Wanneer je op zoek gaat naar een nieuwe racefiets, dan kan je bij heel wat fietsenzaken terecht. Wil je echter een tijdrit- of triatlonfiets, dan wordt de spoeling al heel wat dunner. Daarbij blijft het dan nog maar de vraag of je in het – eigenlijk best beperkte – aanbod je gading vindt. Je wil natuurlijk dat frame, met die wielen, dat stuur en die onderdelen. Customizen kan bij bepaalde dealers, maar wij gingen helemaal zelf op zoek naar ons ding. Van berg onderdelen tot compleet racemonster.
Goede maten
Alles begint met een goede maat. Zit je op een te kleine of te grote fiets, dan is het plezier meteen helemaal weg. Laat daarom voor je aan je zoektocht naar onderdelen begint de juiste framemaat bepalen. Dat kan bij gespecialiseerde wielerzaken, een meetcentrum, in Décathlonvestigingen of via het internet op www.bikefitting.com , www.wrenchscience.com , www.roseversand.nl of de sites van framebouwers zoals het Duitse Canyon. Let wel, een tijdritframe is gemiddeld tussen de 3,5 en 5 cm kleiner dan een standaard raceframe.
Eens je de goede maatvoering op zak hebt, kan de zoektocht naar onderdelen beginnen. Meteen het begin van je avontuur. Zelf lieten we op de Utrechtse fietsbeurs ons oog vallen op een Pro-Lite Espresso tijdritframe met bijhorende Galileo aerovork en aero zadelpen. Het frame wordt niet in de Benelux ingevoerd, wat het in onze ogen meteen interessant, want exclusief maakt.
Als afmontage kiezen we voor Shimano Ultegra, Spinergy Rev-X wielen, Look Kéo Sprint-pedalen, een Pro Falcon-zadel met gepolsterde neus en het T2-ligstuur van Profile Design.
Heel wat van die onderdelen zijn mits wat zoeken courant in de handel verkrijgbaar, maar wanneer je toch aan het zoeken gaat, is het interessant om tijdens je zoektocht toch ook eens het internet af te schuimen. Postorderbedrijven zoals het Duitse Roseversand uit Bocholt hanteren immers prijzen waar de kleinhandel onmogelijk aan kan tippen.
Wanneer je alles bij elkaar ziet liggen, dan lijkt het op een puzzel en heel wat werk, maar het opbouwen van een race- of triatlonfiets valt, mits een goede voorbereiding best mee. Met een set imbussleutels kom je een heel eind. Toch is voor de opbouw van een fiets ook gespecialiseerd materiaal nodig. En daarbij denken we zowel aan een momentsleutel – die fanatieke sleutelaars vast liggen hebben – als aan specifiek gereedschap om het bracket te vlakken. We besluiten daarom om op veilig te spelen en stappen voor deskundig advies naar Sam Gomis van ‘t krom wiel uit Brugge.
Voorbereiding
Voor je echt met de opbouw aan de slag kan, moet het frame worden voorbereid. Zo moet de zadelbuis glad en bramenvrij worden gemaakt. Je wil immers niet dat je carbon zadelpen bij aanspannen gaat scheuren of breken door in de zadelbuis achtergebleven oneffenheden.
Wanneer we daarmee klaar zijn wordt de schroefdraad van het bracket glad en strak worden gemaakt. Het frame wordt dan wel standaard met schroefdraad geleverd, maar daar kunnen lakresten in achtergebleven zijn. Daarnaast is het, vooral bij de montage van een Shimano Hollowtech II bracket, van belang dat het frame ter hoogte van het bracket goed wordt gevlakt. De lagers van een Hollowtech II-bracket liggen immers buiten het frame en moeten precies op het frame aansluiten om kromtrekken van de as te voorkomen.
Het frame zelf frezen is geen optie, omdat je er specifiek – en vooral duur – gereedschap voor nodig hebt. Dit is met andere woorden specialistenwerk.
Schrik niet wanneer je hierbij metaalschilfers van je frame ziet vallen. De frees zorgt er immers voor dat overtollig metaal genadeloos wordt verwijderd.
Trapas en cranckstel
Nadat het frame is gevlakt en de schroefdraad is nagetapt, kan je de lagers monteren. Hierbij is het belangrijk dat je het bracket eerst invet met montagepasta.
De lagers worden onafhankelijk van de trapas in het frame gemonteerd. Op de lagers staat duidelijk L en R. Met een pijltje staat aangegeven in welke richting je de ingevette lagers vast kunt zetten. Het rechterlager monteer je aan de kant waar het crankstel komt.De lagers draai je vast met de meegeleverde sleutel of met een speciale lagersleutel. Doe dit nooit met een watertang. Hiermee loop je niet alleen de kans je lagers onherroepelijk te beschadigen, de kans dat je ook schade aan je bracket aanricht is niet ondenkbeeldig.
Wanneer de lagers gemonteerd zijn wordt het crankstel met de as van rechts naar links door de lagers geschoven. Daarna wordt de linkercrank over de as geschoven en
monteer je het eindkapje.
Draai vervolgens de twee inbusbouten op de linkercrank aan met een momentsleutel. Op de linkercrank staat het ideale aandraaimoment genoteerd: tussen 13 en 15 N/m.
Vork
Bij een nieuwe fiets, dien je vrijwel altijd de voorvorkbuis af te zagen. Monteer daarvoor eerst de voorvork, zet wielen met banden in het frame, schuif de stuurpen over de vorkbuis en meet de afstand tot de grond. Die moet gelijk zijn aan de maat die je op je maatvoeringsfiche vindt. Markeer en hou rekening met een speling van 2mm tussen het einde van de vorkbuis en de bovenkant van de stuurpen. Anders kan je het balhoofd niet stellen. Onze vork heeft precies de goede lengte, dus is zagen geen nood. Moet je wel zagen, zet de vork met het gedeelte dat afgezaagd wordt vast tussen een bankschroef en zaag voorzichtig maar met vaste hand. Vijl nadien de bovenzijde van de vorkbuis mooi glad.
Voor je de vork monteert, sla je de ster van het balhoofd ongeveer 4 cm diep in de buis. Die ster zorgt ervoor dat je nadien het balhoofd kunt stellen. Nadien plaats je de lagers in de balhoofdbuis, vet je die lagers goed in, plaats je de kroon op de vorkbuis en schuif je de vork door de balhoofdbuis.
Gebruik bij een carbon vorkbuis steeds de bijgeleverde plug die met de vork wordt meegeleverd.
De ruimte tussen het balhoofd en de stuurpen vul je op met vulringen. Schuif de stuurpen over de vorkbuis, draai de schoef in het afdekkapje en de schroeven van de stuurpen aan. De schroef van het afdekkapje wordt aangedraaid tot 8 N/m, de boutjes van de stuurpen met 15 N/m.
Wanneer de vork gemonteerd is, kunnen de remmen worden bevestigd.
Bekabeling
Bij een tijdritframe lopen de versnellingskabels en de kabel voor de achterrem door de framebuizen. Schuif een kabel door de buitenkabel, zodat je die laatste over de kabel door het frame kunt trekken. Dat bespaart je een hoop gevis en gevloek.
Versnelling
Nu kunnen ook de derailleurs op het frame geplaatst worden. De voorderailleur monteer je op de derailleurpat op het frame of op de losse klem.
Tussen de voorderailleur en de tanden van het grootste kamwiel moet een ruimte van 2mm zitten. Monteer de derailleur mooi recht boven de tandwielen, dat verzekert een perfecte werking nadien.
Voor we de achterderailleur kunnen monteren kijken we eerst na of de derailleurpat recht is. Dat klinkt vreemd, maar op de meeste frames is dit niet het geval. Een schuine pat zorgt ervoor dat het schakelen stroef of rammelend verloopt. De pat richten we met speciaal gereedschap. Daarna wordt de schroefdraad ingevet met montagepasta en gaat de achterderailleur op het frame.
De correcte lengte van de ketting bepaal je door de ketting zowel voor als achter op het kleinste tandwiel te leggen. In die positie mag de ketting op de pion het bovenste derailleurwieltje net niet raken. Doet de ketting dat wel, dan moet je de ketting inkorten. Het inkorten doe je met een kettingpons. Bij Shimano-kettingen wordt standaard een breekpennetje geleverd. Dat moet met de kettingpons door de ketting worden geduwd en nadien afgebroken. Wij kiezen voor een KMC-ketting, waarbij een handiger connectorschakel wordt geleverd.
Afstelling
Daarna worden de derailleurkabels gemonteerd en worden de derailleurs afgesteld.
Om de achterderailleur af te stellen trekken we eerst aan de binnenkabel van de achterderailleur en schakelen de derailleurhandel helemaal af. Draai nu het crankstel rond en controleer of de derailleur naar het kleinste kransje schakelt. De geleidewieltjes moeten netjes in lijn onder het kleinste tandwiel gaan staan zonder extreem geratel. Staat de derailleur te ver naar binnen of buiten, dan kun je dat met een van het paar stelschroeven bijregelen. Bij Shimano is deze schroef vaak gemerkt met H. Wil de derailleur ondanks vlijtig schroeven niet ver genoeg naar buiten, dan staat vermoedelijk de binnenkabel te strak. Om dat te verhelpen, draai je de buitenkabelstelschroef in of schroef je de binnenkabel los.
Daarna schakel je op naar het het grootste kettingblad. De derailleur mag daarbij de spaken niet raken, en de ketting mag ook nu niet ratelen. Is dat wel het geval, dan kan de de derailleur bijstellen met de L-stelschroef.
De voorderailleur stellen we af door de ketting vooraan op het kleinste en achteraan op het grootste kettingblad te leggen. De ketting mag de kooi van de derailleur niet raken. Is dat wel zo, dan kan je de derailleur bijstellen met de stelschroef het dichtst bij de zitbuis.
Schakel daarna voor naar het grootste en achteraan naar het kleinste kettingblad. Ook nu mag de ketting de kooi niet raken. Is dit wel zo, dan kan je dit bijregelen met de buitenste stelschroef.
Ten slotte bevestigen we de remkabels, wikkelen een stuurlint en worden stuur en zadel op de juiste maat afgesteld, waarna we met ons fonkenieuwe racemonster op stap kunnen.