Zondag 2 juli, bloedheet en stralende zon. Helaas geen hagelwitte stranden en palmbomen om revanche te nemen voor mijn Braziliaanse (onterecht, maar dat zal iedereen wel vinden) diskwalificatie.
Maandenlange trainingsarbeid en opoffering, zonder een concreet resultaat, dit begon mijn zelfvertrouwen behoorlijk aan te tasten. Thuis gekomen bleek de airco van het vliegtuig mijn luchtwegen zwaar te hebben toegetakeld, dus weer schrappen in de trainingsplanning en geen herkansing in Brugge en Brasschaat. Dat viel zwaar, heel zwaar zelfs.
Genezen of niet, in Antwerpen moest en zou ik starten en met zware ambities : 4u30 en minstens top 5.
In alle eerlijkheid, de minder sterke bezetting bij de dames en de ingekorte afstanden hebben het halen van dit doel wat ondersteunt, al was de staat van het fietsparcours en de hitte zeker geen meewerkende partij.
Over mijn progressie in het zwemmen kan ik euforisch doen, toch wat de eindtijd betreft. Enige matiging is vereist, vermoedelijk slechts een 1600 meter te zwemmen en een vrij lange loopstrook naar de wisselzone. Enkele zware uppercuts, maar niet de verwachte opstoppingen aan de boeien en na een vlotte 27 minuten was ik van badmuts en wetsuit verlost.
Fiets op, in de wisselzone de eerste 2 dames inhalen, en nu beuken maar op zoek naar het groot geweld vooraan in het pak. Allez beuken is veel gezegd, na luttele kilometers was het een kunst je stuur niet te lossen op de Bos van Wallers-adepten en rijvaardigheid te demonstreren bij het kruisen van de diverse spoorwegovergangen.
Eénmaal dat overleefd bleek mijn drinkvoorraad wel verdwenen. Het vlotte fantastisch goed, de wind lekker in de rug (veelbelovend voor de terugtocht) kon ik een strak hoog tempo rijden in het desolaat verlaten havengebied.
Het gebrek aan bevoorrading in deze strook bezorgde me lichte paniekreacties, gels en repen genoeg, maar zonder drank geraak je niet ver bij tropische temperaturen.
Iets voorbij de eerste drankpost (waar ik eindelijk wat water en een flesje gatorade kon meescharrelen) kon ik Inge VDBroeck inhalen. Dat had ik zo vroeg nog niet verwacht, het voelde wel goed aan, maar was dit geen zelfmoord? Aan het keerpunt ontwaarde ik Wout en Manu, notoire hardrijders van ons team, iets klopte niet.
Vanaf dan moet ik toch wat gelost hebben (of mijn gebruikelijke capaciteiten hebben aangesproken) want aan het keerpunt in de tweede ronde merkte ik dat ik terug wat terrein aan het verliezen was. Ik probeerde harder, nog een mikpunt toen ik Lieve Cappaert kon inhalen, maar toen begon de lange lijdensweg terug tegen wind.
Sophie De Groote fietste ongeveer anderhalve minuut voor mij, maar moedeloos alleen was het al een succes geen terrein prijs te geven.
Halfweg niemandsland was ik zo opgetogen van enig gezelschap, dat ik met plezier de rest van mijn sportdrankrantsoen afstond aan een dorstige LTTL-er. Uit zijn kielzog sprong een gele WTT-er naar voor die mij verder richting Antwerpen loodste, zij het reglementair, ik blijf consekwent ook in moeilijke tijden.
Die oostenwind was echt mijn ding niet, de kleine stukken waar ik ze niet frontaal moest trotseren, kon ik toch enige waardigheid houden door de zeer aimabele Jim De Sitter zelf enig weerwerk te bieden.
De eeuwige dankbaarheid die hiervoor kwam opwellen toen bleek dat ik de wisselzone fietsen-lopen in 5e positie kon verlaten, was na amper één kilometer behoorlijk afgekoeld. Dit ging heel erg mis. Sophie en een nederlandse haalden mij gezwind terug in en ik moest het lijdzaam ondergaan.
Kalm blijven, vertrouwen in de dieselmotor (al mocht die na bijna 3uur wedstrijd toch al gerodeerd zijn) en hopen dat die steken (milt of wat het ook moge wezen) overgaan. Maar dan kom je op de kaai, zie je al dat volk, en een uitzichtloos saai parcours dat oneindig blijft duren en ook energie vergt van mijn cijfermatig geheugen, ellende! Blik op oneindig dan maar.
Heidi Verhamme zat ongeveer 2 minuten voor, zelfs aan dit luizig tempo moest dit haalbaar zijn om te overbruggen over 21 kilometer. Ik zag veel wandelaars, en voor het eerst in mijn carrière diende ik me na 4 km bij hen aan te sluiten. Fuck!
Na regen komt zonneschijn, of hier vandaag een hittegolf. Ik begon terug te lopen en compleet herboren was daar een overdaad aan energie. Nog voor het einde van de tweede ronde had ik Heidi te pakken. Een wat verder kon ik aansluiten bij de latere winnares Yvonne Van Vlercken die zelf duidelijk zware miserie doorstond, voor beiden was ons tijdelijk bondgenootschap een hele verademing.
Haar lijdensweg was bijna ten eind en de voorlaatste ronde nam ik vrij vlot afstand om de 5e vrouw in te halen. Aan het laatste keerpunt telde ik 35 seconden achterstand op Sophie die veel sterker liep dan ik me van haar kon herinneren (chapeau). Het was frustrerend haar in de verte te zien lopen, maar een (nog) grotere versnelling durfde ik niet aanspreken. Het risico dat de steken terug zouden komen leek me latent aanwezig, dan maar op safe voor de 5e plaats. Het had misschien gekund, maar ik wil mezelf geen frustraties bezorgen.
Kritisch wil ik wel zijn, wat ik heb gewonnen in het zwemmen, heb ik blijkbaar terug verloren in het fietsen en daar heb ik geen enkele verklaring voor.
Geen allesoverheersende euforie dus, maar wel een bijzonder goede mentale opkikker kan ik hier overhouden.
Nog één weekje relatieve rust en dan het zware werk als voorbereiding op IM UK.