,,Foei ik weet niet of ik dit lang kan volhouden, dacht ik. Toen zag ik dat anderen er om mij heen echt doorheen zaten. Ik dacht ‘ik moet fitter zijn’ en daar haalde ik energie uit.” Ruim één miljoen mensen zagen afgelopen zaterdag hoe triatleet Tom Oosterdijk de beste kuil groef in de eerste uitzending van het televisieprogramma Kamp van Koningsbrugge. Dat niet alleen zijn kuil potentie had, maar ook Oosterdijk zelf was snel duidelijk. Terwijl de eerste deelnemer al binnen één uur uitstapte en niet veel later ook triatlete Marjolein van Loenen overwoog de handdoek in de ring te gooien, leek Oosterdijk goed om te kunnen gaan met de heftige fysieke en mentale uitputting.

,,Het eerste half uur was zwaar”, denkt Oosterdijk terug aan de eerste proef die de ‘gewone’ burgers aangingen: door een weiland kruipen, rollen, tijgeren en sprinten. ,,Het gaat allemaal als een sneltrein en je bent die eerste dag vooral met jezelf bezig. Je probeert echt te overleven. Ik had ook niet in de gaten bijvoorbeeld dat Ab (Van der Woude, deelnemer, red.) afviel. Op tv zag ik ook dat Marvin het heel zwaar had. Ik zag toen wel dat mensen het zwaarder hadden dan ik, maar ik had niet echt in de gaten dat ze eruit gepakt werden.”

‘We wisten niet hoe we het gedaan hadden’

Er was na deze eerste slopende test weinig tijd voor zelfmedelijden, want het volgende stond alweer op de planning: een speedmars van drie kilometer. Al lijkt deze afstand voor een lange afstands atleet als Oosterdijk geen grote uitdaging, is het met een rugzak van twintig kilo, een wapen en lompe schoenen toch wel even wat anders, legt Oosterdijk uit. ,,En we wisten niet direct hoe we het gedaan hadden. We kwamen binnen en moesten gelijk een rekentoets maken.” Een test om te achterhalen of iemand na een zware inspanning nog in staat is om helder te denken. Terwijl veel deelnemers dus nog met de vraagtekens in hun hoofd zaten of ze hun speedmars überhaupt goed hadden volbracht – de limiet was achttien minuten – moesten ze alweer rekenen.

Snelle speedmars

,,Ik dacht wel: ik ben hardloper, ik moet het geregeld hebben”, vertelt Oosterdijk. Of Oosterdijk het inderdaad ‘geregeld’ had en met wat voor tijd, kwam in het programma niet naar voren. Ondertussen mag Oosterdijk zijn tijd delen: 13:22 minuut. Een indrukwekkende tijd blijkt wel, want nog nooit eerder zou iemand zo hard hebben gelopen bij de commando’s. ,,Ik denk dat ze het er niet in hebben gelaten, omdat het een beetje een overkill is. Het plaatst de tijden van anderen in perspectief. Hardlopen is natuurlijk wel wat ik doe en ik ben gespierder gebouwd dus kan ook goed lopen met een rugzak. Ik denk dat ze er tactisch voor hebben gekozen. Voor de commando’s was het belangrijk dat iedereen er maximaal voor ging. En dat heeft iedereen gedaan.”

Potentie

Met de ‘bootcamp’ en speedmars waren de eerste twee uitdagingen van de dag achter de rug, maar misschien wel de zwaarste volgde nog: een gat graven van ongeveer één meter bij één meter en een halve meter diep. Oosterdijk sloeg zich er het beste doorheen, was als eerste klaar en had zelfs nog energie over voor een grapje toen zijn kuil tussentijds streng werd gecontroleerd. Oosterdijk zijn kuil werd de eerste keren genadeloos afgekeurd, maar terwijl de meeste deelnemers boos reageerden, betreurd of wanhopig, vroeg Oosterdijk zich af of zijn kuil op zijn minst potentie had. ,,Ik vroeg mij gewoon af of ik een potentieel goede kuil had, dus ik zei dat als grapje. Toen zeiden ze het zelf ook: hij heeft wel potentie”, vertelt de atleet met een lach. De simpele maar grappige woordwisseling werd door veel kijkers opgepikt en de ‘potentie’ van Oosterdijk kwam dan ook veel ter sprake op social media.

‘Af en toe een grapje helpt’

,,Ik kan er wel om lachen als het dan niet lukt. Ik vind het ook belangrijk om dingen te relativeren én ik geloof ook dat als je er heel serieus in blijft staan, het een hele zware tijd wordt voor jezelf. Af en toe een grapje helpt wel.” Ondanks de strenge en kille sfeer moest dat kunnen, vond Oosterdijk. ,,Zolang je het wel gewoon fixt. Als je het mannetje bent dat de hele tijd grapjes maakt en achter de feiten aanloopt, zijn ze er snel klaar mee.”

Vrouwen net zo hard aangepakt: ‘Dat is niet oneerlijk’

In het programma wordt van alle deelnemers dezelfde inspanning verwacht, en dat is ook logisch, want in kritieke situaties moet je als commando’s op elkaar kunnen rekenen. Toch kwamen er online een aantal reacties op het feit dat de vrouwen exact dezelfde dingen moeten doen als de mannen. ,,Ik las wel dat mensen zeiden dat ze niet snappen dat vrouwen precies dezelfde rugzak moeten dragen als mannen en dat het oneerlijk is. Maar, nee…Dat is niet oneerlijk. Jij wil als vrouw meedoen en zien hoe het bij de commando’s is. Als je op missie gaat moet je dezelfde bepakking kunnen tillen. Je moet blindelings op elkaar kunnen vertrouwen en op elkaar kunnen rekenen. De vrouwen werden dus niet gespaard.”

‘Er werd altijd wat verzonnen’

Dat Oosterdijk fit is, vormt een klein voordeel, maar het betekent niet dat de oefeningen voor hem makkelijker zijn. ,,Het punt is: ik kan het allemaal wel, maar je moet met een groep binnen één minuut terug zijn bijvoorbeeld. Dan ben ik misschien de snelste en kan ik vooruit sprinten, maar dat is geen team ‘effort’. Dus ik wist direct dat ik de langzame mensen mee moest trekken. Dan wordt het al een stuk zwaarder. Zo was dat bijvoorbeeld ook als je op handen en voeten heen en weer moest lopen; dan was ik vaak als één van de eerste terug, maar het was dan niet alsof ik kon chillen. Dan moest ik in voorligsteun gaan staan, gehurkt of in een andere houding. Er werd altijd wat verzonnen.”

‘Er waren toch geen wedstrijden’

In maart zag Oosterdijk de oproep voor deelnemers aan Kamp van Koningsbrugge. ,,’Dit gaan we doen’, dacht ik. Ik was in eerste instantie benieuwd of ik fysiek en mentaal sterk genoeg zou zijn. Er waren toch geen wedstrijden en ik wil mezelf testen. Het is natuurlijk ook een mooi middel voor meer bekendheid voor de sport en mijzelf.”