Eigenlijk zijn triatleten altijd bezig met gas geven en watts besparen. Als we dan beginnen over remmen lijkt de interesse een stuk minder groot, maar toch ontstaan daar discussies met de opkomst van – of eigenlijk zelfs overgang naar – hydraulische schijfremmen. Waarom moet iedereen schijfremmen? Is het beter? En wat zijn de opties? We belichten de voor- en nadelen.

Om te beginnen kijken we naar de techniek van verschillende soorten schijfremmen:  hydraulische, mechanische en hybride

Hydraulische schijfremmen
Bij hydraulische schijfremmen zit er op het wiel een metalen schijf – ook wel rotor – en een remklauw, genaamd caliper. Wanneer je de hendel inknijpt stuwt er olie de remleiding in naar de caliper. De druk die daarbij komt kijken zorgt dat de zuigers in de caliper tegen de remschijf duwen en zo het wiel afremmen. Veel atleten geven de voorkeur aan een hydraulisch systeem aangezien deze weinig onderhoud vergen en zichzelf bijstellen om zo identiek te blijven functioneren.

Mechanische schijfremmen
Er bestaan ook schijfremmen die gebruik maken van een binnen- en buitenkabel. Deze hebben als voordeel dat ze samenwerken met een conventionele remgreep en dat er dus geen olie reservoir op de hendel bevestigd is. Een nadeel van mechanische schijfremmen is dat de binnenkabel vies kan worden en van spanning kan veranderen, wat de remkwaliteit negatief beïnvloedt. Daardoor is er over het algemeen ook meer onderhoud nodig.

Hybride systemen
Tot slot zijn er nog hybride systemen waarbij een conventionele remgreep gecombineerd wordt met een hydraulische remklauw door middel van een adapter, maar deze worden weinig gebruikt.

(tekst gaat verder onder foto)

Schijfremmen. (Foto: Pinterest)

Voordelen
Maar waarom zou je overstappen? Het voornaamste voordeel van schijfremmen is het feit dat ze een sneller en directer remvermogen hebben. Dit is ook de reden dat ze al lange tijd in het MTB en offroad circuit gebruikt worden. Nieuw is de opkomst van deze techniek in het wegwielrennen en de triathlon. Vooral ook tijdens regenachtige dagen komen schijfremmen verrassend effectief uit de hoek; zo verliezen ze beduidend minder grip. Behalve dat schijfremmen beter remmen, scoren ze ook hoog als het aankomt op gemak. Zo hoeven ze niet opnieuw afgesteld te worden bij het wisselen van bandbreedtes. Voor mensen die het dus liever bij fietsen houden en niet staan te springen voor een regelmatige onderhoudsbeurt zijn schijfremmen ideaal. Zodra ze correct zijn geïnstalleerd heb je er in principe geen omkijken meer naar.

Aerodynamica
Veel kritische sporters reageren argwanend bij het zien van schijfremmen en twijfelen aan de aerodynamica. We moeten ze nageven dat het er inderdaad niet heel aero uitziet. Desondanks kwam uit testen in de windtunnel naar voren dat schijfremmen net zo snel – al dan niet sneller zelfs – zouden zijn als velgremmen. Zo verklaart Nathan Barry, productontwikkelaar bij Cannondale met een PhD in toegepaste aerodynamica: ,,Schijfremmen halen veel van de aerodynamica beperkingen weg van het frame, met name bij de balhoofdbuis en de voorvork. Gezien het belang van juist dit deel van de fiets, heeft dat positieve invloed op de aerodynamische prestaties.” Toch hebben veel mensen moeite dit te geloven en dat is niet gek gezien het behoorlijke formaat van de schijven.

Nadelen
Wanneer er dan wél eens wat aan de remmen mankeert, is het probleem minder eenvoudig zelf op te lossen. Zo kan de druk wegvallen wanneer de rem wordt ingeknepen terwijl er geen rotor tussen de blokken zit. Als dit gebeurt moet het systeem worden ontlucht en dat is een lastig klusje.

Looks en kosten
Schijfremmen vallen op en terwijl de één ze gaaf vindt, vindt de ander ze te lomp. Niet alleen op de wielen springen ze in het oog, ook de remgrepen zijn – in het geval van het hydraulische systeem – iets opvallender door het oliereservoir. Deze looks mogen ook wat kosten: wanneer je namelijk overstapt op schijfremmen betekent dit dat oude wielsets met velgremmen niet meer gebruikt kunnen worden en dat kan voor hoge extra kosten zorgen.

Gewicht
Eén van de grootste bezwaren die atleten hebben tegen schijfremmen is het feit dat ze extra gewicht toevoegen. Anderen beweren dan weer dat dit meevalt en het nooit om meer dan 500 gram zou gaan. Maar wij verwachten dat de gemiddelde triatleet daar toch wel van zal schrikken; voor de verbeelding hebben we het dan dus over een kleine bidon aan gewicht.

Conclusie
Het kan even tijd kosten om je in de materie te verdiepen, maar over het algemeen kunnen we stellen dat schijfremmen een ‘go’ zijn als je preciezer wil remmen en onderhoudsbeurten niet favoriet zijn. Daarbij zou je dan niet inleveren op aerodynamica of zelfs genieten van een iets optimaler gestroomlijnde fiets als we afgaan op onderzoek in de windtunnel. Het extra gewicht kan wel een nadeel zijn voor fervent klimmers. Daarentegen kunnen klimmers het betere remvermogen van schijfremmen – tijdens afdelingen –  dan wel weer goed gebruiken. Dit zijn uiteindelijk allemaal afwegingen die je zelf moet maken. Hoe dan ook lijken velgremmen langzaam te verdwijnen, wat suggereert dat schijfremmen toch wel de ‘way to go’ zijn.