Met zeven mannen en drie vrouwen aan de start in het profveld, was Ironman Western Australia zojuist een nogal karige bedoeling. Gezien de vele reisrestricties viel dat niemand te verwijten en dus was het ook niet verwonderlijk dat er – op één Britse na – alleen Australiërs aan de start stonden. De winst ging naar Matt Burton en Kylie Simpson.
Burton kwam nog als voorlaatste uit het water, met een zwemtijd van 51:32 minuut. Hij lag toen ongeveer twee minuten achter op Steve McKenna, die samen met Lachlan Kerin en Caleb Noble uit het water kwam. Ook Fraser Walsh had op dat moment een goede aansluiting, want hij gaf slechts zes seconden toe.
Op de fiets begon Burton aan een inhaalslag, al lukte dat eigenlijk pas in de slotkilometers. Pas vlak voor T2 vond hij aansluiting met de kop van de wedstrijd en zo wisselde hij tegelijkertijd met Kerin naar de marathon. De rest van het veld lag toen op vier of meer minuten achterstand.
Tijdens de run zag Burton zijn voorsprong alleen maar groeien. Na 8:01:23 claimde hij de overwinning, 9:11 minuut voor McKenna die het zilver pakte. Walsh werd derde, 10:27 minuut achter de winnaar.
De vrouwenwedstrijd werd dus gewonnen door Simpson. Na het zwemmen had ze nog een achterstand van maar liefst ruim negen minuten op Kate Bevilaqua en de zwemtijd van 1:08:34 van Simpson was ook niet bepaald een geweldige tijd. Op de fiets had Simpson ongeveer 120 kilometer nodig om die achterstand goed te maken en toen liet ze Bevilaqua ook meteen achter zich. Vanaf dat moment werd haar voorsprong alleen maar groter, tot uiteindelijk meer dan drie kwartier. Op moment van schrijven was Simpson al binnen, met een finishtijd van 9:06:15, en lag Sarah Thomas 45:27 minuut achter. Bevilaqua lag daar weer acht minuten achter.