Voelt het alsof je faalt wanneer je even moet wandelen om een steile helling omhoog te komen? Het is mogelijk niet zo’n grote ‘faal’ als je jezelf wijsmaakt. Sterker nog, in sommige gevallen is het zelfs beter om te wandelen dan om te rennen.

Een steile beklimming kan je snelheid dermate omlaag brengen dat het sowieso voelt alsof je wandelt. De definitie van rennen – en het verschil met wandelen – is dat wanneer je rent, beide voeten voor een kort moment gelijktijdig van de grond zijn. Echter is dit op een pittige beklimming niet altijd het geval. Dat betekent dat je – in de pure zin van het woord – wandelt, al voelt het nog als rennen op een laag tempo.

Volgens onderzoekers van de Universiteit van Colorado is er toch een verschil tussen bergop wandelen en rennen. Het onderzoek vergelijkt de gegevens van tien pro trailrunners, die zowel rennen als wandelen op vlak terrein en een heuvel met een stijgingspercentage van 30 graden. Daaruit bleek dat hardlopers constant met één voet grondcontact hadden terwijl zij bergop renden, waardoor ze eigenlijk wandelden. Toch bleek dat rennen op dit lage tempo sneller was dan écht wandelen.

Energie-efficiëntie en impact

De volgende keer dat je jezelf dus vertelt dat je zó langzaam rent, dat je net zo goed kan gaan wandelen, bestaat er dus een kans dat je alsnog nét iets sneller vooruit komt rennend – joggend – dan wandelend. Maar er zijn nog twee andere factoren waarmee we rekening moeten houden: energie-efficiëntie en impact op spieren en gewrichten. Wat is het beste – rennen of wandelen – als het aankomt op deze twee factoren?

Om antwoord te geven op die vraag, lieten de onderzoekers atleten met verschillende stijgingspercentages bergop rennen of wandelen, waarbij zij zelf mochten bepalen wanneer ze renden of wandelden. Het bleek dat zij, logischerwijs, een voorkeur hadden voor wandelen wanneer het tempo erg laag kwam te liggen en rennen wanneer het tempo juist hoger lag. Tussen deze fases zit een overgang, ook wel de Preferred Transition Speed (PTS) genoemd. Het komt erop neer dat het energie-efficiënter zou zijn om bij een lage snelheid over te gaan op wandelen, terwijl aan de andere kant – gek genoeg – minder belastend voor je spieren is om op hogere snelheden te rennen dan wandelen, en rennen daardoor juist gemakkelijker kan voelen. Dat is dus tegenstrijdig.

Als de atleten met een stijgingspercentage van 10 graden bergop bewogen, kozen zij instinctief voor rennen in plaats van wandelen. Opvallend genoeg bleek rennen op dit punt juist langzamer dan wandelen. Toch bleek het voor atleten comfortabeler te voelen om te rennen dan te wandelen. Dat komt doordat rennen – wat meer energie vraagt – minder impact heeft op bijvoorbeeld je kuiten en schenen dan wandelen. Instinctief zal je lichaam je dus vanzelf aangeven wat het beste werkt bij verschillende tempo’s en stijgingspercentages: wandelen of rennen.

Conclusie

Concluderend is er (helaas) geen eenduidig antwoord op de vraag of het beter is om bergop te rennen of wandelen. Wat we wél kunnen stellen is dat je lichaam waarschijnlijk het beste zelf aanvoelt wat het meest comfortabel en effectief is. Daarbij is er niets beschamend aan wandelen. Sterker nog: het is soms dus energie-efficiënter en zelfs sneller dan rennen – danwel joggen – op een ongemakkelijk laag tempo.