Borstcrawl is hét antwoord als je zo snel mogelijk van A naar B wil zwemmen, als je het goed onder de knie hebt althans. Maar er zijn nog zoveel andere slagen: de vlinderslag, de schoolslag en de rugcrawl. Volgens pro triatleet Tim Reed zouden we die niet helemaal uit het oog moeten verliezen. Sterker nog: ze moeten onderdeel uitmaken van het trainingsschema van een triatleet, ook als je in de wedstrijd uiteindelijk ‘gewoon’ borstcrawl zwemt.
“Ik noem een paar redenen waarom ook triatleten alternatieve slagen zouden moeten zwemmen en niet alleen maar de borstcrawl, zelfs al ben je er – net als ik – niet goed in”, schrijft Reed op social media. “Allereerst helpen die alternatieve slagen je ook je borstcrawlslag te verbeteren”, legt hij uit. “Nog meer dan wanneer je alleen maar borstcrawl zwemt, gek genoeg.”
“Schoolslag: perfect voor het verder ontwikkelingen van de catch fase van je borstcrawlslag. Als je bij schoolslag zwemmen last krijgt van je knieën, kun je gewoon kiezen voor vlinderslag of borstcrawl-benen”, zegt Reed over de klassieke schoolslag.
“De rugcrawl: een goed ‘tegengif’ voor de voorover gebogen en ingezakte schouders die kunnen ontstaan van al het borstcrawl zwemmen en fietsen”, zegt Reed. “Met deze slag werk je ook goed aan de duwfase van de borstcrawl; dat terwijl de benen vooral worden aangestuurd door de bilspieren; spieren die we altijd graag goed willen aanspreken. Ook de heupflexoren worden geopend met deze slag.”
Tot slot is er dan nog de vlinderslag, een slag die niet iedereen zo makkelijk onder de knie krijgt, maar zeker de moeite waard is om op te oefenen, vindt Reed. “De vlinderslag moet iets voorzichtiger worden uitgevoerd, maar voor atleten die voldoende flexibel hebben en fit genoeg zijn om het veilig te doen, is het een fundamentele workout voor je gehele ‘core’. En ook een workout die helpt bij het verbeteren van de borstcrawl.”