“Door de intensiteit van zo’n hele had ik tijdens de wedstrijd al genoeg tijd om na te denken, want toen kwam ik er al achter dat ik een beetje dom was geweest in de eerste fietsronde. Ik had zulke idioot goede benen. Je hoort vooraf honderd keer dat je geen gekke dingen moet doen en dat je je aan je eigen plan moet houden, maar toch liet ik me teveel meeslepen. Ik dacht ‘ik kan wel lekker koersen’…maar dat moest ik bekopen in de tweede fietsronde.”

Afgelopen zondag volbracht Niek Heldoorn tijdens Challenge Almere-Amsterdam zijn eerste Long Distance. Met een finishtijd van 8:25:15 uur en met oog op de korte en slechts beperkte voorbereiding die hij genoot voor zijn debuut, is hij niet geheel ontevreden. Maar er zijn genoeg leerpunten, legt Heldoorn ook uit.

“Het valt me gelukkig mee”, reageert Heldoorn als we hem drie dagen na de wedstrijd vragen naar de pijn in zijn benen. “Maandag voelde ik me slecht, maar ik kan ondertussen wel weer traplopen. Het doet zeer, maar ik heb de railing niet meer nodig”, lacht hij. 

Dat de hele een aanslag op je lichaam is, is algemeen bekend, maar toch moet je het zelf een keer meemaken om te weten wat het is. Dat weet Heldoorn ondertussen. Al werd hij vooraf gewaarschuwd dat hij zich aan zijn eigen tempo moest houden, vloog Heldoorn enthousiast de wedstrijd in toen hij na het zwemonderdeel een positie in een goed groepje genoot. “De beste leermeester is het zelf een keer meemaken. Want dat doe ik nooit meer…die fout maak je niet nog een keer. Dat kun je honderd keer horen, maar het zelf een keer voelen werkt het best.”

‘Ik kreeg het wattage niet meer omhoog’

Terwijl het wattage in de eerste fietsronde wel eens de 290 aantikte, daalde dat aanzienlijk in de tweede – en laatste – fietsronde. “Ik kon gewoon niet meer. Ik was gestopt bij een coachpost om voeding aan te pakken, maar ik verloor daarna in Almere-Haven mijn bidon met koolhydraten. Ik ben gestopt om die op te pakken, maar hij lag open op de grond en dus was ik eigenlijk twee keer voor niks gestopt. Ik ging verder, maar kreeg het wattage gewoon niet meer omhoog. Als ik maximaal ging, kreeg ik het wattage voor een paar seconden op 230 watt, maar gemiddeld kwam ik in die tweede ronde uit op 220 watt. In de eerste ronde had ik ‘peaks’ gereden van twintig minuten met bijna 290 watt. In de groep was het een beetje jojoën, maar gemiddeld zat het wattage toen zeker nog rond de 260.” Dat geeft wel aan hoe stuk Heldoorn ging. Er lonkte echter nog altijd een marathon en dat is geen lekker idee als je zo op de fiets zit. 

Tekst gaat verder onder afbeelding

Heldoorn op de dijk tijdens het fietsonderdeel. (Foto: Romy Louise van Schooneveld)

‘Dat wordt driekwart wandelen, dacht ik’

“Door hoe mijn benen op de fiets voelden, dacht ik dat het lopen niks zou worden. ‘Dat wordt driekwart wandelen’, dacht ik. Maar ik kwam toch nog verbazingwekkend goed van de fiets. Ik was over de eerste drie rondes nog wel tevreden. De derde was al wat trager, maar lang niet slecht. Op een gegeven moment – eind ronde vier – gingen mijn benen voelen zoals ze doen na een lange duurloop van 2,5 uur, maar nu moest ik nog eens veertien kilometer…” Dat werd afzien: “Ik moest nog enorm lang lopen met de zwaarste benen die ik ooit heb gehad. Dat hakte er mentaal hard in.”

‘Ik kon daar niet meer doorheen lopen’

Het tempo daalde aanzienlijk, maar leeg raakte Heldoorn niet. Dat is in ieder geval wel een goed teken, vertelt hij: “Ik kreeg al mijn koolhydraten gewoon binnen. Het was niet zo dat ik moest overgeven of dat de energie op was. Ik had ook geen trilhandjes of zwarte vlekken voor mijn ogen. Het was puur de spierschade in mijn bovenbenen. Daar kon ik gewoon niet meer doorheen lopen.” 

Eindsprint

Toch moest hij er nog een eindsprintje uitpersen, want met zo’n honderd meter te gaan, bleek een andere Nederlander hem op de hielen te lopen. “Ik kreeg een paar honderd meter voor het stadion van Ryan Wesseling (een supporter, red.) te horen dat Cornelis Scheltinga er aan kwam. Ik liep dat laatste rondje tegen waggelen aan, maar toch bleek ik mentaal nog in staat te zijn alles eruit te janken om hem voor te blijven. Dan speelt blijkbaar toch je trots nog op.” Heldoorn finishte uiteindelijk op een zestiende plaats. 

‘Ik kan er nog veel van leren’

Ondanks de zware dag die hij beleefde in Almere, laat Heldoorn het niet bij deze ene Long Distance zitten. “Ik kan er nog veel van leren en het toekomstperspectief die dat biedt, is tof.” Maar voorlopig doet Heldoorn het even rustig aan: “Er is dan nog wel een hele in Mallorca later dit jaar, maar ik heb niet genoeg tijd om me daar goed op voor te bereiden. Dus ik doe waarschijnlijk volgend jaar pas weer een Long Distance.”