In wat als een redelijk saaie wedstrijd begon, maar eindigde in een bijzonder spannende ontknoping, is Jelle Geens zojuist wereldkampioen Ironman 70.3 geworden. De Belg schrijft daarmee historie, want nooit eerder stond een Belg op het podium van een IM WK 70.3, laat staan op het hoogste treetje. Geens was lang in de achtervolging op Hayden Wilde, maar de Nieuw-Zeelandse favoriet was in de laatste kilometers niet bestand tegen de ogenschijnlijk vliegende Belg.
De wedstrijd begon al meteen verrassend toen de Amerikaan Greg Harper het initiatief nam tijdens het zwemmen en met 21:48 minuut ook de snelste zwemtijd noteerde. Op 12 seconden volgden Josh Amberger, Leo Bergere en Marc Dubrick en daarna was het nog eens vijftien seconden wachten tot onder andere Rico Bogen, Henri Schoeman, Hayden Wilde, Kyle Smith en ook Jelle Geens uit het water kwamen. Grote namen die juist tijd verloren waren er ook: Gregory Barnaby bijvoorbeeld, die werd gezien als serieuze outsider, kwam op 1:06 minuut uit het water en lag toen veertiende. Bij hem in de buurt kwamen ook Caleb Noble, Thomas Bishop, Sam Osborne en Braden Currie uit het water, terwijl Mathis Margirier meer dan een minuut verloor.
Op de fiets ontstond al snel een kopgroep van negen mannen en nadat Marc Dubrick en Josh Amberger daar de aansluiting verloren en de zeer sterk fietsende Margirier juist aansloot, was een kopgroep van acht mannen een feit: Bergere, Wilde, Geens, Bogen, Schoeman, Nieschlag, Smith en dus Margirier reden toen samen en dat zou bijna negentig kilometer zo blijven. Het fietsonderdeel werd hier en daar wel ontsierd door behoorlijk veel drafting en uiteindelijk kwam dat alleen Margirier – uitgerekend de man die het meeste kopwerk deed – op een tijdstraf te staan. Die zat hij net voor T2 uit en door de vijf minuten penalty die hij kreeg, was zijn kans op een topklassering meteen verdwenen.
Tijdens de run was het Wilde die er meteen vandoor vloog en het initiatief nam. Achter hem volgden Geens en Bergere en daarmee ontstond een prachtig steekspel tussen maar liefst drie Olympiërs. Wilde bleek echter de sterkste benen te hebben en wist in de eerste tien kilometer een voorsprong van een minuut op Geens te pakken en zelfs twee minuten op Bergere. Er leek dan ook geen vuiltje aan de lucht, maar een kilometer later begon het ineens voorzichtig te kraken en te piepen bij de Nieuw-Zeelander, terwijl Geens juist een tweede vaatje energie opengetrokken leek te hebben.
Seconde voor seconde begon de Belg vanaf dat moment op Wilde in te lopen en dat gaf Geens zichtbaar hoop en energie. Iedere kilometer snoepte hij zo’n vijf seconden van zijn achterstand af en met nog zo’n vijf kilometer te gaan naderde hij zelfs tot nog maar vijftien seconden. Geens schakelde nog maar eens een tandje bij, dichtte het gat, ging erop en erover en gaf Wilde geen kans meer om aan te haken.
Een paar minuten later schreef Geens historie door de wedstrijd te winnen in een tijd van 3:32:09. Wilde werd tweede in 3:33:22 en Bergere derde in 3:35:08.