Ze zwom goed, ze fietste zo mogelijk nog beter en op de marathon deed Marlene de Boer er opnieuw een schepje bovenop: de Nederlandse topatlete beleefde gisteren waarschijnlijk haar beste race ooit en werd tiende bij het WK Ironman op Kona. Ze verraste daarmee vriend en vijand, maar zeker ook zichzelf. “Ik heb hier nooit rekening mee gehouden.”

Eerst even een paar dagen terug, toen De Boer al verrassend relaxed en ontspannen bleek tijdens een uitgebreid interview. Ze sprak daarin de voorzichtige ambitie om binnen de top vijftien te finishen, maar vooral te hopen op een race waarover ze zelf na afloop tevreden kon zijn. Ook gaf ze aan – al vond ze dat lastig om te zeggen – in haar beste vorm ooit te steken. Terug naar vandaag: niets aan die woorden blijkt gelogen. Iedereen heeft een betere De Boer dan ooit gezien.

‘Superblij en tevreden’

“Ik ben superblij en tevreden”, spreekt De Boer een paar uur na haar finish. “Met zwemmen zat ik in de voor mij realistische en goede groep”, doelt ze op inderdaad een mooi pack waar ze aansloot, omringd door vrouwen als Laura Philipp, Solveig Lovseth, Kat Matthews en Lisa Perterer. “Toen ik net pro werd, heb ik nog wel moeite gehad om tijdens het zwemmen in de goede groep te komen, vooral omdat ik bij de start niet voldoende snelheid had om mee te komen. Ik heb nu veel moeten vechten, maar toch gecontroleerd kunnen zwemmen.”

Op de fiets was er wellicht heel even paniek, want liep De Boer tegen een eerste schrikmomentje aan. “De eerste tien kilometer had ik enorme kramp in mijn hamstring, waardoor ik wat posities verloor.” Terwijl het veld zich ondertussen meer en meer aan het vormen was, kwam De Boer daardoor wel in een grote groep terecht. “De eerste negentig kilometer heb ik daardoor slim kunnen fietsen, al moest ik erg opletten dat ik geen penalty kreeg: je zit tenslotte snel binnen de twaalf meter. Vlak voor Hawi (rond het keerpunt, red.) kwam ik op kop te rijden en na een snelle afdaling begon ik in het tweede deel van het fietsen vrouwen in te halen. Het laatste stuk stond er echt een flinke tegenwind en werd het al enorm warm.”

‘Merkte dat ik tempo niet kon volhouden’

Die warmte zou tijdens de marathon een cruciale rol spelen, want veel dames gingen gebukt onder de hoge temperaturen en in de slotfase van de race vielen koploopsters Lucy Charles-Barclay en Taylor Knibb zelfs uit, nadat ze kort daarvoor volledig werden bevangen door de hitte en zwalkend over de lange, brede en warme wegen bewogen. De Boer niet; zij hield haar hoofd letterlijk en figuurlijk koel. “Ik begon de marathon – voor mij – al in een droompositie binnen de top vijftien. Ali’i Drive was echter heel erg warm, er stond geen wind en ik merkte dat ik het tempo wat ik eigenlijk wilde lopen, niet kon volhouden.”

Verstandige keuze, topresultaat als gevolg

De Boer maakte toen een – achteraf gezien – verstandig besluit. “Ik heb besloten om niet naar mijn horloge te kijken en zo goed en snel als mogelijk op gevoel te lopen. Verrassend genoeg kwam er niemand van achteren en kon ik nog een aantal plekken opschuiven”, blikt ze terug op een marathon waarin ze inderdaad opschoof naar een zevende plaats. “Ik heb gedaan wat ik kon en heb gelopen voor wat ik waard was. Maar, op het punt waar Taylor (Knibb, red.) uitstapte (rond de 38 kilometer, red.), was het voor mij ook op. Helaas kwamen er toen nog drie dames voorbij, maar hier kan ik mee leven. Als ik reflecteer, dan heb ik nergens echt iets laten liggen of mijn hoofd laten hangen. Vooraf had ik voor deze uitslag getekend en zeker gezien het afgelopen jaar, is dit een fantastisch resultaat. Er stonden zoveel sterke vrouwen aan de start, waar ik al jaren tegenop kijk. Ik ben heel blij dat ik straks naar het podium mag.”