Het Nederlands Kampioenschap Zwift werd op 24 februari verreden, ondertussen al meer dan een maand geleden. Afgelopen weekend maakte de KNWU de winnaar op haar website bekend. Dit was niet de aanvankelijke winnaar van de race – triatleet Niels Grote Beverborg – en ook niet de nummers twee of drie, maar Mick Kemper die als vierde finishte. Bij de dames hetzelfde beeld: Anneleen Bosma die als vierde finishte werd Nederlands kampioen.

Grote Beverborg zag de bui na de race al hangen, maar afgelopen weekend, ruim een maand na de race, was het bericht van de KNWU eindelijk daar. ,,Afgelopen weekend heb ik een email gehad waarin stond dat ik niet mee kon dingen naar de titel omdat ik geen KNWU licentie had. Het is een bijzondere uitkomst een maand later. Ik weet niet precies wat er gebeurd is, maar de hele top drie is geschrapt.” Grote Beverborg blijft echter wel realistisch. ,,Dat van die licentie was gewoon dom van mezelf. Als NTB-lid heb je in principe ook een KNWU licentie, maar die moet je wel activeren. Ik had van tevoren ook niet goed naar de regels gekeken, want ik had dan ook nooit verwacht te winnen.”

Een maand wachten op een uitslag is lang, maar daar is een goede reden voor. Bij navraag laat de KNWU weten dat ,,Zwift fietstesten in het lab af heeft laten nemen om de power-data van de toprenners te kunnen verifiëren. Men moet tenslotte ergens aan vast kunnen houden.” Deze bleken door de nummers twee en drie van de race niet reproduceerbaar. ,,Daarnaast ging het niet alleen om Nederland, maar wilde Zwift de uitslagen van de Nationale Kampioenschappen wereldwijd tegelijk bekend maken. Dat duurde even.”

(tekst gaat verder onder de foto)

Niels Grote Beverborg staat ook op de weg zijn mannetje. (Foto: aangeleverd)

Grote Beverborg kijkt toch met een goed gevoel terug op het NK Zwift. ,,Het was een mooie wedstrijd, ik had er voor mezelf een doel van gemaakt. Begin dit jaar verhuisde ik naar Stockholm en wist niet hoe de triathlon mogelijkheden daar zouden zijn, dus daarom had ik van het NK Zwift een doel gemaakt.”

De wedstrijd zelf had hij dan ook goed voorbereid. Het parcours was het  ‘Watopia Figure 8’ op Zwift, waar twee rondes van 29,8 kilometer verreden werden. In dit parcours zit een klim van 900 meter à 6% stijging gemiddeld dat in Zwift onderdeel uitmaakt van het zogenaamde ‘KOM klassement’. ,,Ik had van tevoren verwacht dat op het ‘KOM-segment’ het verschil gemaakt zou worden en kwam daar gelijk in de kopgroep terecht. Daarna kon ik eigenlijk de hele tijd goed mee in de groep.” De groep waar Grote Beverborg in reed, reed lang achter twee koplopers aan, die uiteindelijk toch weer bijgehaald werden. ,,Ik ben niet zo’n goede sprinter en ook niet zo zwaar. Ik wilde het niet op een sprint uit laten draaien en ben daarom de laatste klim volle bak op gereden en kwam tussen de twee koplopers en de achtervolgers terecht. Ik heb me toen toch maar terug laten zakken en ben in de groep richting de finish gereden. Daar ben ik met zo’n 300 meter te gaan heel vroeg aangegaan voor de sprint. Ik heb alleen maar doorgetrokken en niet gekeken wat er gebeurde, toen ik opkeek had ik nog 50 meter te gaan maar er was nog niemand te zien. Toen dus doorgereden en uiteindelijk gewonnen. De nummer twee heeft denk ik een inschattingsfoutje gemaakt, want iedere andere dag had hij mij eraf gesprint.”

Nadat hij de race won begon voor Grote Beverborg een maand van onzekerheid over de titel. ,,Eerst kwam er een bericht van Zwift dat de uitslag klopte, voor hun was de licentie alleen nodig om te checken dat je bent wie je zegt dat je bent. Later kwam er toch een bericht dat de licentie niet goed was en dat mijn geleverde power geverifieerd moest worden. Hiervoor moest ik gegevens aanleveren waarin ik op de weg dezelfde vermogens had gereden als tijdens de race. Hierin moesten maximaal vermogens van twaalf seconden, een minuut, vijf minuten en twintig minuten zitten. Die laatste twee moesten bij voorkeur bergop zijn, gezien de wind daar een kleinere rol speelt en aan de hand van gewicht en snelheid bergop berekend kan worden of het vermogen ongeveer klopt. Dit is nodig om te controleren of je je trainer niet verkeerd hebt afgesteld.”

(tekst gaat verder onder de foto)

Grote Beverborg op het hoogste treetje bij het Europees Kampioenschap Sprint Triathlon 2018. (Foto: aangeleverd)

Ondanks dit alles na ruim een maand dan toch het bericht dat hij niet naar de titel meedingt. ,,Ik vond het vooral lullig van mezelf: het was makkelijk te voorkomen geweest. Aan de andere kant maak ik me er niet te druk om. Het is een mooie race geweest en het voelt nog steeds alsof ik de race gewonnen heb, alleen dat truitje heb ik dan nu niet. Het NK Zwift heeft voor mij nog niet het gewicht dat een race op de weg wel heeft.”

Van Grote Beverborg kan hier terecht over spreken: afgelopen jaar won hij zijn Age Group M25-30 bij het Europees Kampioenschap sprint triathlon in Glasgow. Daarnaast is hij nog steeds positief over het concept van het NK Zwift. ,,Het is zo heel toegankelijk, maar als het straks écht om de knikkers gaat, moet het wel anders. Ik denk dat men over een paar jaar allemaal op dezelfde trainer moet rijden die van afstand te controleren en kalibreren is. Draarnaast zouden de deelnemers zich voor de camera moeten wegen zodat ook het opgegeven gewicht klopt. Een andere optie zou zijn om iedereen in een grote ruimte op trainers van de organisatie te laten rijden, al gaat dat wel weer ten koste van de toegankelijkheid.”

De KNWU zelf verkeert in eenzelfde tweestrijd. ,,Er zijn nog geen concrete plannen voor het NK Zwift volgend jaar. We gaan eerst samen met Zwift evalueren. Een mogelijkheid is dat we een aantal fysieke wedstrijden op locatie houden waar renners zich kunnen kwalificeren, met vervolgens een finale. Zo kunnen we zien en controleren of iemand daadwerkelijk een bepaald vermogen trapt, maar dat gaat wel weer ten koste van de toegankelijkheid. Het is juist zo mooi dat iemand op zijn zolderkamertje mee kan doen aan het Nederland Kampioenschap Zwift. Misschien komen er wel twee winnaars: eentje van het fysieke evenement en eentje van het evenement online.”

Genoeg plannen voor volgend jaar dus.