Menno Koolhaas won afgelopen weekend Ironman Arizona, pakte daar een slot voor het WK Ironman Kona, maar deed nog de meeste monden open vallen met zijn bizar snelle tussentijden én dus ook totaaltijd: na 7:28:52 uur kwam Koolhaas over de finish. Als je de tijd van Koolhaas afzet tegen de snelste tijden ter wereld, is één ding duidelijk: de Nederlander doet niks onder voor een man als Kristian Blummenfelt.

Blummenfelt noteerde een paar jaar geleden namelijk de snelste tijd ooit op een Long Distance: 7:21:12. Daarbij moet worden opgemerkt dat het zwemonderdeel met sterke stroming in de rug plaatsvond, waardoor minuten sneller werd gezwommen dan bij ‘normale’ races. Niet voor niets wordt de tijd van Blummenfelt niet erkend als snelste tijd; die eer is vooralsnog voorbehouden aan Magnus Ditlev, die vorig jaar 7:23:24 bij Challenge Roth noteerde. Dat gezegd hebbende: laten we toch eens kijken naar de tussentijden van Blummenfelt.

Dat is namelijk de moeite waard, zeker als je probeert te begrijpen wat een ongelooflijke prestatie Koolhaas leverde. Koolhaas lag afgelopen weekend 48:00 minuut in het water. Blummenfelt noteerde in Cozumel 39:41. Hier werd dus – met bovenstaande reden als logische oorzaak – met minuten gestrooid door Blummenfelt. Op de fiets was dat echter anders: Blummenfelt fietste 4:02:40, tegen een 4:01:26 van een dus snellere Koolhaas. Blummenfelt liep vervolgens 2:35:24 en Koolhaas…..2:35:47.

Rest één woord om de prestatie van Koolhaas in het juiste perspectief te plaatsen: wereldklasse.