Quinty Schoens over ETU Cup Funchal en racen als elite: ‘Uren maken heb je op dit niveau echt nodig’
Aankomende zaterdag vindt de European Cup in Funchal, Portugal, plaats en hoopt Quinty Schoens voor de vijfde keer dit seizoen een top tien klassering neer te zetten in een ETU race. Behalve Schoens staan ook Marco van der Stel, Youri Keulen en Victor Goené aan de start. Als het aan Schoens ligt vertrekken ze in ieder geval liever vandaag dan morgen (ze vertrokken donderdagochtend, red.): ,,Het Nederlandse weer is verschrikkelijk de afgelopen dagen. Ik zit de hele week al op de Tacx. Het is echt drama, dus laten we maar gaan. Naar het goede weer toe. Ik heb er zin in en het bevalt mij wel zo’n zwaar fietsparcours.”
We spraken uitgebreid met Schoens over haar eerste seizoen bij de elite, trainingen, het doel om als reserve mee te mogen naar de Spelen en uiteraard haar verwachtingen van zaterdag. De wedstrijd, die bekend staat om de vele heuvels en het daardoor zware parcours, schrikt Schoens niet af. ,,Het wordt ook al mijn derde keer”, verklaart ze. ,,Twee jaar terug was ik negentiende dacht ik (veertiende zelfs, red.) en had ik wel een slechte race. Vorig jaar, in mijn laatste jaar als junior, werd ik iets van 21e. Maar toen zat ik nog in de euforie van het WK (Gold Coast waar Schoens negende werd, red.) dat ik daarvoor had gedaan. Toen deed ik hem als leuke afsluiter mee en was ik niet zo gefocust. Dat was geen succes.” Dat is dit jaar wel anders: ,,Nu ben ik wel goed voorbereid.”
In vorm
,,Mijn zwemmen is momenteel echt heel erg goed. Tenminste: dat had ik jaren geleden niet kunnen zeggen, ik ben er nu heel erg tevreden over.” Schoens verwacht dan ook in de kopgroep uit het water te komen: ,,Ik heb het veld gezien en er zijn geen hele sterke zwemmers, dus ik ga er vanuit bij de kop te zitten. Het fietsen daarna is zo zwaar met de beklimmingen. Ik hoop dat ik daar met de kopgroep mee kan fietsen. Dan is het zaak er druk op te houden zodat de goede lopers er niet bij kunnen komen. Maar het is natuurlijk ook de kunst om je niet helemaal naar de kloten te rijden en na één kilometer lopen stil te staan.” Dat maakt de tactiek zaterdag net iets anders dan normaal: ,,Normaal ga ik er volle bak in, nu ook maar ik probeer het eerste stuk volle bak te doen en als het dan niet gegroepeerd is, moet ik gewoon slim rijden. Geen onnodige energie verspillen of 25 meter voor een groep demarreren. Dat ga je mij niet zien doen”, lacht Schoens.
(tekst gaat verder onder foto)
Minstens top tien
Het doel voor aankomend weekend? ,,Ik ben tot nu toe iedere ETU Cup die ik dit jaar heb gedaan, binnen de top tien gefinisht. Dus het doel is sowieso weer top tien. Dat is minimaal. Met minder ben ik niet tevreden; als er een elf staat zeker niet”, lacht de zelfkritische Schoens.
Dit jaar is Funchal niet Schoens’ laatste wedstrijd van het seizoen: ,,Over anderhalve week gaan we (Schoens en vriend Marco van der Stel, red.) nog naar Peru en de Dominicaanse Republiek voor de laatste World Cups. We zijn dus sowieso nog wel in vorm. We doen deze er nog tussen om het gat te overbruggen tussen de vorige wedstrijden en de eerste in november. We willen nog even een wedstrijdprikkel hebben voor we weer reizen.”
‘Een super seizoen’
2019 was voor Schoens het eerste jaar tussen de elite: ,,Dan verwacht je niet zoveel, maar ik heb een super seizoen.” Dat terwijl de overstap voor veel atleten zwaar valt. ,,Ik heb hem goed kunnen opvangen. Het is een grote stap en daarom moet je in de laatste jaren bij de junioren eigenlijk al goed van voren zitten en wat ETU’s mee hebben gedaan bij de elite, wil je hem goed kunnen maken. Bij de junioren moet je goed zijn, anders haal je het al helemaal niet.”
Structureel veel uren maken
Behalve het racen tussen de elite, zit het ‘geheim’ hem in de vele uren maken én structuur, gelooft Schoens. ,,Ik heb gewoon heel veel gedaan. Structureel sinds twee jaar. Combinatie trainingen, duur, interval, fiets- en loopwedstrijdjes. 25 uur in de week train ik. Die uren heb je gewoon nodig, wil je als eerstejaars elite enigszins mee kunnen draaien.” Met zoveel uren is de kans op blessures natuurlijk altijd groter. Toch heeft Schoens er weinig last van: ,,Ik heb altijd wel loopblessures gehad, maar dit jaar gaat het verrassend goed. Ik doe ook veel krachttraining en ik denk dat dit voor mij goed werkt.” Veel van deze trainingsuren brengt Schoens samen met partner Van der Stel door, al ziet zijn planning er nog net wat drukker uit. ,,Hij zit meestal op de 27 tot 28 uur in de week. We doen veel trainingen samen. Zowel zwemmen als fietsen doen we veel met zijn tweeën en rustige duurlopen; interval, baan en heuvels doen we wel apart. En met interval fietstrainingen probeer ik gewoon zo lang mogelijk aan te haken”, lacht Schoens. ,,Maar ik heb dan meer aan Marco dan Marco aan mij.”
(tekst gaat verder onder foto)
Schoens als reserve mee naar de spelen
Eerder deze week werd duidelijk dat Schoens – net als Rani Skrabanja – probeert in aanmerking te komen als reserve voor de Spelen van 2020, mocht Nederland zich voor de Mixed Team Relay kwalificeren. ,,Ze willen een reserve vrouw meenemen, maar moeten zich natuurlijk eerst nog kwalificeren: dat is het belangrijkste. Zoals het er nu uitziet is het prima te halen als er niks fout gaat en alle landen presteren zoals ze nu doen.” Als na de bepalende wedstrijd in Abu Dhabi volgend voorjaar het licht op groen gaat, is het zaak voor Schoens te zorgen binnen de top 140 op de Olympische ranking te staan. ,,Dat haal je via World Cups en WTS-races. WTS doe ik nog niet, dat is mij drie stappen te hoog. Vandaar dat ik meer wereldbekers ben gaan racen; zoals Madrid. Rani heeft hetzelfde doel. Zij staat 143 en ik 165e, ofzo. Maar ik ben pas sinds dit jaar begonnen en Rani sinds vorig jaar, want zij is ouder dan ik. We proberen met zijn tweeën in die top 140 te staan vóór mei, want dan sluit de kwalificatie. Dan kan de bond ons kiezen en anders mogen we überhaupt niet mee. Stel we halen het allebei, dan is het aan Adrie (Berk, Technisch Directeur Triathlon Bond, red.) om te kiezen.” Voor de mannen is het nog niet duidelijk of er een reserve mee gaat. ,,Tot nu toe hebben zowel Jorik als Marco zich niet individueel geplaatst. Als zij zich niet plaatsen weet ik niet wat ze daar mee doen, want dan is het risico ook kleiner. De vrouwen zouden in de individuele race kunnen vallen.”