Bijna een week na de race is Karla Schipper nog vol aan het nagenieten. Afgelopen zondag won ze de Frysman in een tijd van 11:02:44. ,,Ik had het een jaar in mijn hoofd zitten om hier op het podium te komen. Dat het dan een editie werd waarbij ik mijn kracht optimaal kon benutten, is natuurlijk supergaaf.”
,,Ik kwam om te winnen en het parcoursrecord te verbeteren”, gaat Schipper verder. ,,Dat was enigszins reëel.” Al direct na het zwemonderdeel wist Schipper echter dat het verbeteren van dat parcoursrecord niet meer haalbaar was. Net als Jacob Veenstra, de winnaar bij de mannenrace en tevens haar coach, merkte Schipper dat de zwemomstandigheden te zwaar waren. ,,Echt koud had ik het niet eens, al zat ik een paar keer tegen kramp aan. Het was met name de korte golfslag die het moeilijk maakte. Ik heb wel vaker triathlons in zee gezwommen, maar nog nooit zo’n gevecht gehad in het water. Er was weinig deining en dus was je constant tegen de golven in aan het beuken.”
(tekst gaat onder foto verder)
Focus op winst
Schipper zwom eerder al eens 1:05 over een Long Distance, maar had nu 1:22 nodig voor de 3.8 kilometer zwemmen. ,,Toen heb ik het parcoursrecord losgelaten en heb ik me alleen nog gefocust op de winst. Ik begon als tweede aan het fietsonderdeel, haalde na tien kilometer de koploopster van dat moment in en heb er toen alles aan gedaan om het gat zo groot mogelijk te maken. Dat ging erg goed. Na 45 kilometer had ik 35.1 kilometer per uur gemiddeld, maar was mijn hartslag wel iets te hoog. Daarna heb ik geprobeerd om de balans tussen zo hard mogelijk rijden en mijn hartslag onder controle houden proberen te bewaren.”
Een grote voorsprong hebben was voor Schipper behoorlijk belangrijk, des te meer omdat ze de afgelopen weken last had van een irritante knieblessure. ,,Ik heb dus ook veel te weinig loopkilometers gemaakt. En ik wist dat er een aantal goede dames aan de start stond die ook al goede resultaten hadden geboekt. Onderweg wilde ik constant één ding weten: ‘wordt mijn voorsprong kleiner’?”
Bang voor knie
En die voorsprong werd kleiner. De uiteindelijke nummer twee, Nienke Elzinga, was een half uur sneller over de afsluitende marathon. Dat was echter niet genoeg want uiteindelijk finishte ze in een tijd van 11:15:05 nog steeds dertien minuten achter Schipper. ,,Het was zo mooi om hier te winnen”, vertelt de winnares. ,,De dag van tevoren wist ik niet eens of ik zou kunnen finishen. Ik heb supergoed gezwommen en gefietst, maar tijdens het lopen was ik steeds bang of mijn knie het zou houden.”
Maar die knie hield het dus, al had Schipper het de laatste 15 kilomter zwaar. ,,De last aan mijn knie viel heel erg mee, maar ik had wel last van het feit dat ik geen lange duurlopen had gedaan. De eerste 20-25 kilometer ging het nog wel, maar daarna was het echt dramatisch. Gelukkig was mijn voorsprong groot genoeg. Fantastisch gewoon.”
(tekst gaat onder foto verder)
Tot en met het fietsen heeft Schipper genoten, ze kwam zelfs als twaalfde overall van de fiets. Slechts elf mannen gingen haar op dat moment voor. Tijdens het lopen was het vooral afzien. ,,Maar deze race is geweldig. De organisatie is fantastisch, de sfeer eromheen net zo. De wedstrijd is natuurlijk in het noorden dus ik ken hier veel mensen”, aldus de Groningse. ,,Veel mensen van onze club stonden langs de kant. Echt leuk!”
Huilend op de tacx
Schipper pakt de komende tijd wat rust, maar hoopt nog wel een leuke tweede seizoenshelft te draaien. Zo start ze bij het WK halve triathlon in Zuid-Afrika en hoopt ze ook nog een Long Distance in Italië te volbrengen. ,,Het is gewoon tof om mooie wedstrijden in prachtige omgevingen te kiezen. Maar triathlon is niet altijd leuk. Ik heb ook wel eens huilend op de tacx gezeten. Dan vroeg ik me echt af waar ik mee bezig was.”
De triatlete combineert haar sportersbestaan met een drukke fulltimebaan en een ‘enigszins sociaal leven’. ,,Als je dan trainingsblokken hebt waarbij je zo diep gaat om te wennen aan de extreme prestaties die je tijdens een wedstrijd levert, heeft dat een enorme impact op je lijf. Het is voor mij een constante uitdaging om de stress uit het dagelijkse leven te combineren met alle zware trainingsarbeid.