Hij deed hele triathlons, hij deed dubbele triathlons, hij deed triple triathlons en iets meer dan een maand terug volbracht Koen van Meeuwen zelfs een quintuple triathlon: 19 kilometer zwemmen, 900 kilometer fietsen en 211 kilometer hardlopen. Het kostte Van Meeuwen 112 uur en 44 minuten, hij heeft het zwaar gehad maar kwam zichzelf slechts één keer echt tegen en bovenal: hij genoot. “Maar pas anderhalve dag na de finish kwam de echte euforie. Daarvoor was ik te moe.”

Op 26 juni stond hij daar, in Frankrijk, aan de rand van een buitenzwembad van vijftig meter lang. Opdracht: 19 kilometer zwemmen. Niet dat hij daarna klaar zou zijn, want voor Van Meeuwen en elf andere mannen stond daarna dus nog een monstertocht op de fiets en een haast krankzinnig lange run te wachten. Vooraf was er niet per se heel veel spanning en slechts een kwartiertje voor de start kwam Van Meeuwen bij de startlocatie. “In dat opzicht was alles heel ontspannen. Met dit soort extreme wedstrijden is de spanning toch ook wel minder dan dat ik vroeger bij ‘normale’ wedstrijden ervaarde. Bij deze wedstrijd heb ik de tijd ook voor het eerst volledig losgelaten. Ik ben gewoon iedere dag bezig geweest met de finish halen.”

Tekst gaat verder onder afbeelding

Koen van Meeuwen zwemt 19 kilometer (Foto: aangeleverd)

‘Soort Groundhog Day’

Dat maakte dan ook dat Van Meeuwen zichzelf de tijd gunde om af en toe te slapen. Eigenlijk iedere dag stopte hij rond 22:00 uur, om vervolgens de volgende dag om 3:30 uur de wekker te zetten en om 4:00 uur weer op pad te gaan. Het parcours hielp wat dat betreft mee: er werd dus gezwommen in een 50 meter-bad en de 900 kilometer fietsen werd afgelegd over steeds dezelfde ronde van 9 kilometer. De 211 kilometer hardlopen ging over een uitgezette ronde van 1.3 kilometer. “Wat dat betreft zat je echt in een soort hamsterwiel. Een soort Groundhog Day. Het maakte het geheel haast meditatief en ergens ook wel lekker; als ik moe werd wist ik dat een rondje van 9 kilometer fietsen of een rondje van 1.3 kilometer hardlopen áltijd lukt, ook als je moe bent. En zo ging het dan ronde voor ronde.”

Tekst gaat verder onder afbeelding

Koen van Meeuwen tijdens de rit van 900 kilometer (Foto: aangeleverd)

Ook qua voeding waren de korte rondjes eigenlijk wel ideaal, zo legt Van Meeuwen uit. “Ik had dan vaste punten om een bidonnetje te nemen, een reep of een gelletje. Voeding is vaak een valkuil voor me, maar dit gaf enorm veel structuur. Tijdens de wedstrijd ben ik één moment echt alle besef van tijd en afstand kwijtgeraakt; ik had geen idee hoeveel kilometer ik had gehad en hoeveel kilometer ik nog moest gaan. Dat was echt heerlijk, want toen zat ik helemaal in het moment. Alsof er verder niks meer bestond.”

‘Verslaafd geraakt aan hele lange afstanden’

Van Meeuwen is de eerste die toegeeft dat een dergelijk extreme uitdaging echt wel iets met je doet als mens. Terugkomen als een ander mens: dat weet hij niet, maar “het is meer dan een wedstrijdje.” Zo’n vijftien jaar geleden rolde hij de triathlonsport in en vanuit een bepaalde nieuwsgierigheid werd hij echt gegrepen door de combinatie zwemmen, fietsen, lopen. Het volbrengen van een Long Distance was voor hem nooit een ‘bucketlist dingetje’, want hij was veel meer verslingerd aan de sport an sich en de bijbehorende community. Natuurlijk volgden er Long Distances, maar bij het volbrengen daarvan, voelde hij geen ‘oer-emotie’. “Toen ging ik op zoek naar zwaardere wedstrijden, zoals de Norseman bijvoorbeeld, en kwam ik The Brutal Triathlon in Wales tegen. Toen ik zag dat daar een dubbele triathlon werd georganiseerd, dacht ik alleen maar dat dat niet kon. Maar, toen was het zaadje meteen geplant en in 2016 deed ik mijn eerste dubbele. In 2017 volgde een triple: een boek op zich, want daar ben ik mentaal echt geknakt. Maar ik ben er ook echt verslaafd geraakt aan de hele lange afstanden.”

Tekst gaat verder onder afbeelding

Tot ‘s avonds laat op de fiets (Foto: aangeleverd)

‘Je leert elkaar op intense manier kennen’

Het zijn niet alleen de lange afstanden die hem zo triggeren, want Van Meeuwen roemt ook de community van deze ultratriathlons. “Het is een heel klein wereldje en het is allemaal niet zo competitief. Natuurlijk wordt er geracet, maar iedereen support elkaar.” Als voorbeeld geeft hij de quintuple triathlon als voorbeeld. “Je komt elkaar met al die korte rondjes heel vaak tegen. Je maakt praatjes, fietst of loopt een stukje samen en leert elkaar op een hele intense manier kennen. Logisch ook, want zo’n wedstrijd is natuurlijk volledig ongefilterd. Je maakt de ‘highs & lows’ met elkaar mee. De intense band die je met elkaar hebt is eigenlijk best gek, want als je me vraagt wat voor werk die gasten doen, heb ik geen idee. Maar toch ken je elkaar na afloop door en door.”

Tekst gaat verder onder afbeelding

De triathlon volbrengen met een 211 km run (Foto: aangeleverd)

‘Ingewikkelde vraag’

Natuurlijk krijgt Van Meeuwen wel eens de vraag waarom hij dit soort afstanden doet. Of dat niet gek is en of het wel gezond is. “Dat vind ik vaak een ingewikkelde, want waarschijnlijk is het niet heel gezond. Maar dan moet ik altijd denken aan wat een sportarts ooit tegen me zei: ‘wat jij doet is niet gezond, maar je leeft gezonder dan de gemiddelde Nederlander’.”

Gedurende de laatste uren van zijn wedstrijd had Van Meeuwen vooral zin om te slapen. “De wetenschap dat de wekker niet meer om half 4 zou gaan, was prettig. En dat ik überhaupt in een écht bed kon slapen. Maar goed, uiteindelijk was die eerste nacht na de finish geen succes. Ik denk dat ik maar drie uurtjes heb geslapen. Na afloop heb ik een hele diepe vermoeidheid gehad. De spierpijn viel wel mee, maar ik was doodmoe en had concentratieproblemen. Ik heb overdag heel veel geslapen.”

Tekst gaat verder onder afbeelding

Koelen wanneer het kan. (Foto: aangeleverd)

‘Getriggerd door de vraag of ik iets kan’

Doelen voor de toekomst heeft Van Meeuwen nog niet specifiek, al overweegt hij voorzichtig en misschien zelfs wel meer dan hij durft toe te geven om ooit eens tien hele triathlons achter elkaar te doen. “Ik denk dat ik het kan halen, dus de drive is dan wel iets minder. Ik word namelijk meestal juist getriggerd door de vraag of ik iets kán. Als ik daaraan twijfel, wil ik het proberen.”