In het Duitse Dresden is een bizarre rechtszaak voorgekomen van een triatleet die in 2017 bij de finish van de Schloss-Triathlon van Moritzburg (Sprint Distance) in elkaar zakte. Hij kreeg het moeilijk in de laatste meters, werd door een andere atleet over de finish geholpen en stortte toen in. Hij kreeg meteen hulp van de reddingsdiensten ter plaatse en werd met een ambulance afgevoerd naar het ziekenhuis, waar hij even in levensgevaar verkeerde. De triatleet legde – na hersteld te zijn – een klacht neer tegen de triatlonorganisatie én de reddingsdiensten, maar werd in het ongelijk gesteld. De triatleet tekende beroep aan, maar ook dat beroep wordt nu door de rechtbank verworpen. Aan de triatleet, die 25.000 euro schadevergoeding eiste, is gevraagd zijn aanklacht in te trekken, ook omdat uit getuigenverklaringen duidelijk gebleken zou zijn dat hij aanvankelijk alle behandeling van de medici weigerde.
“Na overleg met de eiser heeft de tweede senaat van het Oberlandesgericht Dresden aanbevolen zijn rechtszaak in te trekken. Als de eiser dit niet doet, is het hooggerechtshof van Dresden van plan om zijn vonnis op 10 januari 2024 bekend te maken,” aldus een persbericht. Hieronder het volledige persbericht over deze opvallende rechtszaak.
“Ernstige tekenen van uitputting”
“Woensdag behandelt de 13de Civiele Senaat van het Oberlandesgericht de schadeclaim van een atleet naar aanleiding van een sportevenement. Op 11 juni 2017 nam de eiser deel aan een zogenaamde “Jedermann Triathlon” in Moritzburg, die werd georganiseerd door de eerste verweerder, een vereniging. De tweede verweerder, eveneens een vereniging, had van de eerste verweerder de opdracht gekregen om tijdens het sportevenement reddings- en publieke reddingsdiensten te verlenen. Het evenement bestond uit 750 meter zwemmen, 20,4 km fietsen en 5 km lopen. De temperatuur was die dag meer dan 30° C. De eiser vertoonde ernstige tekenen van uitputting op het loopparcours. Hij haalde alleen de laatste meters met de steun van een andere atleet en stortte toen in bij de finish. Hij werd ter plaatse verzorgd door paramedici van de tweede verweerder. Na onderzoek door de inmiddels opgeroepen spoedarts is eiser per ambulance naar het ziekenhuis gebracht.”
“De eiser is van mening dat de hulpdiensten van de tweede verweerder hem veel te laat en verkeerd hebben behandeld. De organisatie was slecht en de noodarts had eerder gebeld moeten worden. Een ambulance arriveerde pas na meer dan 30 minuten. Toen de eiser in het ziekenhuis aankwam, verkeerde hij in een levensbedreigende toestand. Hij was nadien meer dan twee maanden werkonbekwaam. Verweerders stellen dat ze alles hebben gedaan wat nodig was om de eiser te helpen. De zorg ter plaatse was ook moeilijk omdat de eiser aanvankelijk elke behandeling weigerde.”
Uitdrukkelijk behandeling geweigerd
“Na een uitgebreide bewijsvoering wees de regionale rechtbank de vordering af. Op basis van getuigenverklaringen werd aangenomen dat eiser uitdrukkelijk behandeling had geweigerd. De door de rechtbank benoemde deskundige was tot de conclusie gekomen dat verweerders alle noodzakelijke maatregelen voor de eerste behandeling van eiser correct hadden geïnitieerd en uitgevoerd. Eiser betwist dit met zijn hoger beroep, waarmee hij zijn doel in eerste aanleg – vergoeding van inkomstenderving en schade aan zijn huishouden alsmede een morele schadevergoeding ten bedrage van ten minste 25.000 euro – nastreeft. In het bijzonder bekritiseert hij wat hij beschouwt als een onjuist expertiserapport.”