maar dan was het er één. Nu begon het al na tien kilometer; ik hoorde gerommel en ineens stond er zo’n beest honderd meter voor mij op het pad. Ze zijn echt lomp groot met van die slagtanden. Ik dacht ‘ik draai wel even om tot je weg bent’.” Maar er kwamen er nog heel wat voorbij op de Veluwe, vertelt Kinnegim: ,,Ik kon moeilijk steeds omlopen. Dus ik dacht op een gegeven moment: ik loop gewoon door, ik kijk jullie kant niet op en jullie mijn kant niet, ga maar lekker verder met wat je aan het doen was.”

Verzorging

Kinnegim bracht de dag voornamelijk met zichzelf door, al waren er onderweg ook verschillende mensen die haar vergezelden voor een aantal kilometers. Dat betekende dat de atlete ook zelf voor haar voeding moest zorgen: ,,Ik had voldoende water meegenomen om in één keer naar een benzinestation in Arnhem te lopen, dat was bij 80 kilometer.” Vier kilo aan water droeg Kinnegim daarom het grootste deel van de dag met zich mee. ,,Na vijf kilometer had ik wel wat last van mijn rugzak die in mijn schouders sneed. Misschien had ik na afloop eigenlijk nog het meeste last van mijn schouders. Maar het hoefde gelukkig niet op topsnelheid. Geen veertien of vijftien kilometer per uur, maar gewoon een lekker drafje.”

Van klok tot klok

En zo volbracht Kinnegim uiteindelijk haar uitdaging officieel met een selfie met de stationsklok van Hilversum. ,,Je loopt van station naar station en het idee is dat je dan een foto maakt bij de stationsklok op je startplek en finishplek. De tijd van de klok bepaalt uiteindelijk je finishtijd. ”

(Foto: Facebook Irene Kinnegim)